Arco schreef:Over Handelingen 15 heb ik al eerder geschreven in dit topic. Als je zou afgaan op de geboden die in dit hoofdstuk worden genoemd, betekent dat je wel mag stelen? Of hoeven de gelovigen hun ouders niet de eren? Of mogen zij wel een vals getuigenis geven? Nee, natuurlijk niet.
Hier trek je het wel in het simpele. Zoals ik even verder in mijn post zeg staan gelovigen onder de wet van Christus. Jezus leert de volle geestelijke betekenis van 9 van de 10 geboden, dus je conclusie is niet relevant.
Als je wat bij elkaar hoort in mn post in stukjes gaat knippen kun je rare gevolgtrekkingen krijgen.
Arco schreef:Vers 21 begint met "want" (Gr. gar), een verbindingswoord en aanduiding voor een verklaring die volgt: "Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.".
"Want" slaat op
die regels uit het vorige vers: 20 We moeten hun in een brief wel de volgende regels geven: Ze mogen geen voedsel eten dat aan afgoden geofferd is. Ze mogen niets eten waar bloed in zit. Ze mogen alleen vlees eten van dieren die op de goede manier geslacht zijn. En ze mogen geen verboden seks hebben. 21 Die regels zijn al heel lang overal bekend. Want ze staan in de wet van Mozes, die iedere sabbat in de synagogen wordt voorgelezen.’
Arco schreef:In 1 Kor. 9:21 vertelt Paulus zijn inzet om het evangelie te verkondigen, zodat hij iedereen kon bereiken. Uit deze tekst valt niet op te maken dat de Jood ineens twee wetten moet houden, de Torah en de wet van Christus, en dat de Torah niet geldt voor heidenen. Het staat er niet, de context duidt er niet op.
De methode die Paulus gebruikt om het evangelie te verkondigen maakt zijn stelling dat hij, als Jood, onder de wet van Christus staat niet onjuist.
Dat Joden altijd al onder Thora stonden lijkt me voldoende bekent, voor het N.T. zie Handelingen 25: 8 en Hand. 28:17. Tja, en 1 + 1 = 2.
Jezus en de apostelen leren dat alle gelovigen Zijn geboden in acht behoren te nemen, dus is het duidelijk dat zij onder de wet van Christus staan, maar nergens staat dat de heidenen onder de Thora staan, integendeel: Handelingen 15!
Arco schreef:Betreffende 1 Kor. 10 staat in de kanttekening van de Statenvertaling wel een goede verklaring: "Onder deze drie soorten begrijpt de apostel alle mensen, die óf Joden waren, óf heidenen, óf Christenen, van welke geen door ons moeten geërgerd worden door het gebruik van onze vrijheid; welverstaande, indien het zodanige personen zijn waarvan men hoop heeft dat zij daardoor van ons kunnen gewonnen worden."
Hoewel ik doorgaans zeer kritisch ben over de kanttekeningen bij de Statenvertaling, omdat zij de afschaffing van de ceremoniële wet predikt, is deze verklaring wel waardevol.
Het onderscheid tussen christenen en Joden blijft ook in deze setting aanwezig. Elke Jood blijft zijn Joodse identiteit behouden (een volk dat God heeft uitverkoren, met een aantal beloften en verbonden die
alleen Israël gelden), en tegelijk is de gelovige Jood samen met de gelovige heiden een nieuwe schepping (een christen, de nieuwe mens die het lichaam van Christus is). Dat zijn twee onderscheiden lijnen die naast elkaar lopen voor de Jood. Wij heidenen delen alléén in het nieuwe verbond dat Hij door zijn bloed gesloten heeft.
Arco schreef:Inderdaad, de Heere Jezus heeft die 'zendingsopdracht' gegeven. Maar Hij heeft bijvoorbeeld ook Mat. 5:17-19 geboden.
In de bergrede komen vele geboden uit de Torah ter sprake. Daarvan stelt de Heere Jezus deze nog scherper, bijvoorbeeld dat er al overspel bij lustvol kijken naar een vrouw wordt gepleegd, terwijl voor de wet er nog geen overspel is gepleegd. In Mat. 7:23 wordt gesproken over "ongerechtigheid" (SV), beter vertaald als "wetteloosheid" (HSV). Er staat het Griekse woord "anomia": niet-wet, wetteloos, anti-wet.
Daarnaast, als de Heere Jezus de beloofde Profeet is (Deut. 18), dan kan Hij geen wetteloosheid prediken (Deut. 13).
Vanzelf niet, ik heb toch aangehaald dat wij onder de wet van Christus staan!
Arco schreef:Met uw laatste opmerking, in het bovenstaande geciteerde, blijkt juist dat de Sjabbat niet door de Heere Jezus is veranderd, afgeschaft of iets dergelijks. Als Hij zegt dat de Hij de Heer over de Sjabbat is, en Hij zegt dat de Sjabbat voor de mens is. Hij zegt hier niet dat de Sjabbat speciaal en alleen voor Joden is.
Hij had het als Jood tegen Joden, en Joden zijn uiteraard mensen.
Arco schreef:Als je vindt dat Paulus de sabbat ontheiligd heeft door in de synagoge te preken, dan heeft Jezus dat ook gedaan.
Arco schreef:Dat vind ik niet. De Heere Jezus preekt inderdaad op de Sjabbat: Mark. 6:2, Luk. 4:16, 31, 6:6 en 13:10. En ook Paulus: Hand. 13 en 18:4.
Waar onderstaand citaat dan op slaat???
Arco schreef:Paulus preekt op de Sjabbat, zoals we lezen in Hand. 13 en 18:4. In Hand. 23 kunnen we opmaken dat Paulus de Torah (wet) niet overtreden heeft, want een eenduidige heldere aanklacht tegen hem is er niet. Ze kunnen hem niet pakken op grond van de Torah. Zou je in dit verband niet kunnen zeggen dat Paulus daardoor ook niet de Sjabbat heeft ontheiligd? Of dat Paulus dus niet geleerd heeft dat de Sjabbat zou hebben afgedaan?
Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen. (Kuitert)