Mozes kijgt op een gegeven moment van God de opdracht (zoals wij die ook kunnen krijgen in de bijbel) om Zijn volk te bevrijden. Mozes zegt: "Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan om de Israëlieten uit Egypte te leiden?" Toen zei God: "Ik ben immers met u!"
Waar Mozes gefixeerd is op zijn eigen beperkingen, wordt hij gewezen op God. Kan God niet méér dan wij denken en verwachten? Geloven jij dat Hij Zich ook in jou leven wil openbaren en staan we daarvoor open?
Bij Jeremia zien we dezelfde typisch menselijke karaktereigenschap. God heeft een bedoeling met het leven van Jeremia, vanaf het moment van verwekking door zijn ouders. Maar Jeremia plaatst hier zelf een vraagteken bij. Daarom zegt God in Jeremia 1: "Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend (... ) tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld." Maar Jeremia antwoordt: "Ach Here, zie, ik kan niet spreken, want ik ben jong." Jeremia voelt zijn beperkingen en maakt God daarop attent. God wil er echter niet op ingaan. Hij zegt: "Zeg niet, ik ben jong, want tot een ieder, tot wien Ik u zend, zult gij gaan, en alles wat Ik u gebied, zult u spreken. Vrees niet voor hen, want Ik ben met u om u te bevrijden", waarna Hij Jeremia's mond aanraakt en zegt: "Zie, Ik leg Mijn woorden in uw mond& ". God bemoedigt Jeremia met de belofte: "Ik waak over mijn woord om dat te doen."
Welke exusses heb jij (en ik) nog, om God ons niet te laten veranderen?
De oproep van de Bijbel is open te staan voor de mogelijkheden die God ons (misschien stapje voor stapje) wil toevertrouwen, waarbij Hij rekening houdt met de beperkingen en uitdagingen van onze eigen levensomstandigheden en leefomgeving. Hij zoekt mensen die beschikbaar willen zijn voor groei en voor nieuwe wegen.
Laten we onszelf gaan ontdekken welk werk voor ons klaar ligt, "goede werken, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen" (Efeziërs 2:10).