Berichtdoor Optimatus » 02 nov 2004 15:59
Vrijheid van meningsuiting (Artikel 7 Grondwet)
1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending.
3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorafgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
4. De voorafgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame (en dan een rijtje verwijzingen die ik jullie zal besparen)
Moord (Artikel 286, 2e wetboek van Strafrecht)
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan moord, gestraft met een levenslange gevangenisstraf of tijdelijk van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie (met weer een rijtje verwijzingen)
Belediging (Artikel 261 en 262, 2e wetboek van Strafrecht)
Artikel 261:
1. Hij die opzettelijk iemands eer of goede naam aanrandt, door telastlegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, wordt als schuldig aan smaad, gestraft met gevagenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
2. Indien dit geschiedt door middel van geschriften of afbeeldingen, verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen, of door geschriften waarvan de inhoud openlijk ten gehore gebracht, wordt de dader, als schuldig aan smaadschrift, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
3. Noch smaad, noch smaadschrift bestaat voor zover de dader heeft gehandeld tot noodzakelijke verdediging, of te goeder trouw heeft kunnen aanemen dat het te last gelegde waar was en dat het algemeen belang de telastlegging eiste.
Artikel 262:
1. Hij die het misdrijf van smaad of smaadschrift pleegt, wetende dat het te last gelegde feit in strijd met de waarheid is, wordt als schuldig aan laster, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2. (ontzettingsregel)
Ceterum censeo imperium putinis delendum esse.