
Mijn gedachten over dit onderwerp zijn iets verder gegaan. Ik moest denken aan een paar teksten. Nee, een dogmatiek heb ik er nog niet voor opengeslagen, maar zo zie je maar dat het belangrijkste toch is om je Bijbel goed te kennen. Dan kom je al een heel eind. De dogmatiek is per slot van rekening afgeleid uit de Bijbel, wat aangeeft dat die secundair voort moet komen uit de primaire bron: de Bijbel. Oude en Nieuwe Testament zijn dus de belangrijkste vakgebieden van de theologie. (Oude en Nieuwe Testament: zo mag je dat eigenlijk niet noemen van dr. H.F. Kohlbrugge, omdat het berust op een foutieve interpretatie van II Kor. 3, en er allerlei verkeerde gedachten uit voortkomen. Zie zijn Waartoe het Oude Testament daarover, op blz. 18-21.)
Maar goed, terzake: ik moest denken aan de teksten die spreken over de ruach Elohim, d.i. de Geest van God, zoals bijvoorbeeld Genesis 1:2 en 6:3. In Genesis 1:2 wordt de Geest van God genoemd die over de wateren zweefde: ...we ruach Elohim merachefet al-pene hammajim, erg letterlijk vertaald: ...en de Geest van God zwevende op het aangezicht van de wateren. En Genesis 6:3: Wajjomer JHWH lo-jadon ruchi baadam leolam..., wat je kunt vertalen in de vertaling zoals ik de woorden heb geleerd bij mijn cursus: En Jahweh zei: Mijn Geest zal niet voor eeuwig in de mens richten... (De exacte betekenis van jadon is onduidelijk volgens de Studiebijbel van CvB. Andere vertalingen hebben: blijven.)
Het lijkt mij duidelijk uit deze teksten dat de Geest onlosmakelijk verbonden is aan God. Over de eenheid van de Vader en de Zoon zoals Johannes 10:30 daarover spreekt, hebben we het al gehad. (En vergeet daarbij niet aan Deuteronomium 6:4 te denken!) Zo heb je de Heilige Drieëenheid, zoals ze dat in de oosterse kerk uitdrukken.
Die term wordt in de Bijbel inderdaad niet gebruikt. Maar dr. J. van Genderen zei dat de Bijbel toch wel zo spreekt, ook al is het dan wat minder direct. En inderdaad, dat klopt naar mijn oordeel wel.
Ik heb ooit eens een prikkelende stelling bedacht, n.a.v. Openbaring 3:1, waar gesproken wordt over de 7 Geesten van God:
Moeten we niet minstens over een zeveneenheid spreken, waarschijnlijk een negeneenheid als je daar de Vader en de Zoon bij optelt?
Daar teken ik overigens wel bij aan dat getallen in de Bijbel nogal eens metaforisch bedoeld zijn, en dus lang niet altijd letterlijk opgevat moeten worden. Zo staat het getal 7 voor volheid in het Hebreeuwse denken.