Polycarpus, een leerling van de apostel Johannes, was door deze apostel aangesteld tot voorganger van de gemeente van Smyrna. De stadhouder over Smyrna, Philippus, wilde Polycarpus dwingen te zweren bij de goden van de keizer en Christus te vloeken. Als argument gebruikte Philippus de hoge ouderdom van Polycarpus.
Met grote vrijmoedigheid antwoordde Polycarpus op de woorden van de stadhouder: “Zes en tachtig jaren heb ik mijn Heere Christus gediend en Hij heeft mij nimmer enig kwaad gedaan; hoe zou ik mijn Koning kunnen vloeken, die mij behouden heeft?”
Toen de stadhouder hem dreigde met de wilde dieren als hij zich niet zou bekeren, antwoordde Polycarpus dat zijn besluit onveranderlijk was. Liever zou hij door de wilde dieren verscheurd worden dan dat hij zich van het goede tot het kwade zou bekeren. Het is veel beter dat degenen die in hun boosheid volharden zich tot het goede zouden bekeren. In reactie op de woorden van Polycarpus sprak de stadhouder: “Houdt gij nog vol? Als gij de wilde dieren veracht, zal ik u door vuur laten verbranden.” De gelovige voorganger van de gemeente van Smyrna gaf als antwoord dat het vuur dat hem zou verbranden maar even zou zijn, maar dat het vuur dat de bozen treffen zal eeuwig zal branden. “Doe aan mij, wat gij van beide goedvindt.”
Het volk eiste de dood van Polycarpus en de stadhouder liet hem verbranden. Vooral de Joden waren actief om te helpen bij deze brandstapel. Naar gewoonte wilde men Polycarpus met spijkers aan een paal vastspijkeren, omdat de veroordeeld anders zou vallen. Maar Polycarpus sprak dat de God die hem kracht gaf om de pijn van het vuur te dragen hem ook kracht zou geven staande te blijven en niet te vallen. Om zijn woorden werd hij alleen vastgebonden aan de paal. Polycarpus bad vurig tot God en het vuurde deerde hem niet, tot ieders verwondering. Hij werd door het vuur niet verteerd. Tenslotte doorstak men hem en zijn bloed was zo veel dat het vuur erdoor doofde.
-----
De laatste tijd ben ik erg geintrigeerd door de vervolgde kerk. Bovenstaande geschiedenis en ook andere geschiedenissen van Martelaren trekken iedere keer weer mijn aandacht. Ook vandaag de dag zijn er veel vervolgde christenen. Ik denk dat er op de wereld meer vervolgde christenen zijn dan niet-vervolgde christenen.
Hoe lang zou het duren voordat wij in Nederland vervolgd worden? Of mag ik me dat niet afvragen?