dalethvav schreef:Het koninkrijk van God zal inderdaad ooit wereldwijd worden,
Dat is het al bijna, d.w.z. dat het Evangelie al bijna elke uithoek van de aarde heeft bereikt.
dalethvav schreef:maar binnen dat koninkrijk zal het fysieke volk Israël het aan hen beloofde land krijgen.
Dat heeft het volk Israel alweer grotendeels.
dalethvav schreef:Hoe zou je anders Ez. 47/48 moeten zien (had ik ook overigens ook al aan learsi gevraagd).
Dat kun je anders zien. Als je kijkt naar de referenties naar Ez. 47/48 in de Bijbel dan zie je dat die referenties met name in het boek Openbaring naar voren komen.
Vergelijk bijvoorbeeld:
Ez. 43:7 en Ez. 48:35 met Openb. 21:3 (God woont bij Zijn volk)
Jes. 25:8 met Openb. 21:4 (God wist alle tranen van hun ogen)
Zach. 8:8 ("zij zullen midden in Jeruzalem wonen. Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn") met Openb. 21:7 (" Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn")
Ez. 40:3 (en Zach. 2:1) met Openb. 21:15 (de meetlat om de stad op te meten)
Ez. 48:30-35 met Openb. 21:16-21 (een vierkante stad met 12 poorten, 3 aan elke zijde)
Jes. 60:3 met Openb. 21:24 (de volkeren gaan naar de stad)
Jes. 60:11 met Openb. 21:25 (de poorten gaan niet dicht)
Ez. 47:1 met Openb. 22:1 (en Zach. 14:8) (De rivier die uit Jeruzalem stroomt)
Zach. 14:7 en Jes. 60:19 met Openb. 21:23 en 22:5 (geen licht van zon en maan meer nodig, want God verlicht hen)
Ez. 48:36 "de naam van de stad zal vanaf die dag zijn: DE HEERE IS DAAR" met Openb. 21:3 "Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn."
Dus Schrift met Schrift vergelijken, levert mij in elk geval op dat Ezechiel hier al een voorproefje heeft gekregen van het hemelse Jeruzalem in de beelden die bij de context van zijn tijd (nl. de tijd van de ballingschap) pasten. Daarom komen de beelden niet tot in elk detail overeen met die van de Openbaring, maar wel voldoende om voor hem de troost van het nieuwe Jeruzalem te geven, want het Jeruzalem dat Ezechiel kende, lag volledig in puin.
dalethvav schreef:Bovendien zal de Messias, zoals aan Maria beloofd is door de engel Gabriël, eens op de troon zitten van Zijn vader David. En of Paulus daar óól weet van heeft.
Geloof je niet dat Jezus nu al de Koning is? Ik weet dat je de troon van David heel letterlijk neemt, maar de letterlijke troon van David (een ding van hout en goud) is er niet meer. Met de troon wordt de heerschappij in hemel en op aarde bedoeld, waar Jezus aan refereert in Matth. 28:18: "Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde." Meer macht bezitten dan dit is niet mogelijk. Ik ben het wel met je eens dat alle oppositie tegen deze Heere eens teniet gedaan zal worden en dat alle knie zich voor Hem zal buigen (en dat zal de hele schepping merken), maar Hij is nu al de Koning der koningen en de Heer der Heeren (Openb. 19:16) met alle heerschappij die daarbij hoort.
dalethvav schreef:Ik weet niet of je kunt zeggen dat het voorstaan op het "uitverkoren volk zijn" nu hét struikelblok Is voor Israël.
Dat denk ik wel. Zelfs voor de apostelen was de gedachte dat de heidenen zich niet tot het joodse volk hoefden te bekeren, een hele horde om te nemen. Daarachter zit de gedachte dat wie uitverkoren wil zijn, toch eerst maar eens bij het uitverkoren volk Israel moet behoren. Maar die barriere is er niet meer. Sterker nog: ook wie tot het uitverkoren volk behoort, is niet per definitie persoonlijk uitverkoren. De joden in Hand. 22:22 barstten dan ook in woede uit toen Paulus vertelde dat hij tot de heidenen gezonden was, terwijl zij niets van het Evangelie wilden weten.
dalethvav schreef:Als ik Paulus goed begrijp ziet hij Israël nog steeds als het uitverkoren volk: Hij heeft het immers over éést de Jood en ook de Griek (Rom. 1:16; 2:9; 2:10). En in Rom. 3:1-2 schrijft Paulus: "Wat heeft de Jood dan voor op anderen? Of wat is het voordeel van het besneden zijn? Veel, in alle opzichten. Want in de eerste plaats zijn hun de woorden van God toevertrouwd." En in Rom. 9:4: "Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de aanneming tot kinderen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften."
Het voorrecht zit in het ontvangen van het Woord van God, de eredienst en alles wat daarbij hoort. Ja, dat heeft de Gemeente ook ontvangen. Of doen we het zonder Woord van God? Paulus maakt hier geen tegenstelling tussen Israel en de Gemeente (zoals jij doet), maar tussen Israel en de volkeren, die de afgoden dienden en God niet kenden! Nogal wiedes dat het volk Israel hier als bevoorrecht uit de bus komt.
dalethvav schreef:De bijzondere positie van Israël is niet opgehouden met de komst van de Messias. Er staan nog veel beloften open en er zijn nog veel onvervulde profetieën die wijzen op Israëls voortdurende bijzondere positie, met name zoals die zal zijn in het komende vrederijk.
