Optimatus schreef:Goed, de toon die Jas inzet klinkt mij als een cornet in een Geref. Bondsgemeente: die kunnen niet zingen.
Maar de boodschap is helder: Christus is gestorven, Christus is verrezen, Christus zal wederkomen. Dat Keizer Constantijn de Grote enkele synagogen sloot, kan ik me voorstellen. Immers, wat brengt het jodendom nog als Christus, Jezus, de Zoon van God, reeds gekomen is om de zonden der wereld te dragen?
Agnus Dei, Qui tollis peccata mundi.
Miserere nobis.
Ah deheilige Roomse taal. Persoonlijk hou ik meer van Hebreeuws.
Er word hier zo gegoochelt met geschiedkundige getallen!
Niet Constatijn de Grote (306-313; maakte het Christendom in 313 tot staatsgodsdienst), maar Justianius (527-565) sloot de synagogen 535. Hij had besloten de Joden onder een noemer met de heidenen en ketters. Vele synagogen (er was in de 4e en 5e eeuw een forse groei geweest van synagogen in Galilea en op de Golanhoogte) werden gesloten of in katholieke kerken veranderd. De druk werd in de praktijk echter niet zo opgevoerd op de Joden als op de andere groepen.
Het gaat dus niet om enkele synagogen, maar de verdraagzaamheid, Optimatus. Dat Optimatus zich dat wel kan voorstellen dat dit gedaan werd door wie om het even, vindt ik bedenkelijk, het was, lijkt mij, nimmer de hoop van Jesjoea, die de synagoge gewoon bezocht.
Nu, jas, blijf ik bijzonder benieuwd naar dat oeroude geschrift van je. T.n.t. heb ik je alleen dat reisverslag van Egeria, die van 383 tot 386 in Jeruzalem verbleef. Wat mij betreft een vrij late bron voor kerkgeschiedenis, sedert er al verscheiden ingrijpende concilies waren geweest.
De enige oudere bron (Geschiedenis van de Kerk) die we hebben voor de dateringen van de vestigingen van de oude gemeenschappen der gelovigen en hun leiders, zijn die van Eusebius (260-341). Aangaande de situatie van die gemeenten, steunde hij het meest op een 5 delig, helaas nu verloren gegaan werk over de kerkgeschiedenis (geschreven tussen 165-175) van een Joodse schrijver, die in Jesjoea geloofde: Hegesipos. Deze Hegesipos meldt dat nadat de apostelen waren verdwenen (gestorven of erg oud), de gemeente, die tot dan toe al een maagd was geweest, viel uiteen door sekten, valse messiassen, valse profeten, valse apostelen, corrumperende de leer.
Waar is dan dat heilige geschrift, jas, met zijn oude onveranderde liturgie? Jeruzalem was al sedert 135 volkommen ‘Judenrein’ gemaakt door de Romeinen, dus ook de oorspronkelijke Joodse leerlingen van Jesjoea of de hen opgevolgde generaties waren verdwenen. De stad was geheel omgeturnt in een totaal Romeinse, veel monumenten bedekt met ophogingen, de nieuwe Romeinse gebouwen ondersteunend. Veel wat herinnerde aan de Joodse stad was overdekt en/of vernietigd. Christenen waren er mondjesmaat, ook zij waren in die tijd nog niet erg Rooms geaccepteerd. De kerk die Egeria bezocht was door Constatijn neergezet. Het is raden naar hoe oorspronkelijk de liturgie was. Tuurlijk zijn de verschillende kerkgemeenschappen van zeer oude oorsprong, maar of de gehele leer en liturgie nog oorspronkelijk is? Zij beweren dit natuurlijk allemaal, maar de verschillen zijn beduidend, denk ik zo, en ook de overeenkomsten zijn bedenkelijk (plaats van Maria bijv.). Met het oog op Hegesipos’ getuigenis is het zeer de vraag hoe zuiver de leren inderdaad zijn gebleven.
Oh ja, wie zegt dat ik nog nooit wat bestudeert heb jas? of een ander? Ken jij mijn bibliotheek of de bibliotheek van mijn stad?
Sam