Berichtdoor Boekenlezer » 10 feb 2005 15:20
Bijbelvertaling 6
T.L. Bruinius
12 jan 2005; jaargang 15 nummer 1
In ons vorige artikel over Bijbelvertaling hebben we laten zien dat de keuze voor beperkte concordantie bij het uitgeven van de NBV leidt tot verlies van grondmotieven in de Bijbel. Als voorbeeld gebruikten we het motief van de vreemdelingschap. Het verlies van dergelijke grondmotieven is een ernstige verarming.
We vervolgen nu onze bespreking van de NBV en we willen vandaag het een en ander zeggen over de vertaling van de naam van onze Here..
De naam van onze Here
Onze God heeft zich in zijn Woord als onze Here met verschillende namen geopenbaard. Elke naam heeft zijn eigen plaats en betekenis. In de SV en in de NV1951 hebben de vertalers er voor gezorgd dat het verschil in de namen van God in de tekst zichtbaar is. Er is ook gekozen voor een eerbiedige weergave. In de NBV ligt dat wat anders.
In de grondtekst van de Bijbel, in het Hebreeuws en het Grieks, komen we vier namen tegen voor de Here. De Here laat zich nog op veel meer manieren aanspreken: Vader, Here der Heerscharen, Almachtige, Allerhoogste, Heilige Israëls, Koning, Richter der aarde, Rots. En er zijn er nog wel meer.
Maar als we het hebben over de naam van de Here, dan bedoelen we die woorden, die in onze Nederlandse Bijbel vertaald zijn met “Here” of “HERE”, of, in de SV, als “HEERE”. In het Oude Testament, geschreven in het hebreeuws, komen we de volgende namen tegen: Jahwe, Adonai, Elohim. In het Nieuwe Testament wordt het Griekse woord Kurios gebruikt.
Jahwe
Jahwe ( meestal uitgesproken als [jawee]) is die machtige naam waarmee de Here zich aan zijn volk heeft bekend gemaakt als de God van het Verbond. In de SV wordt die naam Jahwe aangegeven met allemaal grote hoofdletters: HEERE. In de NV1951 met een grote beginhoofdletter en verder kleinere hoofdletters: HERE. Daarmee wordt in de tekst van de Bijbel duidelijk gemaakt dat het hier gaat om die prachtige naam Jahwe. In de kanttekeningen van de SV wordt dat ook nog eens uitdrukkelijk aangegeven.
We vinden in de Bijbel die naam voor het eerst in Genesis 2: 4:
“Ten tijde dat de HERE God aarde en hemel maakte, ….”
Jahweh is de naam van de grote Schepper van alle dingen. De almachtige en souvereine heer van al het geschapene. Het is de naam van de trouwe God van het Verbond:
“De HERE nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land dat Ik u wijzen zal; Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn.” (Gen. 12: 1).
En in Genesis 15, het hoofdstuk over de verbondssluiting van de Here met Abram, o.a. in vers 7:
“Ik ben de HERE, die u uit Ur der Chaldeeën heb geleid om u dit land in bezit te geven.”
Jahweh betekent letterlijk zoiets als “Hij is”. Als de HERE tot Mozes spreekt in de woestijn bij de brandende braamstruik, en Mozes vraagt: HERE, maar wat moet ik zeggen als ze naar uw naam vragen, dan zegt de HERE: “Ik ben, die Ik ben”. (Exodus 3: 14). Dat Woord van de Here zelf wijst ook naar die naam Jahwe. Het is eigenlijk hetzelfde. Hij is! Onze HERE is de Eeuwige, de Onveranderlijke, zonder begin en zonder einde. Hij is de trouwe God, die zijn Woord houdt, belofte en eis, altijd volkomen dezelfde, betrouwbaar en waarachtig. Hij is de Schepper, de grote Koning van Hemel en aarde, die recht heeft op al het geschapene, op alle mensen ook. Hij is de Almachtige, tegen wie geen mens en geen menselijke machthebber iets kan beginnen. Hij ìs, zijn raad zal volkomen ten uitvoer worden gebracht. Jahweh, HERE, is zo de verbòndsnaam van onze God. Een rijke naam. Een naam vol bemoediging en troost voor de kinderen van de HERE. Maar ook een naam vol waarschuwing en dreiging. Voor ieder die Hem ongehoorzaam is en tegen Hem opstaat. Voor ieder veranderlijk en ontrouw mensenkind die het Verbond verbreekt. Een naam ook vol belofte en zicht op de toekomst. Hij is! Hij laat nooit varen de werken die zijn hand begon.
Soms komen we die naam tegen als een deel van de naam van een persoon in de Bijbel. Bijvoorbeeld in de naam van Elia: Mijn God (El) is Jahwe. Of in Jedidja, een andere naam voor Salomo (2 Sam. 12): Bemind door Jahweh.
