Saulus – Heracles – Paulus – Jezus
Zoals de meeste wel weten kwam Saulus uit Tarsus en was een tentenbouwer en christenvervolger. En hij genoot het voorrecht van een Romeins paspoort. Voskuilen heeft indertijd een studie opgezet die de persoon Paulus van een andere kant belicht. Ik zal hier een verslag neerleggen van zijn bevindingen.
De meeste mensen accepteren volmondig dat Paulus het christologisch concept heeft neergezet.
Maar wie was deze Paulus en waar kwam hij vandaan. Dr.Voskuilen (Thijs) begon op ludieke wijze aan een doctoraal scriptie en enkele jaren later was er sprake van een ommekeer. Wat eerst een grappig idee leek, bleek ineens verbanden te vertonen. Carotta een andere historicus kwam met een soortgelijk verhaal toen hij de geschiedenis van Julius Ceasar bestudeerde. Het aantal overeenkomsten met de parabel over Jezus bleek een beetje te groot te zijn. Om het af te doen als toeval.
Laat ik maar beginnen met een korte inhoud te geven van de doctoraal-scriptie van Thijs Voskuilen.
De doctoraalscriptie van Thijs Voskuilen. De conclusie van Dr. Voskuilen is: "De apostel Paulus is geen vrome prediker, maar een geheim intrigant namens de Romeinen. Met list en mooie brieven probeerde hij de opstandige beweging van Jezus onder controle te krijgen". Paulus was geen apostel der christenen, maar een geheim agitator van de Romeinen. Hij hield de opstandige beweging in de gaten en probeerde die te depolitiseren met een verzonnen verhaal over de goddelijkheid van haar leider, die stierf aan het kruis om de zonden van de mensen weg te nemen.
Saulus bekeerde zich en ging verder als Paulus. De apostel Paulus was een van de grondleggers van het christendom. In brieven schreef hij hoe een goed christen zich diende te gedragen, lang voordat de evangelisten het leven van Jezus boekstaafden.
Saulus was een Jood uit Tarsus, een stad in het huidige Turkije. Hij was een tijdgenoot van Jezus, tentenmaker van beroep, Romeins burger - een voorrecht - en fanatiek bestrijder van christenen. Na zijn bekering bij Damascus, zo leert de Bijbel, werd hij, even fanatiek, prediker. Andere volgelingen van Jezus vertrouwden hem niet zo - hij kon soms nauwelijks het vege lijf redden - maar als Paulus de missionaris/zendeling maakte hij reizen in het Middellandse-Zeegebied om te eindigen in Rome waar hij in het jaar 62 overleed. Paulus brieven zijn voor Voskuilen een bron van wantrouwen. Neem Romeinen 13. : "Een ieder zij onderdanig aan de overheid, want er is geen overheid dan van God. Wie zich nu tegen de overheid stelt, die wederstaan Gods instelling en zullen over zichzelve een oordeel vellen. Zij draagt het zwaard niet tevergeefs. En de oproep om belasting te betalen kwam ook al vreemd over.
En dat tegen een groep bekeerlingen die, aldus Voskuilen, in een leider geloofde die het volk Israels van het Romeinse juk zou bevrijden, want dat was de ware taak van een Joodse messias. De echte Jezus werd aan het kruis genageld omdat hij een opstandelingenleider tegen Rome was. Vandaar de pogingen om diens beweging tot gezagsgetrouwheid te brengen en er verwarring en verdeeldheid te zaaien.
Om die groepering nog apolitieker te maken, veranderde Paulus de gekruisigde messias in een god die ooit weleens op aarde terugkomt, maar vooralsnog geen aardse business meer heeft.
Voor wie daar nu op terugkijkt, is dat een volmaakt ongeloofwaardig verhaal, schrijft Voskuilen, met een ongeloofwaardige uitkomst: een religie die het staatsgeloof van nota bene de Romeinen werd.
Ook de levensloop van Paulus geeft Voskuilen aanleiding tot scepsis. Zo verdween de apostel/agitator zomaar zeventien jaar van het toneel. Wat deed hij in die tijd? Tenten maken voor het Romeinse leger? En waren het niet Romeinse soldaten die hem redden uit de handen van Joden die hem wilden doden?
Trouwens, hij eindigde in Rome, zogenaamd omdat hij gevangen werd gezet en berecht. Maar er is geen melding van een proces. En hij kon vanuit "zijn gevangenschap" vrijelijk brieven schrijven aan zijn "geloofsgenoten" in het rijk.
Paulus was heel goed op de hoogte van de Romeinse verhoudingen. En het is wonderlijk dat hij zich beroept op de keizer. Hij had duidelijk iets met Rome!!
Maar goed dat is dus Voskuilen. Hij speculeert in zijn scriptie een aantal zaken. En het blijkt dat als je zijn boek leest dat hij zich op bepaalde punten erg gemakkelijk maakt.
