Maar je leest toch nergens in de gelijkenis dat de zoon op een gegeven moment gestorven is, wederlevend geworden is en vervolgens naar de vader gegaan is? Ik denk dat we het woord 'dood' hier toch echt in relationele betekenis moeten lezen en dat die opvatting ook bijbels is. We moeten ook inzien dat het de schuld is van de zoon dat de relatie tussen hem en zijn Vader verbroken is. De zoon gaat weg, hij neemt de erfenis mee en verbreekt daarmee de relatie met zijn Vader. Eigenlijk beschouwd de zoon de vader als dood. Hij wil niets meer met zijn vader te maken hebben. De scheiding die op deze manier ontstaat noem ik de 'relationele' of 'geestelijke' dood van de zoon (de zondaar).
Een ander punt wat ik wil maken is dat jij wel erg veel de nadruk legt op de passiviteit van de mens, de afwachtende houding zo komt het in ieder geval wel over door de manier waarop je je standpunten verwoordt. Ik denk dat wanneer je als mens iets van de scheiding tussen God en jezelf gaat voelen dat dat het werk van de Heilige Geest is, vanuit jezelf voel je die scheiding namelijk niet. Dus als je iets daarvan voelt, als je voelt ik moet terug naar God dan kun je ervan uitgaan dat de Heilige Geest met je begonnen is. Je zult dat misschien niet eens ervaren dat dat de Geest is net zo min als je soms je eigen gedachten niet eens kunt onderscheiden van de influisteringen van de satan. Laat ik een voorbeeld geven: toen de discipelen op de pinksterdag spraken in vreemde talen kwam dat duidelijk door de Geest, maar het was toch echt zo dat de discipelen met hun eigen mond spraken. Je zou dus kunnen zeggen als je naar de Vader toe gaat doe je dat door je eigen gebed, maar de Geest komt je te hulp en bidt voor je tot God met onuitsprekelijke verzuchtingen zonder dat je het als het ware zelf merkt. Je mag die activiteit daarom niet aan jezelf toeschrijven, al doe je het wel zelf, snap je wat ik bedoel?
Wellicht is hier sprake van een spraakverwarring, een communicatiestoring. Bedoelen we niet hetzelfde maar verwoorden we het anders?
Over het puntje ellendekennis heb ik op pagina 4 van deze discussie het volgende geschreven: je zondekennis moet voldoende zijn om door te hebben dat je naar de Vader moet gaan (door Christus), dat je je leven wilt overgeven. Dus als je beseft Christus is ALLES wat ik in mijn leven nodig heb, dan heb je genoeg zondekennis! Het gaat dus niet zozeer om wat die zonde nu precies is maar het gaat erom dat je de kloof voelt tussen God en jou en dat je graag wilt dat deze kloof overbrugt wordt! Je hoeft niet precies te weten wat er allemaal voor rommel te vinden is in de kloof en hoe zwart en donker het daar is, je moet de Brug hebben!!
Je kunt wel blijven staan bij de kloof met het besef van oh wat is hij diep en wat vreselijk! Je kunt langs de rand blijven lopen en zeggen hier kom ik nooit zelf meer overheen, dat is zondekennis maar met zondekennis zelf kom je er niet. De Geest laat je zien dat er ook een Brug is en laat je ook gebruik maken van die Brug (=Christus). Hij gaat met je mee, dit doet Hij doordat Hij met je bidt zoals ik al zei.
Kort samengevat:
E= je ziet de kloof (de zoon zag dat het bij zijn Vader beter was)
V= je ziet door de Geest de Brug (de Brug zelf komt in de gelijkenis van de verloren zoon niet echt terug, maar uit de bijbel weten we: niemand kan tot de Vader komen dan door Jezus Christus, de zoon keert terug).
D= je bent God dankbaar dat Hij de Brug over die ontzaglijk diepe kloof heeft willen maken. Je ziet soms je zonden intens terug (de diepte van de kloof) maar in perspectief van je verlossing, de liefde van God voor jou (je viert het feest met de vader)
Dit is kort samengevat de wedergeboorte. Wat betreft de volgorde EVD: de Geest kan je heel snel de Brug laten zien, zonder dat je echt goed en wel beseft hoe diep de kloof wel niet is. Je kunt over de Brug gaan zonder dat je echt goed diep in de kloof gekeken hebt hoe diep die wel niet is. Later leer je dan zien hoe diep die kloof eigenlijk was, als de Geest je achteraf, aan de andere zijde in de kloof laat kijken. Dit vergroot, je dankbaarheid jegens God. EVD kan dus in de dagelijkse bekering in verschillende volgordes terugkomen.
Nu ik dit zit te typen realiseer ik me ook wel dat dit beeld ook zijn beperkingen heeft. Een beeld toont altijd slechts bepaalde aspecten uit de werkelijkheid, maar toch denk ik dat dit beeld zeker wat meer inzicht kan geven.