Berichtdoor SDG » 12 nov 2004 11:29
Artikel uit De Twentsche Courant Tubantia van 10-11-2004
Twentse bijbelvertaling voltooid
Anne van der Meiden heeft de vertaling van de bijbel in de Twentse taal afgerond. Volgende week verschijnt het vijfde en laatste deel. Dertien jaar heeft hij aan de dialectvertalingen gewerkt. Vijf delen in totaal leverde dat op, twee over het Nieuwe, drie over het Oude Testament. De parallel met de nieuwe Nederlandse bijbelvertaling dringt zich op. Beide immers zijn bedoeld om Het Woord dichter bij de mensen te brengen.
Laatste deel met vijftien boeken uit Oude Testament
iej doot ?t noe in ?t dik?, zegt Anne van der Meiden en hij legt zijn hand op de stapel van 634 Twentstalige bijbelpagina?s. Een dubbeldik nummer, deze laatste editie van de bijbel in het Twents dialect. Overmorgen ligt hij er, met vijftien boeken uit het Oude Testament: Jozua, Rechters, 1 en 2 Könninge, Job, Sprökke, ?t Hoogleed, Jesaja, Daniël, Joel, Obadja, Micha, Nahum, Habakuk en Sefanja.
Allemaal rechtstreeks vanuit het Hebreeuws omgezet in keurig en toegankelijk gespeld Twents, de taal die de doorsnee-Twentenaar spreekt en aanspreekt en daardoor de boodschap beter overbrengt dan de vaak plechtstatige en hoogdravende zinnen uit vroegere Nederlandse vertalingen dat doen. En daar was het allemaal om begonnen. ?Inderdaad?, constateert Van der Meiden tevreden, ?hetzelfde uitgangspunt als bij de nieuwe Nederlandse bijbelvertaling: Het Woord dichter bij de mensen brengen. Wij hebben de nieuwe bijbelvertaling er niet bij gehad. Maar het is leuk te constateren dat we wel bij dezelfde dingen uitkomen. In de Nederlandse vertaling zijn ouderwetse formuleringen als ?Gij zult...? verdwenen. Wij hebben dat van meet af aan gedaan. ?Gij zult niet doden? is in het Twents vertaald als ?Doodhouwen, dat doo-j nich?.
Het Twents dialect bleef fier overeind in de confrontatie met de bijbelteksten. Sterker, het bleek zich juist uitstekend te lenen voor een begrijpelijke weergave van de eeuwenoude verhalen. Vooral vanwege zijn eigenschap er bondig en trefzeker in te kunnen formuleren, maar zeker ook omdat je er uitspraken in kunt doen die in het Nederlands vreemd ogen, maar wel veel beter overeenkomen met wat er werkelijk in het Hebreeuws staat. ?Het Hebreeuws? zegt Van der Meiden, ?is een hele gewone, absoluut niet heilige taal. Wat er in die taal staat, moet je in de vertaling niet schuwen. Je moet natuurlijk voorkomen te plat te worden, geen boerenbruiloftsplat schrijven, maar dat is ook helemaal niet nodig. We hebben nooit om een woord verlegen gezeten. Je kunt alledaagse Twentse begrippen en uitdrukkingen gebruiken en de dingen net iets anders zeggen dan in het Nederlands, zonder ordinair te zijn.?
Hij heeft er leuke voorbeelden van. In een van de Oud-Testamentische verhalen moet een bijbelse koning plassen. De statenbijbel vertaalde dat heel omzichtig met ?hij bedekte zijn voeten?, om aan te geven dat hij zijn kleed naar beneden liet zakken. In het Twents kon de vertaler dat heel normaal omschrijven als: hij ging ?oet de bokse?.
Net zoals ?zee zit nich op het luie gat? een hele normale Twentse uitdrukking is voor een niet-luie vrouw. En zo staat het er dan ook.
Alleen al aan het vrijdag te presenteren deel heeft hij drie jaar gewerkt. Het hele project heeft hem dertien jaar lang beziggehouden. Hij besteedde er gemiddeld vijftien uur per week aan. Gesteund door een begeleidingsgroep van theologisch en taalkundig geschoolden. Over de hele periode gerekend deden twaalf personen mee. Ze bogen zich in zestig sessies kritisch over de door de Nijverdalse hoogleraar-predikant bedachte Twentse termen. Van der Meiden bewaart goede herinneringen aan de creatieve en consciëntieuze opstelling van de groep. ?Herman Finkers zat er bijvoorbeeld ook bij. Hij had af en toe prachtige taalvondsten. Maar soms moesten de Hebreeuws-kenners hem wel eens ernstig aankijken en zeggen: heel erg mooi, maar het Hebreeuws staat het niet toe.?
Ook het Twentse volk heeft inbreng in de vertaling gehad. Voorafgaand aan het eerste boek publiceerde deze krant enkele fragmenten en zond Radio Oost enkele teksten uit, met het verzoek om suggesties uit het veld. Vijftig tot vijfenzeventig van de door het publiek aangereikte voorstellen hebben volgens Van der Meiden de vertaling gehaald.
