Taytelbaum schreef: Inderdaad, men kwam dagelijks samen om brood te breken:En dagelijks eendrachtig in de Tempel volhardende en van huis tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid van de harten (Hand.2:46)
Het was Hnd. 20,7. In Hand. 2,46 gaat het allereerst om de dagelijkse tempelgang. Lukas doet verschillende mededelingen: a. ze volhardden in de dagelijks gang naar de tempel b. ze braken het brood huis voor huis. Dat het in de eerste tijd van de christelijke gemeente zo was dat elke dag aan hun Heer Christus gewijd was, moge een voorbeeld voor ons zijn, maar geeft geen kwalificatie dat de zondag al of niet een aparte dag was, dus dat kun je er ook niet uithalen.Brood was vroeger in Israel het hoofdbestanddeel van een maaltijd. Tevens getuigde het van gemeenschapszin en liefde en gastvrijheid dit te delen. De vroege gemeente brak dan ook dagelijks brood aan de huizen. Let wel, wijn wordt dan niet genoemd. In de Joodse gemeenschap is motsi maken (brood met elkaar breken) nog steeds gemeengoed.
Sinds wanneer is dit een joodse gewoonte? De kwalificaties die bij de broodmaaltijd horen passen prima bij de maaltijd van de Heer. Dat wijn niet wordt genoemd, vind ik niet zo'n probleem: deze uitdrukking wordt door Lukas vaak in liturgische context (!) gebezigd. Paulus in 1 Kor. 10,16 gebruikt deze termen expliciet voor de maaltijd van de Heer. Dat dan de wijn niet wordt genoemd, komt denk ik omdat 'brood breken' het wijndrinken impliceert: wij zeggen toch ook 'broodmaaltijd' zonder dat we daarmee bedoelen dat er niets te drinken is. Bovendien moeten we erop letten dat de maaltijd van de Heer niet echt als een heel speciaal iets moeten zien (zoals in de christelijke kerken vaak het geval is, los van een normale maaltijd), maar meer een gewone broodmaaltijd met een liturgisch (herdenkend) karakter, waarbij het liturgische element overloopt in een normale maaltijd.Hand.20:7), wijst hier dus niet op een vast staande gewoonte om op de 1e te vergaderen, maar op de gewoonte om bijeen te komen om brood te breken; die dag dat Paulos kwam de eerste dag van de week zijnde.
Lukas noemt hier dit niet expliciet als een vaststaande gewoonte, maar feit is dat het wel genoemd staat. Nooit staat er ergens expliciet dat men op de tweede dag of de derde dag samenkwam, maar wel dat men op de eerste dag samenkwam. Dit, gecombineerd met de speciale positie van de eerste dag der week in het NT, lijkt mij een vaste grond om te beweren dat de eerste dag der week een speciale dag was.Precies, maar dat zegt niets over de (liturgische )samenkomsten, evenals Barnabas.Maar vermaant elkaar elke dag, zolang als het heden genoemd wordt, ... (Hebr.3:13)Maar waarom op de eerste dag van de week? Bovendien gaat het niet om de particulariteit, maar par' heautooi betekent meer: naast jezelf. Ofwel: iets opzij leggen. Dat sluit een relatie met de samenkomst niet uit.Dit zegt dus niets over samenkomen; er staat juist letterlijk vertaald: Laat op elke eerste van de week een ieder van u, [iets]bij zichzelf leggen. Bij zichzelf slaat dus op prive en heeft niets met samenkomen te maken. Zoiets heet sparen, dacht ik.fraternoster schreef:1 Kor 16,2: 'laat ieder van u elke eerste dag van de week naar vermogen iets opzij leggen. Dan hoeft er bij mijn komst geen geld meer te worden ingezameld.
Bovendien betekent 'dag van de Heer' in Didachê XIV van rond 100 n.C. zeker de dag van samenkomst van de christelijke gemeente: "Elke dag van de Heer (kuriakên(!)) die aan de Heer toebehoort, moeten jullie samenkomen en het brood breken en dankzegging geven (...)"Waaruit blijkt dat dan? Dan wil ik feitenmateriaal zien. Wat ik hierboven uit een zeer vroege christelijke bron haalde, lijkt dit tegen te spreken.Raptor schreef:Het is een historisch feit, dat de eerste christenen ruim 300 jaar lang de Shabat vierden (dus óók niet-joden).
Ot-ische profetiën gebruiken natuurlijk een OT-isch beeldpalet. Mijns inziens kun je je daar niet op baseren om de sabbat als verplicht voor heidenen in te voeren.
Ik heb al gezegd dat de politiek van Constantijn niet echt pro-joods was. Maar daaruit kan ik niet concluderen dat de sabbat nog steeds door heidenchristenen werd gehouden.
Kol. 2,16: Schaduw is in het OT ook soms negatief: wat dacht je van de 'schaduw des doods'? Dat de interpretatie van Paulus' woorden is beïnvloed door Plato, kan kloppen, maar ik denk dat er best veel overeenkomsten zijn tussen de grotgelijkenis en de heilsgeschiedenis. Dus zo'n ramp is dat nou ook weer niet. In Het Boek gaat het wel erg ver, maar jij laat weg dat er een duidelijke tegenstelling is tussen de schaduwen en het lichaam van Christus. Met de wordt duidelijk de realiteit aangegeven en ik vind de NBV (de werkelijkheid is Christus) dan ook best goed.De misvatting zou nu kunnen ontstaan dat dit op zondagochtend was, maar het vervolg van het verhaal wijst uit, dat deze samenkomst ‘s avonds plaatsvond. Omdat Sha’ul de volgende dag (dag in de zin van ‘overdag’, dus zondagochtend) van plan was te ver-trekken, zette hij zijn toespraak voort tot middernacht (Hand. 20:7b). Ter meerdere sfeertekening van het nachtelijke karakter van de bijeenkomst worden de lampen in de bovenzaal vermeld (Hand. 20:8).
Lukas volgt de Romeinse dagtelling, want anders had hij wel gepreciseerd nu hij voor een merendeel niet-joods publiek schrijft. De bijeenkomst vond plaats 's avonds, omdat het blijkbaar een gewone werkdag was.
Zoals je wschl. merkt ben ik niet overtuigd dat de heidenchristenen de sabbat vierden.