hijwel schreef:Ik, de HEERE uw God, ben een naijverig God Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten;
6 En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden.
exodus 20:5
Kijk eens in je leven. Welke slechte eigenschappen heb jij die je vader ook heeft? Welke slechte eigenschappen heb jij die je opa heeft? Je kent wel licht vele verhalen van kinderen die mishandeld zijn, en als die kinderen groot geworden zijn, dat weer het zelfde beurt. Je ziet ziektes die geslachten door gaan. Je meent je beeld wat je Vader van God heeft over als jou Godsbeeld. Angst gevoel om de waarheid te spreken, gaan van geslacht op geslacht verder. En ga zo maar door, denk eens na over de slechten eigenschappen die er in jou geslacht zijn?
er moet iets gebeuren in jou en mijn leven om deze vloek stroom te stoppen! Wij moeten de zonde van de mensen in ons geslacht belijden, en God vragen of hij de vloek van de duivel wil breken. Zodat het volgende geslacht gezegend wordt i.p.v vervloekt.
Er is iets interessants aan de hand met dit vers in de NBV wat mij opviel.
De vertalingen op een rijtje:
SV: Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten;
NBG: Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HERE, uw God, ben een naijverig God, die de ongerechtigheid der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde geslacht van hen die Mij haten,
NBV: Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast mij. Voor de schuld van de ouders laat ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze mij haten;
Dat "laat ik de kinderen boeten" van de NBV klonk mij vreemd in de oren, nogal dreigend. Ik dacht ook gelijk aan Ezechiël 18:1-4:
1 Verder geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende:
2 Wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord gebruikt van het land Israëls, zeggende: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden?
3 Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo het ulieden meer gebeuren zal, dit spreekwoord in Israël te gebruiken!
4 Ziet, alle zielen zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de ziel des zoons, zijn Mijne; de ziel, die zondigt, die zal sterven.
Overigens, nu ik het eens onder ogen heb, valt mij op dat de zin eindigt met "wanneer ze mij haten". Maar ja, dan nog... Ezechiël 18:1-4.
Bij zoiets vraag ik mij dan af: klopt die vertaling? Hoe zit dat precies? Wat wordt eigenlijk met bezoeken bedoeld? Is dat hetzelfde als doen/laten boeten? Ik had het me namelijk meer voorgesteld als: de zonde onder de neus van de kinderen brengen zodat zij die verleiding ook voelen, en ze zo eigenlijk tot een keus aanzetten.
Ik heb het nog niet nagezocht. Dat kan ik wel doen, maar ik dacht: ik zet het gewoon eens als vraag neer.