Happy One schreef:Marnix schreef:En als je je hart aan Jezus hebt gegeven en oprecht je zonden beleven kan je nog wel verloren gaan.... als je van die weg afdwaalt.
Wat ben ik ongelofelijk blij dat dat niet waar is! Jezus zegt van Zijn schapen: niemand kan ze uit Mijn hand rukken.
Je bent hiermee trouwens voluit remonstrants bezig als je dit zo stelt. Uiteindelijk ligt de genade, het geloof, het je hart aan Jezus geven en oprecht je zonden beleven niet in de mens, maar komt het van God. En daarom is er zekerheid: 'die niet laat varen het werk dat Zijn hand begon'.
Waarom roepen de apostelen dan op om te volharden in het geloof? Ik haal een paar teksten aan:
10 Want de wortel van alle kwaad is de geldzucht. Door daarnaar te haken zijn sommigen van het geloof afgedwaald en hebben zich met vele smarten doorboord.
11 Gij daarentegen, o mens Gods, ontvlucht deze dingen, doch jaag naar gerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtzinnigheid. 12 Strijd de goede strijd des geloofs, grijp het eeuwige leven, waartoe gij geroepen zijt en de goede belijdenis afgelegd hebt voor vele getuigen. 13 Ik beveel voor God, die alle leven wekt, en voor Christus Jezus, die de goede belijdenis voor Pontius Pilatus betuigd heeft, 14 dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, 15 welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, 16 die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen. (1 Tim 6)
20 O Timótheüs, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap; 21 Dewelke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen. (1 Tim 6)
6 Want wat mij aangaat, reeds word ik als plengoffer geofferd en het tijdstip van mijn verscheiden staat voor de deur. 7 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb mijn loop ten einde gebracht, ik heb het geloof behouden; 8 voorts ligt voor mij gereed de krans der rechtvaardigheid, welke te dien dage de Here, de rechtvaardige rechter, mij zal geven, doch niet alleen mij, maar ook allen, die zijn verschijning hebben liefgehad. (2 Tim 4)
0 Wees niet bevreesd voor hetgeen gij lijden zult. Zie, de duivel zal sommigen uwer in de gevangenis werpen, opdat gij verzocht wordt, en gij zult een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u geven de kroon des levens (Op 2)
5 Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen. (Op 3)
24 Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één de prijs kan ontvangen? Loopt dan zó, dat gij die behaalt! 25 En al wie aan een wedstrijd deelneemt, beheerst zich in alles; zij om een vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij om een onvergankelijke. 26 Ik loop dan ook niet maar in den blinde en ik ben geen vuistvechter, die zo maar in de lucht slaat. 27 Neen, ik tuchtig mijn lichaam en houd het in bedwang, om niet, na anderen gepredikt te hebben, wellicht zelf afgewezen te worden. (1 Kor 9)
1 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt. 2 Laat ons oog daarbij (alleen) gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke vóór Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 3 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt. (Heb 12)
7 Daarom heeft God, toen Hij des te nadrukkelijker aan de erfgenamen der belofte het onveranderlijke van zijn raad wilde doen blijken, Zich onder ede verbonden, 18 opdat door twee onveranderlijke dingen, waarbij het onmogelijk is, dat God liegen zou, wij, die (tot Hem de) toevlucht genomen hebben, een krachtige aansporing zouden hebben om de hoop te grijpen, die voor ons ligt.
[i]Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge winnen, 9 en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet, te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit God is op de grond van het geloof. 10 (Dit alles) om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende, 11 zou mogen komen tot de opstanding uit de doden.
12 Niet, dat ik het reeds zou verkregen hebben of reeds volmaakt zou zijn, maar ik jaag ernaar, of ik het ook grijpen mocht, omdat ík ook door Christus Jezus gegrepen ben. 13 Broeders, ik voor mij acht niet, dat ik het reeds gegrepen heb, 14 maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.
15 Laten wij dan allen, die volmaakt zijn, aldus gezind zijn. En indien gij op enig punt anders gezind zijt, God zal u ook dat openbaren; 16 maar hetgeen wij bereikt hebben, in dat spoor dan ook verder!