Adonai
Deze naam, Adonai, wordt in de SV en in de NV1951 weergegeven als “Here”. Zonder hoofdletters. Je zou ook kunnen zeggen “Mijn Here” of “Mijn Heer”. Het is een eerbiedige naam voor onze God. Eigenlijk wil deze naam zeggen: hij staat boven mij, ver boven mij. Hij is mijn meester en ik ben slechts zijn dienstknecht. In het Oude Testament lezen we die naam veel minder vaak dan Jahwe. We komen hem o.a. tegen als Abram voorbede doet voor Sodom. Dan spreekt hij de HERE verschillende keren aan met de naam “Here”, Adonai. Zo lezen we in Genesis 18: 27:
En Abraham antwoordde: Zie toch, ik heb mij verstout tot de Here te spreken, hoewel ik stof en as ben.”
Abraham geeft eigenlijk hier meteen de betekenis erbij. De mindere spreekt hier zijn God aan als de zoveel Meerdere.
Ook de naam Adonai komt terug in persoonsnamen. Zo draagt één van de zonen van David de naam Adonia. (1kon. 2). In deze naam komt ook de naam van Jahweh weer terug: Mijn Here is Jahwe.
Elohim
De derde naam waarmee de Here wordt genoemd in het Oude Testament is “Elohim”. Elohim hangt samen met het woord “El”. Het wordt steeds vertaald als “God”. Een naam die net als HERE vele honderden keren in het Oude Testament gebruikt wordt. El wil zoiets zeggen als: de eerste, de grootste, de sterkste, de hoogste. Elohim is een “overtreffende trap” (kent u die term nog?) van El. Je zou kunnen zeggen: dé Eerste, dé Sterkste, dé Hoogste, dé Grootste. Met hoofdletters. Kinderen zouden zeggen: de Àllersterkste, de Àllergrootste. Elohim – Almachtige, Sterke, Grote God. Met niemand te vergelijken.
En deze naam van God in het hebreeuws, El of Elohim, kennen we allemaal wel uit andere namen. Bethel: Huis van God. Eleazar: God heeft geholpen. Elia, zoals we boven al zagen: Mijn God is Jahweh. En, omgekeerd, Joël: Jahwe is mijn God.
Kurios
In het Nieuwe Testament wordt als aanduiding van de naam van de Here in het Grieks steeds het woord “Kurios” gebruikt. Ook door de Here Jezus zelf. Naast het Griekse woord voor “God”. Kurios wordt in de SV en de NV1951 vertaald met Here. Net als Adonai. Het heeft ook dezelfde betekenis. Mijn Meester, Mijn Heer, Hij in wiens dienst ik sta. Een paar voorbeelden. In Lucas 6: 46 zegt de Here Jezus:
“Wat noemt gij mij Here Here, en doet niet wat ik zeg?”
En in Mattheüs 22: 37, het gebod van de liefde:
“Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. “
Ook in de brieven wordt de naam Here zo gebruikt, vaak als naam voor de Here Jezus zelf. Jezus Christus is immers zelf God en Here.
“……., Jezus Christus, onze Here ………..” (Rom. 1: 4b).
En, in Efeziërs 4: 1:
“Als gevangene in de Here, vermaan ik u dan te wandelen waardig der roeping, waarmede gij geroepen zijt,………..”
Soms is er verschil tussen de SV en de NV1951. In de SV wordt heel consequent het woord Here (in de oude spelling Heere) gebruikt, in de NV1951, wat minder consequent, af en toe “Heer”. Dat is o.a. het geval in Mattheüs 11: 25:
“Te dien tijde hief Jezus aan en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde,…..”
Door de naam Kurios te vertalen met Here wordt duidelijk gemaakt dat het in dit geval niet zomaar gaat om een heer. Want het woord “heer” wordt wel veel vaker gebruikt. Iedere eigenaar van slaven, iedereen die knechten en dienstmeisjes heeft, iedereen die hoog geplaatst is en gezag heeft, wordt als heer aangesproken. Denkt u maar aan zinsneden als “heer des huizes”, “de heer van de slaven”, slaven, weest uw heren gehoorzaam”. Door Kurios te vertalen met Here wordt het verschil met een gewone heer niet alleen zichtbaar maar ook hóórbaar, bij het voorlezen van de Bijbel.
We concluderen dat de Bijbelvertalers in het verleden met grote eerbied zijn omgegaan met de namen waarmee de Here zichzelf heeft geopenbaard in de Bijbel. Ze hebben zo getrouw mogelijk de verschillen in de grondtekst laten uitkomen in de Nederlandse vertaling. In de SV is dit nog het meest consequent gebeurd maar ook in de NV1951 zijn de verschillen heel goed zichtbaar en hoorbaar.
Nieuwe Bijbelvertaling
Bij het werk aan de NBV werd de weergave van “Jahwe” als en bijzonder probleem ervaren. Zowel in de “Verantwoording”, achter in de NBV, als in “Werk in uitvoering”, een deel- en proef-uitgave van de NBV met een toelichting, wordt er uitgebreid over geschreven. Uiteindelijk heeft men gekozen voor twee vertalingen: “HEER”, met vier kleine hoofdletters om de naam Jahwe weer te geven, en “Heer”, voor Adonai en Kurios. Bij het voorlezen is geen verschil te horen. Alleen nog in de schrijfwijze. Heré en HERÉ, met twee lettergrepen, zijn verdwenen.