Want hoe bekent waren de Romeinen met contraspionage. En op dat punt laat Voskuilen de lezer in het ongewisse. Echter
hij had tal van historische praktijkvoorbeelden kunnen aanhalen uit een artikel van Rose Mary Sheldon ‘Toga & Dagger: Espionage in Ancient Rome’ gepubliceerd in ‘The Quarterly Journal of Military History’ in de herfst van 2000. Sheldon schrijft bijvoorbeeld: ‘Around 300 b.c., for example, during the Etruscan wars, the consul Q. Fabius Maximus sent his brother disguised as an Etruscan peasant into the Ciminian forest to win over the local Umbrians to the Roman cause. The brother was both fluent in Etruscan and a master of disguise. He was sent to reconnoiter areas into which Roman agents were said never to have penetrated. The mission was a resounding success, and Rome was able to bring Umbrian tribes into an alliance.’
Een ander punt waar Voskuilen gemakzucht in vertoond is de opmerking dat Saulus uit Tarsus kwam een bekend gnostisch centrum waar de verering van Heracles een voorname plaats innam. En daar kan ook wel iets meer over gezegd worden.
De overeenkomsten tussen Hercules (Griekse oudheid) en Jezus
k ga nu even in het kort resumeeren wat mij in PFIS-
TER’S opstel aan parallelen het belangrijkst toeschijnt.
Overzichtelijk heeft hij ze onder bepaalde hoofden naast
elkander afgedrukt met vermelding van de bronnen.
Jozef, de menschelijke vader van Jezus, woont te Naza-
reth; de maagd Maria, Jezus’ toekomstige moeder even-
eens. Amphitryon, de menschelijke vader van Herakles
woont te Mykense; ook de maagd Alkmene, Herakles’
toekomstige moeder. Jozef trekt met Maria naar Bethlehem;
Amphitryon trekt met Alkmene van Mykenae naar Thebe.
Jezus wordt niet in de woonplaats van den menschelijken
vader, Nazareth, maar op het doel van de reis, Bethlehem,
geboren; zoo Herakles niet in Mykenae, maar in Thebe.
Groot gevaar loopen beiden in hun prille jeugd door een
vijand, die het koningschap van den jonggeborene vreest.
De ouders van Jezus vluchten uit angst; Alkmene legt
haar zoon te vondeling; ten slotte keeren beiden echter
weer op hun punt van uitgang terug. Brengt Satan Jezus
op een zeer hoogen berg en toont hem daar alle wereld-
rijken; Hermes brengt Herakles op een zeer hoogen berg
en toont hem de rijken van koning Zeus en van den tyran
Typhon; blijkbaar hemel en aarde, niet als stukken land,
maar als machtssfeeren2). Men kan hierbij ook het bekende
verhaal van Prodicus vergelijken, dat zijn correlaat mede
in de Oud-christelijke voorstelling van de Twee Wegen
vindt. Gaat het gerucht van Jezus, dadelijk na diens glans-
rijk doorstane verzoeking, uit in den geheelen omtrek
en wordt hij door allen geprezen1); aanstonds na de af-
sluiting van Herakles’ jeugdgeschiedenis en vóór deze
zijn werken in dienst van Eurystheus begint, heet het van
hem: zijn daad was in geheel Griekenland beroemd ge-
worden en allen waren verbaasd over het onverwachte
daarvan2). Jezus is van Godswege totzijntaak uitgezonden,
Zeus zond Herakles uit om Eurystheus te dienen3). Beiden
willen, dat Gods wil geschiede; vooral bij Epictetus vinden
wij op die gehoorzaamheid aan God den nadruk gelegd. 4)
Daarom moeten zoowel de Christen als de Herakles-
vereerder bidden: „Uw wil geschiede!“5). Bij Epictetus
wordt het aldus geformuleerd: „Durf den blik omhoog
slaan en tot God zeggen: „Gebruik mij verder, waartoe gij
wilt, ik ben één van zin met U; ik ben van U. Ik onttrek
mij aan niets van wat U goeddunkt. Voer mij waarheen Gij
wilt; hang mij het kleed om, dat Gij wilt“ 6). ‘t Is wel minder
kort uitgedrukt, maar daardoor toch niet minder krachtig.
Terwijl in het Logos-Evangelie7) God Zijn Zoon niet heeft
gezonden om de wereld te oordeelen, maar om haar door
hem te behouden, zegt Cornutus8) van Herakles, dien hij
met den Logos gelijkstelt: „niet om kwaad te doen en te
schaden, maar om te behouden is de Logos geboren“.
