Elbert schreef:De betreffende dominee houdt er blijkbaar rooms-katholieke opvattingen op na.
Dat de doop de erfzonde zou afwassen is niet een specifiek Rooms Katholieke gedachte. We vinden deze gedachte al heel sterk bij Augustinus (dus voordat we normaal gesproken over RK spreken). Augustinus geloofde stelling dat baby's die voor hun dood stierven voor eeuwig verloren gingen. Omdat dat niet geheel politiek correct was maakte men er later van dat dat weliswaar zo was maar dat deze kinderen niet een even zware straf kregen als volwassenen

Maja schreef:Worden inderdaad slechts de kinderen van gelovige ouders gedoopt? Is het niet goed reformatorisch om alle kinderen van de gemeente te dopen? Ik hoop dat je het verschil tussen beide uitspraken proeft. Gebiedt de liefde ons niet om alle kinderen die uit een christelijk gezin worden geboren, hoever ook afgedwaald misschien, toch in Christus geheiligd te achten? Kortom, moeten we niet gewoon de hele kaartenbak dopen?
Ik betwijfel of dat reformatorisch is. Zoals gezegd kan ik me niet voorstellen dat je als ongelovige de vragen uit het doopformulier met ja kunt beantwoorden. Daarnaast wordt er in de andere belijdenisgeschriften (HC en NGB) gesproken over kinderen van gelovige ouders. Er wordt niet over uitgeweid, maar het staat er wel. Ook Calvijn heeft het geloof ik in iederg geval over 'vrome' ouders. Van de andere kant is het wel zo dat men altijd erg huiverig is geweest om iemand de doop te onthouden. Misschien moet je de Institutie er eens op naslaan?
Precies. Zolang mensen nog in de registers van de kerk staan, geldt deze belofte volgens mij nog, het verbond is net zo ruim als de Heere geduldig is.
Dat klinkt mooi, maar laten we eerlijk zijn: de registers van de kerk vinden we in de bijbel nergens als onderpand voor de doop. En als je meent dat het verbond ruim is dan heb je weinig van het verbond begrepen. Leven onder het verbond is leven op het scherpst van de snede. Israel diende zich te houden aan de wet. Dat hoorde ook bij het verbond. Buiten de wet was buiten het verbond en daar heerst enkel de dood. Dat betekent niet dat God niet meer naar je wil omzien, maar wel dat je niet moet denken dat je een loopje met God kunt nemen en dan wel kunt 'profiteren' van het verbond. God is geen gekke Henkie...
Maar goed, ik begrijp de gedachte op zich wel. Laten we er dan omwille van de discussie vanuit gaan dat de doop niet direct verbonden is aan het geloof van de ouders. Ik denk dat je niet zult ontkennen dat desondanks de bijbelse link tussen doop en geloof onmiskenbaar is. Je zou dan kunnen stellen dat de doop hoort bij het behoren tot een gelovige gemeenschap. Niet jouw geloof of dat van je ouders legitimeert je doop, maar het geloof van de gemeenschap. Dat als uitgangspunt nemend kun je m.i. nog steeds moeilijk volhouden dat er geen grenzen zijn. Als je je beperkt tot kerkleden dan vraag ik me al direct af of dat (papieren) doopleden zijn of (papieren) belijdende leden. En waarom zou je je trouwens moeten beperken tot kerkleden? Is God niet trouw tot in het duizendste geslacht (Ps.105)? Waarom is een gedoopte betovergrootmoeder dan niet voldoende legitimatie om te dopen? Wie zijn wij om Gods beloften in te perken?
OK, misschien zeg je dan dat er dan geen sprake meer is van een gelovige gemeenschap. Prima, maar wat bepaalt dan dat deelhebben aaneen gelovige gemeenschap? Is dat werkelijk alleen dat je naam nog ergens in een stoffig kerkregister staat en dat je 2x per jaar naar de kerk komt? Maak je dan deel uit van een gelovige gemeenschap? Dat is toch niet vol te houden? Als je dan niet de eis van geloof wilt stellen moet je dan niet betrokkenheid als voorwaarde stellen als je zo'n gesprek aangaat? Moet je met de betreffende ouders niet (daar gaan we weer) een traject ingaan dat tot betrokkenheid met die gelovige gemeenschap moet leiden?
Het gaat er dan om hoe je met randkerkelijken, niet-actieven, hoe ze ook heten mogen, omgaat en hoe je over hen denkt. Zijn het mensen die al bijna vertrokken zijn en die je stiekum al afgeschreven hebt, of geloven we nog dat ook voor hen geldt, dat de Heere Zijn werk niet laat varen? Denken we optimistisch of pessimistisch? Ik ben geneigd optimistisch te denken : wie weet....
Hoe je over randkerkelijken denkt is volgens mij heel belangrijk, maar in dit geval is het minstens zo belangrijk hoe je over de doop denkt. Ik ben 100% voor alle initiatieven om randkerkelijken terug te krijgen in de kerk, maar de vraag is of de doop daarvoor een geeigend middel is. Het aanpassen van de liturgie om eventueel randkerkelijken te trekken is voor velen onbespreekbaar maar met nota bene een sacrament kunnen we wel vrij omgaan? Is dat dan geen devaluatie van de doop? Natuurlijk kun je tegenwerpen dat het al dan niet toestaan van de doop voor velen een breekpunt is, maar ik stel daartegenover dat je, wanneer je het op de doop laat aankomen, al veel en veel te laat bent.