Tonny schreef:Ik was in gesprek met iemand, en die persoon vertelde me dat ze gelooft dat God haar gered heeft door het bloed van Jezus Christus. Haar geloof wordt echter regelmatig aan het wankelen gebracht door bepaalde personen. Ze kiest er nu voor om daarmee wat oppervlakkiger te blijven zodat ze niet aan het twijfelen gebracht wordt.
Ik heb haar geadviseerd om eens goed na te denken hoe dit kan, en ik zei daarbij nogal stellig dat niets of niemand mijn geloof zou kunnen weghalen, omdat het vast verankerd zit aan God en niet aan wat mensen vinden. Natuurlijk (?) is er soms een moment van twijfel, maar in gebed met God is dat ook weer snel verholpen.
Nu vraag ik me af, is dat echt zo? Als je leeft volgens de principes 'blijf in mij, dan blijf ik in u', zal je dan nooit een diepe twijfel of crisis doormaken?
Hoewel ik met Paulus kan worstelen als in Romeinen 7, geloof ik met dezelfde zekerheid het vertrouwen uit romeinen 8:38-39.
Dus: hoe is dat met jullie?
Is twijfelen uiteindelijk een gebrek aan geloof?
Is twijfelen een kenmerk van een niet goed geworteld geloof?
Kan je met zekerheid zeggen dat niemand in staat is om je geloof te laten wankelen? (Uiteraard niet vanwege mijn prestaties, maar vanwege het vasthouden van God).
Het geloof wordt een geheimenis genoemd. Bij de eucharistie gaat het moment dat het brood het lichaam van Christus wordt (volgens de leer van de transsubstantiatie) gepaard met het uitspreken van de volgende woorden: "mysterium fidei", het geheim van het geloof. Afgezien van het verschil tussen RKK en de protestantse kerken, wordt hier iets heel wezenlijke genoemd. Alleen het geloof kan bevatten hoe de hemel (God) en de aarde (mens) kunnen samenkomen. Door het lichaam van Christus te eten, worden wij één met Hem en delen wij in zijn goddelijke gaven.
Algemener gesteld: alleen door te geloven wordt de aanwezigheid van God in ons een realiteit.
Geloof is echt de enige toegang tot deze onmogelijke realiteit.
Het is in die zin dus ook vrij "digitaal". Wie gelooft wordt zalig, vindt God en leeft in die realiteit. Wie niet gelooft niet. Die leeft gewoon het leven van alle dag, met de gewone ups en downs. Zoals zovelen doen.
Vaak is het dan ook niet de twijfel die het geloof bedreigt, maar meer de afleiding. We vergeten vaak om het geloof te hanteren, omdat we het goed hebben, druk zijn of juist ontspanning willen.
Maar als we serieus omgaan met ons leven ontkomen we niet aan de duistere kant van ons bestaan: de vele teleurstellingen, de vele fouten en zonden, de voortijlende tijd (voor we het weten zijn we oud). Met hoeveel angsten, onzekerheid, schulden en geestelijke of lichamelijke verwondingen kunnen we rondlopen!
En het zijn juist die dingen die twijfel kunnen oproepen over de vraag of ons geloof daar wel bovenuit kan komen. Juist in de aanblik van de allermoeilijkste zaken in het leven, kunnen we alle hoop en geloof verliezen. Dan strijden we een eenzame strijd. Denk aan Petrus die wegzinkt in de golven, zodra hij twijfelt. Zodra hij de golven sterker inschat dan Jezus die lopend over het water op hem afkomt, is hij verloren. Of denk aan een ander Bijbelfiguur die uitroept: " ik geloof, maar kom mijn ongelovigheid te hulp!"
Hoe toch te geloven in zulke momenten? Hoe toch vol te houden dat het niet zomaar een stukje onbetekenend brood is dat wij eten, maar de gemeenschap met Christus zelf?
Er is maar één manier: stug volhouden dat Christus onze Redder en Zaligmaker is en tegelijkertijd weten dat als Hij dat gelooft beschaamt, wij reddeloos verloren zijn. Hij zal Zijn hand moeten uitsteken om ons van de verdrinkingsdood te redden! Onze geloofsdaad (oprecht Christus aanwijzen, erkennen en aannemen als de van God gegeven verlosser) is tegelijkertijd dus ook een gebed, een overgave aan Hem: red me hieruit, vergeef me, help me, trek me uit het water!
Het mysterie en het geluk van de Kerk is, dat dit werkelijkheid wordt! Dat is de zekerheid van het geloof. Het wordt vaak in tijden van worsteling, zoeken en bidden ervaren. Maar het is de kern van de christelijke boodschap:
God keert Zich in Christus tot de mens, niet om hem te vernietigen, maar om hem te behouden! Joh. 3:16.
gravo