weermannetje ik heb even de eerste 3 evangellieen doorgebladert, en heb even wat bekeringsgeschiedenissen er uit gepikt. een aantal vragen aan jou:
Voldoen deze personen aan de voorwaardes van een waar bekeerde?
wouden deze mensen niet tot Jezus komen?
Hebben deze mensen eerst hun doodstaat leren kennen?
Mochten al deze mensen op dat moment zeggen dat Jezus van hun hielt?
2 blinden te Jericho
29 En als zij van Jericho uitgingen, is Hem een grote schare gevolgd.
30 En ziet, twee blinden, zittende aan den weg, als zij hoorden, dat Jezus voorbijging, riepen, zeggende: Heere, Gij Zone Davids! ontferm U onzer.
31 En de schare bestrafte hen, opdat zij zwijgen zouden; maar zij riepen te meer, zeggende: Ontferm U onzer, Heere, Gij Zone Davids!
32 En Jezus, stil staande, riep hen en zeide: Wat wilt gij, dat Ik u doe?
33 Zij zeiden tot Hem: Heere! dat onze ogen geopend worden.
34 En Jezus, innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hun ogen aan; en terstond werden hun ogen ziende, en zij volgden Hem.
De melaatse genezen (mark 1)
40 En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem, en vallende voor Hem op de knieen, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.
41 En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit, en raakte hem aan, en zeide tot hem: Ik wil, word gereinigd!
42 En als Hij dit gezegd had, ging de melaatsheid terstond van hem, en hij werd gereinigd.
Roeping van levi (mark 2)
En voorbijgaande zag Hij Levi,16) den zoon van Alfeus, zitten in het tolhuis,17) en zeide tot hem: Volg Mij. En hij opstaande, volgde Hem.
Bekering zachaeus
5 En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis blijven.6)
6 En hij haastte zich en kwam af, en ontving Hem met blijdschap.7)
7 En allen, die het zagen, murmureerden, zeggende: Hij is tot een zondigen man ingegaan, om te herbergen.
8 En Zacheus stond, en zeide tot den Heere: Zie, de helft van mijn goederen, Heere, geef ik den armen; en indien ik iemand iets door bedrog ontvreemd heb,9) dat geef ik vierdubbel weder.10)
9 En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied,11) nademaal ook deze een zoon van Abraham is.12)
10 Want de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was.
Eerste dicipelen
35 Des anderen daags77) wederom stond Johannes, en twee uit zijn discipelen.
36 En ziende op Jezus, daar wandelende, zeide hij: Ziet, het Lam Gods!
37 En die twee discipelen hoorden hem dat78) spreken, en zij volgden Jezus.
38 En Jezus Zich omkerende, en ziende hen volgen, zeide tot hen:
39 Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi! (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar79) woont Gij?80)
40 Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure.81)