Men heeft daar verschillende redenen voor. Maar er is tegelijk ook veel aan te voeren tégen deze keuze.
In de eerste plaats sluit men zo aan, zo wordt gezegd, bij de joodse en christelijke traditie. Maar we moeten dan wel goed beseffen dat men het dan in feite heeft over de Alexandrijnse traditie. Over de traditie die gebruik maakt van de minderheidstekst. De minst betrouwbare tekst.
Een ander argument is dat zo de continuïteit tussen Oude Testament en Nieuwe Testament wordt gewaarborgd. HEER en Heer klinkt hetzelfde. Maar moeten we dan wijzer willen zijn dan God zelf, die zich juist met verschillende namen bekend maakte? Moeten we dan het verschil dat Hij maakte tussen Oude en Nieuwe Testament, voor een groot deel wegpoetsen?
Ook vinden de vertalers het belangrijk dat zo aangesloten wordt bij vertalingen in de landen om ons heen, in het Frans, Duits en Engels. Daar heeft men in de nieuwste vertalingen dezelfde keuze gemaakt. Tja…., die vertalingen berusten ook op dezelfde traditie en lijden onder hetzelfde gebrek aan geloofsvooroordeel.
Als vierde argument wordt gebruikt dat er geen alternatieven zouden zijn. Tenminste, andere vertalingen stuiten op bezwaren bij gebruikersgroepen. (!) Men heeft overwogen om de naam Jahwe gewoon zo neer te schrijven. Dat is al eens eerder in een vertaling gebeurd. Persoonlijk lijkt ons dit op het eerste gezicht een heel bruikbare oplossing, die recht zou doen aan de verbondsnaam van onze God. Maar…. Dit is in strijd met de jóódse traditie! In de joodse traditie mag de naam van Jahwe niet uitgesproken worden. Die naam is te heilig en te groot, zo gelooft men. En de NBV moet een breed gebruik krijgen. Ook Joodse lezers moeten er mee uit de voeten kunnen.
Tenslotte zou het schrijven van de naam Jahwe niet passen in het Nederlands! Het is immers een hebreeuws woord. Maar hier is tegen in gebracht dat het gaat om een eigennaam. En dat een eigennaam ook in het Nederlands best onvertaald mag blijven. Toen president Bill Clinton leiding gaf aan de Verenigde Staten, schreven de Nederlands kranten ook niet over Willem of Wim maar bleef het gewoon Bill.
We menen dat in de NBV bij het vertalen van de namen van God onvoldoende eerbied getoond wordt voor de manier waarop God zelf zich openbaart. Het hedendaagse populaire “Heer” heeft andere vertalingen verdrongen. In niet-behoudende kerkelijke kringen is deze aanspraak al heel lang populair. Het past in het streven om God “dichterbij” te brengen. Om Hem minder te zien als een almachtige God en meer als een oudere broer; iemand die nog wel boven je staat, maar dan meer als een ondersteuner, een helper, iemand ie naast je staat en met je meelijdt. Een eenzijdig beeld van God.
De minderheidstraditie, de heersende trend en de gebruikersgroep zijn hier bepalend. Met recht laat de NBV zich ook hierin kennen als een vertaling voor deze tijd. Met name de rijkdom van de verbóndsnaam is verdwenen. Dat past bij deze tijd, waarin men van Verbond niet meer weten wil. We willen daar graag nog eens de nadruk op leggen. Juist het Verbond, het kader waarin de HERE met zijn volk, met ons, wil omgaan, is zo belangrijk. En juist van dat Verbond, waarin je niet alleen bezig bent met de belofte maar ook onontkoombaar met de eis, juist van het leven in het Verbond wil men af.
Je kunt je afvragen: is dat nu echt zo ernstig? Is het bovenstaande niet wat erg zwaar aangezet? Het verschil is toch zichtbaar gebleven? Er is toch ook in de NBV het gebruik van HEER en Heer? Bijbellezers kunnen zo toch nog steeds zien waar de naam van de Verbondsgod wordt gebruikt?
Ja, misschien is daar wel over te twisten. Taalkundig klopt het misschien ook wel. Maar we menen dat het woord `Heer` toch vlakker en armer is dan `Here` en `HERE`. Heren zijn er zoveel. In allerlei historische romans, in documentaires, toneelstukken en films, wordt de aanspraak `heer` gebruikt. En het zal best wel waar zijn dat 400 jaar geleden Here op de zelfde manier gebruikt werd als nu ons Heer. Maar ook is het waar dat in die 400 jaar in gereformeerd Nederland juist HERE en Here dé aanduidingen, dé namen zijn geweest voor onze Grote `Heer`. Ter eerbiedige onderscheiding van al die gewone heren. We menen dat er onvoldoende goede argumenten gegeven zijn voor de keuze van een andere weergave.
We zijn dan ook van mening dat de weergave van de namen van God in de NVB geen goede zaak is. Het is niet zo dat er nooit iets mag veranderen maar hier is sprake van verarming en vervlakking. De vertaling werkt het niet meer zien van het Verbond in de hand.
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)