De rol van Judas, die ten slotte bekent: „Ik heb gezon-
digd“ en zich ophangt, vervult in de Heraklestragedie
Deianira, die „zich haar zonde bewust geworden, door een
strik van het leven berooft“9). Bij den dood van beide
Godszonen is hun lievelingsdiscipel aanwezig: Johannes
en Philoktetes; bij Seneca is het Hercules’ vriend Hyllus,
die daarna de beschermheer wordt van Alkmene, gelijk
Johannes van Maria10). Het door mij reeds vermelde kruis-
woord: „Het is volbracht“ wordt bij Seneca tweemaal
herhaald: eens door Alkmene, dan door Hyllus; in het vierde
evangelie komt het tweemaal voor1). Van beide Godszonen
wordt een hemelvaart bericht; PFISTER constateert één
verschil, dat m.i. eigenlijk geen verschil mag heeten. Bij
Hercules heeft de hemelvaart dadelijk na den dood plaats;
van den brandstapel vaart hij ten hemel; bij Christus
verloopt er tijd tusschen dood en hemelvaart, waarin hij
door velen wordt gezien. Hier blijkt PFISTER de studie van
G. BERTRAM niet te kennen over de hemelvaart van het
kruis af2), een voorstelling, die in de oudste Christelijke
letterkunde telkens voorkomt3). Heet het van Jezus:
„hij werd opgenomen en een wolk nam hem op vóór hun
oogen“; van Hercules wordt gezegd, dat een wolk hem op-
nam onder gerommel van den donder en hem ten hemel
omhoogvoerde 4).
Spreekt de verrezen Heer in het evangelie tot Maria
Magdalena: „Vrouw, waarom schreit gij?. . . ga tot mijn
broederen en zeg hun: ik vaar op tot mijn Vader en tot
uw Vader, tot mijn God en tot uw God“ 6); Hercules spreekt
tot zijn moeder: „Klaag niet, moeder!. . . Mijn deugd heeft
mij den weg gebaand tot de sterren en de hemelgoden“ 6).
Het vierde evangelie heeft als slot de woorden: „Er zijn
nog andere dingen, die Jezus gedaan heeft; indien deze
één voor één beschreven werden, dan zou, geloof ik, de
geheele wereld de daarmee volgeschreven boeken niet
kunnen bevatten“. Men heeft daarin een stijlfiguur her-
kend, die in de oud-Grieksche feestliederen ter eere van
overwinnaars voorkomt, maar speciaal wordt dit ook
van Herakles gezegd7).
Omtrent Maria—Alkmene vonden wij reeds eenige paral-
lele berichten: beiden worden bevrucht door een god,
terwijl haar mannen eigenlijk slechts haar verloofden zijn;
schreiende staan zij bij de plek der terechtstelling van haar
zonen, niet zonder door de groote lijders bemoedigd en
in de zorg van den geliefden discipel te worden aanbevolen.
Uit later tijd vinden wij talrijker punten van overeenkomst.
Over de hemelvaart van Maria bezitten wij teksten pas
uit de 5de eeuw, die ons het volgende berichten: de elf
Apostelen droegen Maria’s lijk uit Jeruzalem weg; de
Heraklieden deden hetzelfde met Alkmene’s lijk uit Thebe.
Engelen kwamen en namen Maria op uit de handen der
Apostelen en brachten haar in het Paradijs; Zeus zond
Hermes met het bevel, Alkmene naar de eilanden der
gelukzaligen te brengen, en aldus geschiedde. In het dal
Josafat bevindt zich een kerk van de H. Maria met haar
cenotaaf; Hermes legde op de plaats van Herakles’ lijk
een steen, dien de Heraklieden vonden en in het heilig
bosch opstelden, waar Alkmene’s tempel zich bevond. Ook
de gebeurtenissen, die voorafgaan aan de hemelvaart
der beide moeders, worden gelijk beschreven. Maria heeft,
evenals de Apostelen, na Jezus’ dood van de Joden te
lijden; zij gaat naar Bethlehem, de geboorteplaats van
haar zoon. Na den dood van Herakles heeft Alkmene,
evenals de Heraklieden, te lijden van vervolging door
Eurystheus; zij gaat naar Thebe, de geboorteplaats van
haar zoon. Vervolgens gaat Maria naar Jeruzalem en ver-
toeven de Apostelen gedurende haar laatste levensdagen
bij haar. De Heraklieden doen hetzelfde bij Alkmene,
op het einde van haar leven1). Dat de aanhangers van
Herakles en van Christus respectievelijk naar hun godde-
lijken held Heraklieden en Christenen heeten, mag ook nog
worden vermeld.
Ik wil nog een enkele parallel aan PFISTER’S lijst toe-
voegen. In Euripides’ Razenden Herakles wordt van den
held gezegd: „Hij maakte de zee stil en effende de baan
voor de roeispanen der menschen“2). Het herinnert ons
aan Christus’ stilling van den storm op zee: ,,er kwam een
groote stilte“3); zelfs in het woord galene = „effen zee-
spiegel“ stemmen zij overeen.
Voor de liefhebbers; dit is gekopieerd uit het volgende stuk;
http://www.radikalkritik.de/Hercules.pdf
Tjeerdo.
NB. Wat is de bedoeling van dit stuk. Laat ik enkele vragen stellen.
1. Wie was de grondlegger van het christendom?
2. Wat vinden jullie over het algemeen van de persoon Paulus?