Beste Klaas,
Ik heb de discussie nog eens nagekeken. Maar jij was toch echt degene die begon over het verwijt dat Kievit voorwaarden zou stellen om te komen tot God op Do Jul 03, 2003 11:40 pm. Daar ik het eens ben met Kievit, druk je voor het gemak ook maar meteen stempel op mij. Uit reactie druk ik ook maar een stempel op jou. Laten we dit alles maar direct vergeten. Laten we inderdaad maar de emotionele toon die ik telkens aansloeg en je verwijten dat ik voorwaardelijk ofzo zou zijn vergeten.
Ik geloof inderdaad ook met mijn verstand. Jezus gaf daartoe zelf de opdracht. Wat een concluderend geloof is weet ik niet.
Bij het geloven wordt het verstand niet uitgeschakeld, maar ingeschakeld. Maar 'geloven' in de Bijbel heeft niet het karakter van iets beamen, zoals: 'ik geloof dat God de hemel en de aarde geschapen heeft', maar het karakter van 'vertrouwen'. Je gelooft echt ergens in, je hebt het volste vertrouwen ergens in.
"Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid." (Romeinen 10:10a). Als iemand bijvoorbeeld zegt: "Ik geloof wel dat Jezus de Verlosser is", dan kan dat enkel maar een beamen van de waarheid zijn, zonder dat er sprake is van een levende omgang met God, zonder dat het hart ervan doortrokken is, je hele levenswandel ervan doordrongen is, zonder dat het iets met je doet, zonder dat je van je eigengerechtigheid afgebracht bent of werkelijk behoefte aan Hem hebt. Begrijp je?
Dan je tweede vraag: een concluderend geloof. Dat is hetzelfde als verstandsgeloof, dat redeneert enkel. Dat zegt bijvoorbeeld: "O, in de Bijbel staat dat Jezus de Verlosser is, dat Hij gekomen en gestorven is in plaats van zondaren, ik ben een zondaar, dus ben ik ook zalig". Ik zie hier de lijn in van a+b=c.
Op kenmerken zoals die in de zogenaamde kenmerkenprediking functioneren heb ik het inderdaad niet zo.
Ik ken de zogenaamde kenmerkenprediking niet, dus ik kan ook niet zeggen of deze fout is of goed. Wel weet ik dat de Dordtse Leerregels spreken over de vruchten van de verkiezing (of kenmerken van een waar gelovige) in Hoofdstuk 1 artikel 12.
Ik mag geloven dat God mij de zaligheid heeft beloofd, dat moet je geloven aanvaarden. Je moet ook aanvaarden dat Jezus Christus ook voor jouw zonden gestorven is.
Niet dan?
Het kan misschien aan mij liggen hoor. Maar als iemand tegen mij zegt: ik heb duizend gulden op je rekening gestort, neem dat nou maar aan, aanvaardt dat. Dan zeg ik: Prima joh. Kijk, en met termen als 'aanvaarden' of 'neem nou maar aan', vind ik dat je het geloven wel heel erg makkelijk voorstelt. Alsof met je verstand beamen wel voldoende is. Over het openen van harten, van dood levend gemaakt worden, van onwillig gewillig, van een kennis van zonde en schuld die doet vluchten tot Christus en tot een aannemen van Hem, hoor je niet.
Je hoort enkel: Geloof die waarheid nou maar. Maar we mogen niet rusten in feitenkennis, we moeten kennis krijgen aan Hem, die de zaligheid heeft verworven en uitdeelt aan een ieder die gelooft. We moeten volledig overgaan in Hem.
De term aanvaarden kom ik niet in de Bijbel tegen, voorzover ik weet.
Verder is het niet zo dat Jezus Christus ieders zonden gedragen heeft, nee, enkel de zonden van de uitverkorenen (maar dat wordt vast al in een ander topic bediscussieerd). Want als Hij ieders zonden gedragen heeft, dan betekent het ook dat God niemand de zonden toerekent en dat niemand dus verloren gaat.
Dan ben je bekeerd.
