Ik denk samenvattend dat er geen uitspraken te doen zijn of dat jonggestorven kinderen zalig zijn of niet. Ik weet wat de lijn van de belijdenisgeschriften is, maar die lijkt mij in dezen niet rechtstreeks gegrond op de Bijbel.
In de Bijbel zie je dat zeer sterk de nadruk op persoonlijke bekering gelegd word. Dat begint met de wetgeving in Deuteronomium:
Deuteronomium 24 16 De vaders zullen niet gedood worden voor de kinderen, en de kinderen zullen niet gedood worden voor de vaders; een ieder zal om zijn zonde gedood worden.
Vervolgens word van koning Amazia gemeld dat hij zich daaraan hield:
2 Koningen 14:
Doch de kinderen der doodslagers doodde hij niet; gelijk geschreven is in het wetboek van Mozes, waar de HEERE geboden heeft, zeggende: De vaders zullen voor de kinderen niet gedood worden, en de kinderen zullen voor de vaders niet gedood worden; maar een ieder zal om zijn eigen zonde sterven
Jeremia zegt het volgende (in afkeurende zin):
Jeremia 231:29 In die dagen zullen zij niet meer zeggen: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en der kinderen tanden zijn stomp geworden.
30 Maar een iegelijk zal om zijn ongerechtigheid sterven; een ieder mens, die de onrijpe druiven eet, zijn tanden zullen stomp worden.
Ezechiel gaat er ook op in, en wijdt er zelfs een heel hoofdstuk aan. Hij verwerpt weer duidelijk dat kinderen de zonde van hun ouders aangerekend zou worden en ziet dat als iets goddeloos:
Ezechiel 18:2 Wat is ulieden, dat gij dit spreekwoord gebruikt van het land Israels, zeggende: De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, en de tanden der kinderen zijn stomp geworden?
3 Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo het ulieden meer gebeuren zal, dit spreekwoord in Israel te gebruiken!
Vervolgens gaat hij een aantal situaties beschrijven, van goddeloze ouders met rechtvaardige kinderen en rechtvaardige ouders met goddeloze kinderen. Zijn conclusie is steeds: ieder wordt voor zijn persoonlijk zonde gestraft. Er is geen overerving.
In Galaten 6 word er nog kort op teruggekomen:
4 Maar een iegelijk beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen.
5 Want een iegelijk zal zijn eigen pak dragen
Op basis hiervan concludeer ik dat je niet MAG stellen dat kinderen van goddeloze ouders verloren zijn of kinderen van bekeerde ouders zalig. Wat er dan wel met deze kinderen gebeurt staat niet in de Bijbel; dat weten we dus niet.
Op basis van deze onderbouwing kun je verder concluderen dat het concept van erfzonde, zoals dat in de gereformeerde gezindte uitgelegd wordt (je bent al verloren als je geboren wordt) niet juist kan zijn. Want strijdig met de belofte dat kinderen de zonden van hun ouders niet aangerekend worden.