Vijf Twentse bijbelboeken leverden alle inspanningen op. Twee delen van het Nieuwe Testament, drie delen over het Oude. Het Nieuwe Testament vertaalde hij geheel, van de negenendertig boeken uit het Oude Testament kregen er vierentwintig een Twentse versie.
Tachtig procent van de hele bijbel is zo in de Twentse taal beschikbaar. En daar blijft het bij. Wat er nu ligt komt overeen met wat de mensen lezenswaardig vinden. ?Je zou? zegt Van der Meiden, ?natuurlijk uit een oogpunt van volledigheid alles kunnen aanpakken. Maar de resterende teksten zijn saai, bestaan slechts uit opsommingen of leveren onoverkomelijke vertaalprobleem op. De lijst met reine en onreine dieren in Leviticus bijvoorbeeld, daar zijn in veel gevallen gewoon geen Twentse equivalenten voor.?
Daar kwam bij dat fysieke ongemakken de vertaler steeds meer zijn gaan hinderen. Vooral zijn ogen lieten het gaandeweg afweten. ?Van één oog heb ik al heel lang last, maar het laatste half jaar is het andere ook achteruitgegaan. Met brillenglazen van plus zes of een grote loupe kon ik de Hebreeuwse teksten nog net lezen. Maar nooit langer dan een half uur achtereen. Vergeet niet, je moet wel twaalf verschillende vertalingen bekijken, allemaal met een ander lettertype. Daar word je helemaal tureluurs van.?
Achter de omzettingen in het Twents mag hij dan een punt hebben gezet, het afkicken van het vertaalwerk kan geleidelijk gaan. Want hij gaat nog werken aan een bescheiden revisie van de vertaling van het Nieuwe Testament. Er komt op termijn een soort van herziene herdruk. Sedert 1996, toen het eerste deel verscheen, zijn inzichten veranderd en zijn er enkele zinvolle aanbevelingen gekomen voor aanpassingen van het taalgebruik. ?Twents is een levende taal, het is goed met frisse ogen nog eens naar sommige woorden te kijken. We gaan er nog eens met de stofkam doorheen.? Eén van de te vervangen woorden zou de ?herberg? kunnen zijn, die ook in de nieuwe Nederlandse vertaling verdwenen is. ?Indertijd hebben we er al over gedubd of we voor herberg niet beter het woord ?schöppe? konden gebruiken. In het Nieuw Testamentisch Grieks staat er namelijk een woord dat het best te omschrijven is als ?afdak?.?
Na dertien jaar is er een last van hem afgevallen, zegt hij, hoewel echte problemen zich nauwelijks hebben voorgedaan. Theologische al helemaal niet, als hij iets als een probleem zou moeten aanduiden is het de verdeeldheid in Twente over de spelling van het dialect. Van der Meiden heeft een soort van gemiddeld Twents geconstrueerd en dat grotendeels in de schriefwieze van de Kreenk vuur de Twentse Sproak opgeschreven. Maar hij laat terloops weten voorstander te zijn van één spelling voor het hele Nedersaksisch taalgebied. ?Schuif die onenigheid over -oa en -ao toch aan de kant.?
Hij erkent zich gedurende de voorbije dertien jaar wel eens te hebben afgevraagd : waar ben ik aan begonnen? Vooral toen het Nieuwe Testament klaar was en het stichtingsbestuur opperde om ook het Oude Testament in het Twents te vertalen. Een enorme berg werk doemde op, een overschakeling van het Grieks naar het Hebreeuws, andere samenstelling van de begeleidingsgroep. Maar het kwam er toch van. ?Ik had met mijn aanvankelijke bedenkingen in elk geval wat Twentse katholieken mee?, zegt hij. ?Want die hebben me wel eens gekscherend voorgehouden: ?Wat doo-j toch te leazen in dee oalde jödden-beuk?? Nou ja, ik heb maar gezegd dat wij protestanten daar heel anders over denken.?
Uiteindelijk blikt hij tevreden en verheugd terug op het resultaat. Een beetje trots ook. Omdat de Twentse bijbel zijn weg heeft gevonden naar de vele dialectdiensten en omdat enkele vertalingen zo goed gelukt zijn. ?Uit de Godsnaam zijn we mooi uitgekomen, met HEE-God?, zegt hij. ?En we hebben een waardig alternatief gevonden voor de eerste woorden van de bijbel. ?In den beginne? is in het Twents ?veurtieds? geworden. Prachtig.?
Indien het mogelijk ware, bijna nog mooier dan de oorspronkelijke bijbeltekst, hoor je hem denken.
?Het laatste deel van de Twentse bijbel beleeft komende vrijdag, 12 november, om 15 uur zijn presentatie in de Lasonderkerk aan de Lasondersingel 102 in Enschede. Iedereen is bij die bijeenkomst welkom. Na afloop is er een receptie in het tegenover gelegen Rijksmuseum Twenthe. Daar is tevens een educatieve expositie ingericht over ?Deugden in de Middeleeuwse kunst?. De ?Biebel in de Twentse sproak, Oale Testament/3? is een uitgave van de Stichting Twentse Bijbelvertaling en Uitgeverij Van de Berg in Almere/Enschede. De prijs is 22,50 euro. ISBN 90-5512-200-9.
~~Soli Deo Gloria~~