27 U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. (Ex 20:14; Deut 5:18)
28 Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft.
Laten we eerlijk zijn jongens en meisjes: niemand kan aan dit gebod voldoen dan de Zoon van God. Als ik een mooie vrouw zie pleeg ik overspel met mijn hart, want ik weet niet of zij getrouwd is. Dat er hier mannen aanwezig zijn die naar een mooie vrouw kunnen kijken zonder dat het hen wat doet, wil niet zeggen dat zij geen overspel met het hart plegen. Of zou Jezus soms bedoeld hebben dat we alleen begerig naar ongetrouwde vrouwen en naar mannen mogen kijken)?
In de HSV wordt verwezen naar Job 31,1:
Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen;
hoe kan ik dan begerig naar een jonge vrouw kijken?
Zou het antwoord kunnen zijn omdat ze maagd en ongetrouwd is? Ook wordt verwezen naar Psalmen 119:37.