Johan37 schreef:Dat mensen in een God geloven is evolutionair goed te verklaren. Als we naar de meeste wilde dieren in de natuur kijken, zien we dat er constant wordt gekeken of de kust veilig is. Degene die goed oplet heeft de meeste kans om te overleven en kan zich voortplanten. In het evolutie proces van de mens is dit een wezenlijk belang geweest. In de natuur kan er altijd een vijand zijn die het op jouw gemunt heeft en door goed op je hoede te zijn heb je een grotere overlevings kans. Het komt er dus op neer bij elk geluid of beweging alert zijn en een veilige plek zoeken.
Als kind was ik bang in het donker, als ik s'nachts naar het toilet moest durfde ik eigenlijk niet, ik rende dan heel snel naar beneden en zo snel mogelijk weer veilig in mijn bed, dit is ook een evolutionair te verklaren als het donker is moet je beter opletten er kan een natuurlijke vijand op de loer liggen. Er zijn Peuters die geloven bij het zien van bewegende takken dat er iets is dat de takken van de bomen doet bewegen. Dat het door wind komt is niet van belang het zou ook een natuurlijke vijand kunnen zijn dus opletten !!
Het geloven in een God kan je naar mijn mening zien als een overlevingsmechanisme. We zien het niet maar we kunnen het beter wel geloven want als het toch waar is.
Ook kan je tot de conclusie komen dat voor veel mensen de angst hun doet geloven in God. Welke angst weet ik niet, wel weet ik dat angst een zeer sterk overlevingsmechanisme is.
De reden voor het geloven in evolutie is eerder een uitvlucht om het gehoorzamen aan een opperwezen te ontvluchten en zodoende vóór alles en iedereen het eigen ik op de voorgrond te kunnen plaatsen. Als geëvolueerde aap is men dan ook niet genoodzaakt om het eigen egoïsme te veranderen. Want het zijn overgeërfde neigingen en zodoende heeft men dus redenen te over om de ander te minachten, te overheersen en/of te verdrukken. Want de “ struggle for life” en de “survival of the fittest” zit zowel in de geëvolueerde aapmens als in het evolutiesysteem ingebakken.
Het hier en nu is dan ook het allerbelangrijkste want in feite is alles wat men heeft en bereikt zeer tijdsgebonden en verdwijnt uiteindelijk totaal in de nevel van de tijd .Waardoor het leven, wat de toekomst op lange termijn betreft, zeer tijdelijk en uiteindelijk nutteloos en zinloos is.
Dit is dan ook totaal in tegenstelling met God – dienst (niet te verwarren met religie) waarin de mens een geschapen wezen is met een vrije keuze. En dit wezen zelf bepaald om al dan niet de voorwaarden en raadgevingen van zijn Soeverein te aanvaarden en uit te leven.
Het al dan niet aanvaarden van hetgeen God aanbiedt heeft dan ook als consequentie dat de hij die deze geluk makende voorwaarden aanvaardt een zinvol leven kan leiden dat uiteindelijk een eeuwigheidsperspectief inhoud.
Het niet aanvaarden ervan heeft als consequentie dat de mens totaal op zichzelf aangewezen is met een uitzicht op een uiteindelijke totale vernietiging zowel van hemzelf of van alles wat hij zogenaamd gepresteerd heeft.
Van beide gaan de zogenaamde “prestaties” die hier en nu verwezenlijkt worden verloren in de tijd . Echter de karaktervorming en de ingesteldheid waarbij ze gebeurden blijven bewaard in het geheugen van de Soeverein en hebben hun eeuwigheidswaarde bij de opstanding van de God-dienstige mens.
Daar nu de geëvolueerde aap uit het niets is voortgekomen en niemand er was of is om de waarde van deze karaktereigenschappen te bewaren, verdwijnen deze dan ook tezamen met hem in het zwarte gat van het voor eeuwig niet meer bestaan.