


Moderator: Moderafo's
De zondekennis moet zo diep zijn dat je er mee naar Jezus gaat, als jullie begrijpen wat ik bedoel.
Het Weermannetje schreef:Kijk, zodra God mij gaat bekeren, dan leert Hij mij eerst zien hoe zondig ik ben. Hierdoor leer ik te buigen voor het Goddelijk recht. En dan is er voor de uitverkoren zondaar het wonder dat Christus nog naar hem, zo'n verdoemelijk iemand nog wil omzien. Maar als God mij niet bekeert dan ga ik uit mijzelf echt niet naar God toe.
jacobH schreef:Beste Weerman,
Ik hoorde vandaag dit.
zou jij dit eens willen luisteren en zeggen waarom dit niet waar zou zijn.
Het gaat om het volgende mp3 bestandje
http://www.ktvision.nl/POL/preken/Vreugdenhil_Levend_Geloof_02_Levend_geloof.mp3
Het stuk wat ik bedoel begint na ongeveer 16 minuten en 20 seconden. het betreffende stukje duur ongeveer 7 minuten tot het citaat van Calvijn.
Uiteraard mogen andere het ook luisteren.
Ik ben heel benieuwd hoe je dit gaat weerleggen.
Met vr gr
JacobH
Het Weermannetje schreef:12 Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.
13 Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
14 Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij.
15 Zo zal ik de overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren.
16 Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.
17 Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen.
18 Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen.
19 De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.
20 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op.
21 Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar.
Sorry, jakobH, kan het helaas niet beluisteren.
Het Weermannetje schreef:12 Schep mij een rein hart, o God! en vernieuw in het binnenste van mij een vasten geest.
13 Verwerp mij niet van Uw aangezicht, en neem Uw Heiligen Geest niet van mij.
14 Geef mij weder de vreugde Uws heils; en de vrijmoedige geest ondersteune mij.
15 Zo zal ik de overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich tot U bekeren.
16 Verlos mij van bloedschulden, o God, Gij, God mijns heils! zo zal mijn tong Uw gerechtigheid vrolijk roemen.
17 Heere, open mijn lippen, zo zal mijn mond Uw lof verkondigen.
18 Want Gij hebt geen lust tot offerande, anders zou ik ze geven; in brandofferen hebt Gij geen behagen.
19 De offeranden Gods zijn een gebroken geest; een gebroken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten.
20 Doe wel bij Sion naar Uw welbehagen; bouw de muren van Jeruzalem op.
21 Dan zult Gij lust hebben aan de offeranden der gerechtigheid, aan brandoffer en een offer, dat gans verteerd wordt; dan zullen zij varren offeren op Uw altaar.
Het Weermannetje schreef:God vragen om genade, zondaar weet dat hij zondig is. Weet ook dat het alleen van Gods kant nog kan komen.
Het Weermannetje schreef:Kennis van zonde komt van God.
Het Weermannetje schreef:God vragen om genade, zondaar weet dat hij zondig is. Weet ook dat het alleen van Gods kant nog kan komen.
Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 26 gasten