Ik ga elke maand aan het avondmaal in de gemeente.
Wat ik ervaar: allereerst gemeenschap met de rest van de gemeente. Ik zie het gaan aan het avondmaal ook als een soort belijdenis. Gedenken wat er aan het kruis gebeurt is. Christus (weer) centraal zetten.
In mijn geval geen spectaculaire dingen die je wel eens hoort.
Getuigenissen die in de avondmaaldienst worden gegeven over persoonlijke dingen, zending, evangelisatie etc. met de nadruk op wat Christus heeft gedaan voor de mensen; dat maakt ook duidelijk dat het niet iets is dat in een bovenkamer gebeurde, heel lang geleden, maar dat Hij ook nu werkt.
Daarnaast ook een besef dat het écht waar is. Ik denk dan nog extra na over de geloofsbelijdenis. Wat een wonder is er geschied dat Christus na een gruwelijke dood verrees!!
Wat je verwacht: voor de volledigheid beantwoord ik deze vraag ook maar eens. Ik ben niet christelijk opgevoed, en ben dus ook niet opgegroeid met mensen die aan het avondmaal gingen en mij daarin al dan niet ten voorbeeld konden zijn. Toen ik tot geloof kwam en een gemeente ging bezoeken wilde ik in de eerste instantie niet aan het avondmaal. Ondanks dat het open stond voor een ieder die geloofde in het werk van Christus (en dat geloofde ik). Het heeft een hele tijd geduurd voordat ik mee durfde te doen met het brood en de wijn. Door bepaalde contacten met mensen vond ik mijzelf (ondanks het verzoenend werk van Christus) onwaardig om 'aan te gaan' en dacht dat je minstens een heilige moest zijn om deel te nemen.
Totdat ik een keer in een katholieke kerk (op een regenachtige dinsdagochtend) een zeer indringende ervaring had die mij duidelijk maakte dat ik juist door niet aan het avondmaal te gaan mijzelf voor de gek hield. Het was stom om te blijven ontkennen dat Christus voor mij persoonlijk gestorven was. Juist daarom, -om mijn zonden-, ging Hij aan het kruis, en daarom, -om dat te herdenken-, zou ik aan het avondmaal moeten. Voor mijzelf leek het erop dat ik door
niet te gaan het offer ontkende. Alsof ik het niet nodig had.
De daaropvolgende dienst ging ik aan het avondmaal. Het was niet de spectaculaire geestelijke happening waar ik het eerst voor hield, maar een louterende gebeurtenis. Staat me nog altijd bij.
Eq.