aardmannetje schreef:Soms lijkt het wel alsof er altijd over de onmogelijkheden moet worden gepraat, kunnen we de moed niet vatten om over de mogelijkheden te praten met elkaar?
Blijkbaar is dat toch behoorlijk lastig. Hoeveel homo’s zijn er binnen de reformatorische kerken die open durven zijn over hun geaardheid, zelfs als ze de beslissing hebben genomen om celibatair te leven. Hoeveel van die “celibataire homo’s” hebben een functie binnen de kerk? Ik ken er een handvol. Als zelfs dit al niet of nauwelijks bespreekbaar is, hoe zal er dan ooit over “mogelijkheden” gesproken kunnen worden voor homo’s die wel het goede van een relatie mogen ervaren?
Ik herinner me een uitspraak van Ds R. van Kooten in het boekje “Homofilie en christelijke gemeente”
“Als door Gods genade homofielen genoegzaam inzicht ontvangen hebben in hun geaardheid en mogen weten dat deze voor de Heere geen belemmering was hen in Christus in genade aan te nemen en hen lief te hebben in Hem …….. enz……… dan hebben zij het recht en misschien wel de plicht om alleen met de Heere dit geheim te bewaren.” Tja, zo hou je de discussie wel buiten je gemeenschap.
En als Flappie dan zegt:
Flappie schreef:Als ik Cisca en Zareb namelijk lees dan bekruipt mij het gevoel van, "ja, je mag wel tegen zijn maar goed eigenlijk begrijp je het dan niet zo goed en ach ja eigenlijk nemen we dat ook niet zo serieus".
-----(Ik denk dat ik mij op een andere manier heb gedragen, maar goed.)------
Dan begin ik steeds vaker te denken, misschien is jou gedachte toch zo gek nog niet. Misschien moeten we (ik bedoel de homo’s en lesbiennes in de reformatorische kerken) maar eens ophouden met ons in een verdomhoekje te laten drukken.
Wat mij opviel in de preek van onze predikant op de zondag dat wij onze relatie in de gemeente mochten vieren was dat hij het woord “homo” niet een keer gebruikte. Dat speelde geen rol, het ging om de verbondenheid van mensen met elkaar. Verbondenheid in de zin van “zorgen” voor elkaar, elkaar niet kwijt willen raken. Als men deze verbondenheid, of beter liefde, kan begrijpen en accepteren dan komt er inderdaad ruimte om niet meer over onmogelijkheden maar over mogelijkheden te spreken.
ps. wees voorzichtig met de volgende vraag
En als er dan toch veel mogelijk blijkt, ligt de grens dan niet bij het uiten van gevoel maar bij lichamelijke eenwording?
Ik geloof niet dat je kunt spreken over een grens tussen uiten van gevoel of lichamelijkheid. Als je, zoals hier opgemerkt, de lichamelijk eenwording ziet als de versmelting tussen een eicel en een zaadcel, behoorlijk Bijbels trouwens, dan kunnen Juan en ik nooit op die manier één zijn. Dat is iets dat is voorbehouden aan een m/v relatie. Maar dan ontstaat de vraag, en het antwoord staat eigenlijk in je onderschrift, is dit de hoogste vorm van eenwording? Dan zou een vrouw die met een gehandicapte man trouwt waarbij dit contact onmogelijk is, of vice versa, ook nooit dat toppunt van eenheid bereiken.
Scape schreef hier ergens over een theedoek en vuile sokken. Ik begin steeds meer te geloven dat deze simpele artikelen veel meer eenwording betekenen dan welke seksuele handeling dan ook.