En vergeet ook niet dat er in de Bijbel staat:
Sommigen prediken ook wel Christus door nijd en twist, maar sommigen ook door goedwilligheid. Genen verkondigen wel Christus uit twisting, niet zuiver, menende aan mijn banden verdrukking toe te brengen. Doch dezen uit liefde, omdat zij weten, dat ik tot verantwoording van het Evangelie gezet ben. Wat dan? Nochtans wordt Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, verkondigd; en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden. Want ik weet, dat dit mij ter zaligheid gedijen zal. (Filippensen 1:15-18)
Kanttekening 53 zegt hierbij:
53) daarin verblijd
Namelijk niet alleen dat Christus in der waarheid gepredikt wordt, maar ook dat Hij door deze anderen, hoewel met geen oprecht gemoed, immers gepredikt en Zijn leer tot zaligheid der mensen door hen alzo verbreid wordt.
Verder moeten de voorbeelden van Judas, Bileam ons genoeg zijn.
Maar ik zal nog een paar aanhalen hoe mensen anderen in het geloof konden versterken, hoewel ze zelf er nog vreemd van waren:
"Pendleton versterkte Sanders in de dagen van Queen Mary, om vast te houden aan de waarheid die hij gepreekt had en om die met zijn bloed te bezegelen, en later wordt hij zelf afvallig.
Scultetus vertelt ons van een zekere Johannes Speiserus, een vermaard prediker uit Augsburg in Duitsland in het jaar 1523, die het Evangelie zo krachtig preekte dat verschillende straatprostituees bekeerd werden en goede christenen werden, en toch werd hij zelf later rooms en kwam ellendig aan zijn eind. Dus de kandelaar kan helder branden om anderen in hun werk bij te lichten en later toch stinkend uitgaan." (Matthew Mead, "de Bijna Christen ontdekt").
Verder moeten wij goed beseffen dat iemand verstandelijk zeer goed thuis kan zijn in de Bijbel en zo anderen kan versterken door het Woord van God te vertellen. Want uiteindelijk doet het Woord geen kracht omdat degene die het Woord vertelt bekeerd is, maar omdat het Woord zelf een tweesnijdend scherp zwaard is dat nooit ledig zal wederkeren tot de Heere, maar dat het (het Woord) doet wat Hem behaagt. Dat het dus een reuke des doods ten dode is of een reuke des levens ten leven.