En hoe kan Paulus dit schrijven aan de Efeziers van wie hij in hoofdstuk 1 nog schreef dat ze uitverkorenen door God zijn, voor grondlegging van de wereld:
[i]0 Maar zo hebt u Christus niet leren kennen! 21 U hebt toch over hem gehoord, u hebt toch onderricht over hem gekregen? Door Jezus wordt duidelijk 22 dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen, 23 dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten worden 24 en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.
25 Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid tegen elkaar, want wij zijn elkaars ledematen. 26 Als u boos wordt, zondig dan niet: laat de zon niet ondergaan over uw boosheid, 27 geef de duivel geen kans. 28 Laat wie steelt niet meer stelen, maar eerlijk de kost verdienen door zelf hard te werken om iets weg te kunnen geven aan wie het nodig heeft. 29 Laat geen vuile taal over uw lippen komen, maar alleen goede en waar nodig opbouwende woorden, die goed doen aan wie ze hoort. 30 Maak Gods heilige Geest niet bedroefd, want hij is het stempel waarmee u gemerkt bent voor de dag van de verlossing. 31 Laat alle wrok en drift en boosheid varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid.
En hoezo kunnen wij de Geest dan bedroeven? Hoezo kon de verloren zoon die dicht bij vader leefde, bij Hem vandaan gaan? Hoezo is wat ik zeg remonstrants? Ik ken de leer dat er geen afval van gelovigen kan plaatsvinden, maar kan dit niet rijmen met bovenstaande teksten. Het is niet zo dat als we ons 1 keer bekeerd hebben, we met de armen over elkaar kunnen gaan zitten omdat ons niets meer kan gebeuren. We houden verantwoordelijkheid als mensen..... Wat Jezus zegt, geeft aan dat niemand ons uit Zijn hand kan rukken. De duivel is niet sterker dan Hem... en als we in Hem blijven, blijft Hij in ons. Als we bij Hem zijn beschermt Hij ons tegen alles. Daarom zegt Romeinen 8 ook dat ieder die in Christus is en door de Geest geleid wordt, door geen enkele macht van Zijn liefde gescheiden kan worden.
Dit is geen automatisme. Jezus zegt dat de schapen luisteren naar Zijn stem. Dat moeten we altijd blijven doen... Vergeet niet dat Jezus ook waarschuwt voor roofzuchtige wolven als gevaar voor de kudde.
Nog een paar teksten dan, want de bijbel staat hier vol mee:
Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en leringen van boze geesten volgen, 2 door de huichelarij van leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, 3 het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn. (1 Tim 4)
15 Behartig deze dingen, leef erin, opdat aan allen blijke, dat gij vooruitgaat. 16 Zie toe op uzelf en op de leer, volhard in deze dingen; want door dit te doen zult gij zowel uzelf als hen, die u horen, behouden. (1 Tim 4)
4 En Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen; 15 doch zij zal behouden worden, kinderen ter wereld brengende, indien zij blijft in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid. (2 Tim 2)
10 Om deze reden wil ik alles verdragen, om de uitverkorenen, opdat ook zij het heil in Christus Jezus verkrijgen met eeuwige heerlijkheid. 11 Het woord is betrouwbaar: immers, indien wij met Hem gestorven zijn, zullen wij ook met Hem leven; 12 indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen; 13 indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet. ( 2 Tim 2)
(Het laatste deel is mooi en heel bekend.... God blijft trouw aan zijn verbond.... maar we lezen misschien makkelijk over vers 12 heen, waarin volharding als voorwaarde wordt gesteld om als koningen met Hem te heersen, en dat wie Hem verloochend, door God verloochend zal worden) maar zijn belofte van trouw voor wie Hem volgen, blijft, zoals de vader elke keer weer keek of de verloren zoon er aan kwam.
Maar je hoeft niet bang te zijn, Happy One.... bovenstaande is niet een onzekerheid voor gelovigen, maar een aansporing aan de christenen om te volharden. Volg de Herder en luister naar Zijn stem... en je mag zeker zijn dat niets je van Zijn liefde kan scheiden!