jas schreef: Nee het is er niet achtergezet. Het staat ook echt in het handschrift wat voor de SV gebruikt is. Tegenwoordig gebruikt men liever andere handschriften. Die vindt men betrouwbaarder. Wat me telkens opvalt is dat met die toenemende 'betrouwbaarheid' de verheerlijking die God toekomt afneemt. Dat was in het onze Vader, maar vergelijk ook voor de aardigheid eens 1 Petr. 5:11.
Dat de verheerlijking van God afneemt, is geen argument, omdat de basis van die verheerlijking het aan ons overgeleverde handschriftenbestand van de Bijbel is. Dus als er een bep. gedeelte/woord naar alle waarschijnlijkheid niet in het oorspronkelijke bijbelboek staat, hebben we geen grond om op dat punt in de tekst God te verheerlijken, omdat het er simpelweg niet staat.
Het woordje 'amen' staat niet altijd even vast, zoals ik al zei. Maar bij vele NT-ische bijbelboeken heeft het wel sterke getuigen. Als ik een vertaling zou maken, zou ik het er dus wel meestal bij schrijven.
Als je een bepaald handschrift wilt verdedigen, moet je daar argumenten voor aandragen die aantonen dat dat handschrift in de tekstgeschiedenis heel belangrijk is en dat deze een betere tekst bevat dan andere handschriften. Andere argumenten zijn lariekoek.
Wat betreft 1 P. 5,11: de lezing zoals de NBV die volgt is korter en verrassender en passender in de context, en dus waarschijnlijker. De toevoeging 'de heerlijkheid' is naar analogie van 1 P. 4,11, waar het beter in de context past en dus waarschijnlijker is. Door 'de heerlijkheid' uit enkele handschriften van 1 Petr. 5,11 te schrappen, houdt je een betere tekst over en gaat er niets verloren, omdat de door jou geliefde woorden al in 1 P. 4,11 staan.