jas schreef: De toerekening van de rechtvaardigmaking gebeurt door het geloof. Het geloof kan nooit de grond zijn voor onze rechtvaardigmaking.
Dat klopt.
Ik kan nl. pas geloven dat ik vrijgesproken ben, als ik het vonnis gehoord heb.
Dat is de bewustwording ervan misschien? Maar als je door het geloof gerechtvaardigd wordt, kun je niet gerechtvaardigd worden zonder geloof. Dat lijkt me logisch.
Verder ben ik hier niet met een taalcursus bezig maar met een belangrijk geloofsonderwerp.
Idd, maar het is altijd belangrijk om ook de bijbel weer eens ter hand te nemen.

En die dan eens héél goed te lezen.
Mijns inziens kun je niet zomaar een tekst van Paulus pakken uit de NBV en zeggen dat die fout vertaald is omdat het niet past in wat je verder van Paulus weet. Het is altijd belangrijk om de context en de redeneringen van de vertalers zo ver mogelijk 'mee te maken' en dan pas je kritiek te formuleren. Het is zeker zo dat het geloof niet de grond is van de rechtvaardigmaking. Maar nu zegt Paulus in Rom 5,1 dat je gerechtvaardigd wordt
uit het geloof. Dit is niet af te doen met de opmerking dat het niet om de taal gaat, het gaat er wel degelijk om wat Paulus precies zegt: en dat lijkt in tegenspraak te zijn met wat hij elders zegt. In deze context gaat het er bij Paulus niet om om de grond van de rechtvaardigmaking duidelijk te maken, maar de tegenstelling met de rechtvaardiging
uit de werken. Paulus gebruikt in Rom 4,2 en 5,1 met opzet dezelfde formulering. 4,2 is vertaald met 'op grond van zijn daden', dus moet de NBV ook vertalen met 'op grond van het geloof' in 5,1. Dit is niet verontrustend als je het ziet in de zojuist geschetste problematiek van deze hoofdstukken, wel als je het als enige tekst uit het hoofdstuk haalt.
Overigens denk ik dat ik zelf niet zo snel zou kiezen voor de vertaling 'op grond van', maar eerder 'afkomstig uit' of 'voortvloeiend uit'. Ook Ursinus noemt het geloof de oorzaak van de rechtvaardiging (Schatboek bij Zondag 7).