Niet bekeerd. Bekering is wat anders.
"Bekeert u en gelooft het Evangelie" wordt er geroepen door Johannes. Dus bekering en geloof gaan altijd samen. Die gelooft is bekeerd en wederom geboren. Hoewel dagelijkse bekering ook nodig is. Maar je kunt in elk geval zeker wel spreken van een bekering waar iemand overgegaan is van dood naar leven, van een vijand van Christus naar een vriend van Christus.
Wie zei er dan dat het evangelie moeilijk moet zijn? Goedkope genade? Genade is altijd goedkoop voor de partij die genade ontvangt, anders is het geen genade meer. Voor de partij die genade schenkt is deze geande absoluut niet goedkoop. Het kostte Jezus zijn leven. En lauw christendom kom je volgens mij overal tegen. Niet in de minste mate in reformatorische kringen is mijn ervaring.
Makkelijk Evangelie in de zin van: "Geloven, geen kunst aan", "Geloven, daar ben je toch mee opgevoed, ik snap niet dat iedereen zo moeilijk doet over de toe-eigening van het heil, je moet toch gewoon geloven?". Zulke mensen zijn nooit aan de vijandschap in hun hart ontdekt, nooit door de Heilige Geest overtuigd van hun ongeloof. Zijn nooit als een tollenaar op de knieen gegaan om te smeken of Hij nog genade wou schenken aan zo'n zondaar.
Goedkope genade in de zin van dat mensen het niet meer als het grootste wonder zien dat ze genade ontvangen.
Wie zichzelf nog nooit echt als een goddeloze heeft leren zien, heeft Christus nog nooit als de Verlosser gezien.
God gaat met een ieder Zijn weg. Voor sommigen zal jouw scenario gelden voor anderen een ander. Vast staat wel dat je, wanneer je je vertrouwen op Jezus stelt, je eigen tekortkomingen steeds beter zult zien. Dat is echter het resultaat van het leven met God geen voorwaarde voor zo'n leven.
Maar, vind je mijn uitspraak nu goed of fout?
Een diepe doorleving? Hoe diep moet dat dan zijn? Heb je daar ook richtlijnen voor?
Waarom vraag je naar richtlijnen? Waarom vraag je naar de diepte? Daar heb ik niks over gezegd, daar zegt de Bijbel niks over. Wel zegt de Bijbel dat het echt moet zijn, een hartelijk berouw over de zonde, zodat je helemaal walgt van je zondige staat en werkelijk inziet dat je vergeving nodig hebt. Niet verstandelijk van: Ik ben zondaar, dus heb ik vergeving nodig. Nee, dat het waarheid in het binnenste is: Heere, ik kan niet zonder de vergeving.
Kijk maar naar je dagelijks leven, als je iemand gigantisch beledigd hebt en op het hart getrapt hebt, terwijl diegene jarenlang enkel maar goeds voor je gedaan heeft. Dan kan je reactie zijn: Sorry (terwijl je totaal geen berouw hebt van wat je gedaan hebt), het was fout. Dan zegt die ander terecht: Ja, maar daar meen je niks van, je ziet het niet in.
En kom vooral niet met kenmerken aanzetten, want dan zoek je de zekerheid in jezelf. Is dat zo? Is dat zo?
Zoals A Brakel dat verwoordde kwam dat daar in ieder geval héél dicht bij.
Kun je aangeven wat precies en waarom?
Jij maakt van vruchten voorwaarden om God Vader te mogen noemen.
Nee, ik maak van vruchten geen voorwaarden. De enige voorwaarde die ik stel is dat enkel kinderen van God God als hun Vader mogen aanroepen en als je dus geen kind van God bent, dan is God ook niet je Vader, of ben ik nou gek?
In Romeinen 8:15 en 16 wordt het aanroepen van God als "Abba Vader" in direct verband gebracht met het kindschap van God.
Daar ga je niet op in.
Net zoals ik het heel moeilijk vindt om te reageren op de gelijkenis van de verloren zoon.