Het volk Israel is nog steeds verbondsvolk, inderdaad. Want God neemt Zijn Woord en Zijn beloften niet terug. Of dat nu precies gaat betekenen dat er een vrederijk komt (voorafgaand aan het definitieve einde), is daarbij nog de vraag. De vraag is namelijk
hoe die beloften in vervulling gaan. Daarover kun je, tot het zover is, van mening verschillen. De uitkomst zal de beste uitlegger zijn. Als dan blijkt dat het precies zo is gegaan zoals jij (en anderen) nu schetsen, zal ik je dan ronduit gelijk geven.
dalethvav schreef:Zelf denk ik dat, wanneer je Paulus' schrijven in z'n geheel overziet, je dan tot de conclusie moet komen dat Paulus de Gemeente niet in de plaats van maar naast Israël laat staan (lees b.v. Ef. 1 en 2 eens). V.w.b de belofte bij het eren van de ouders verandert hij dit niet, maar breidt hij dit (slechts) uit.
Dat ben ik met je eens, maar de consequentie ervan is wel dat Israel en Gemeente putten uit dezelfde bron. En dan kijk ik mijn broeder wel een beetje aan als hij bij het putten tegen me zegt: "je moet dat druppeltje niet in je emmer doen, want dat is voor Israel". Dat doe ik nu juist wel, want we delen hetzelfde.
dalethvav schreef: Maar wat kwalijker is, dat de Gemeente zich in de plaats van Israël stelt. Daaronder valt m.i. het zich toeëigenen van de verbonden en stellen dat de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is.
Voor zover dat ons heidenen aangaat, kun je dat gewoon staande houden. Als een vreemdeling zich in het OT bij het volk Israel wilde aansluiten, dan diende hij besneden te worden (Ex. 12:48). Wie nu als heiden bij het volk van God wil horen, hoeft zich niet te laten besnijden, maar dient zich te laten dopen. In die zin is de doop weldegelijk in de plaats van de besnijdenis gekomen.
dalethvav schreef:En dan zijn we weer waar dit topic over gaat, de theologie rond de kinderdoop. Immers, als de doop in de plaats van de besnijdenis gekomen is, zeg je daarmee dat het Joodse volk hun kinderen niet meer hoeft te besnijden. En dat is ook precies wat art. 34 van de NGB zegt: "Wij geloven en belijden dat Jezus Christus, die het einde van de wet is (Romeinen10 : 4), door het vergieten van zijn bloed een eind gemaakt heeft aan elke andere bloedstorting die men zou kunnen of willen doen tot verzoening voor onze zonden. Hij heeft de besnijdenis, waarbij bloed vloeide, afgeschaft en in plaats daarvan het sacrament van de doop ingesteld."
Inderdaad, het joodse volk "hoeft" hun kinderen niet meer te besnijden. Het is geen verplichting en ze gaan ook niet verloren als ze het niet doen. Want de bloedstorting van de besnijdenis heeft hooguit een symbolische betekenis (wat trouwens altijd al zo was) en daarom heeft het apostelconvent besloten om die niet meer verplicht te stellen voor de gelovige heidenen (wat vroeger wel zo was als vreemdelingen bij het volk van God wilden horen).
dalethvav schreef:Ga zoiets maar eens aan een (messiasbelijdende) Jood vertellen.
Ik zal zeggen dat hij zich best kan laten besnijden, maar dat dit minder zegt dan de doop. Ik zal er ook bij zeggen dat wie zich laat besnijden, verplicht is om de hele wet na te volgen (Gal. 5:3) en niet alleen de besnijdenis.
dalethvav schreef:Het is dit denken, wat Paulus vreemd is en waartegen hij zelfs waarschuwt (beroemt u niet tegen de takken). Dat is waar ik bezwaar tegen maak. En dat van dit denken de geref. theologie is doordrenkt blijkt o.a. ook uit het geven dat er over Israël maar al te vaak in de verleden tijd gesproken wordt (ze besneden de jongetjes, ze hielden dit en deden dat). Israël wordt daarmee m.i. tot een historisch object gemaakt. Bovendien, waarom kan dat gewraakte zinnetje er niet eens uit. De kinderdoop zou toch ook wel bestaansrecht kunnen hebben zonder dat zinnetje? Of valt daar wellicht alles mee om?
Dit ene zinnetje zou je wat mij betreft best aan kunnen passen, als de zaak waar het naar wijst ongemoeid blijft, nl. dat God een God is van ons en onze kinderen en dat Hij daar een teken (de doop) bij geeft en dat de besnijdenis voor ons niet meer nodig is.
Ik geloof niet dat Israel een historisch object is en de meeste gereformeerden ook niet: het volk Israel bestaat nog en dat is op zich een groot wonder. Ik geloof ook dat God het volk Israel tot bekering zal brengen.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)