Boerin schreef:Wanneer is de volheid der heidenen dan binnen gegaan of wanneer zijn de tijden der heidenen vervuld en wordt Jeruzalem niet meer door de heidenen vertrapt? Wanneer heeft Jeruzalem gezegd: Gezegend Hij die komt in de Naam des Heren? Eerder zouden ze Jezus niet meer zien dan dat ze dat zouden zeggen. Er zou iemand in zijn eigen naam komen en die zouden ze aannemen. De Heer ging het koningschap voor Israel herstellen, is nog niet gebeurd. De O.T. profetieën van verstrooiing over de hele wereld etc., je wilt toch niet zeggen dat al die beloften op de kerk slaan of al uitgekomen zijn? Zoals Jesaja 66 en Ezechiel 37.
Ik denk dat sommige van de dingen die je noemt al uitgekomen zijn. En dat andere zaken nog bezig zijn te gebeuren. En dat andere zaken nog in de toekomst liggen. Een en ander ziet er heel anders uit als je bij Israël niet gelijk en alleen denkt aan het Jodendom maar aan het Israël waar Paulus over spreekt. Dus ook het huis van Israël wat hij "de heidenen" noemt en ook het uitverkoren deel van het huis van Juda zoals in Rom. 11 staat.
Als het gaat over het Jodendom zie ik een oordeel van Jezus, een vloek:
Mat. 21 schreef:33Luister naar een andere gelijkenis. Er was iemand, een heer des huizes, die een wijngaard plantte. Hij zette er een omheining omheen, groef er een wijnpersbak in uit en bouwde een toren. En hij verhuurde hem aan landbouwers en ging naar het buitenland.
34Toen de tijd van de vruchten naderde, stuurde hij zijn slaven naar de landbouwers om zijn vruchten te ontvangen.
35En de landbouwers namen zijn slaven, sloegen de één, doodden een ander, en stenigden een derde.
36Nogmaals stuurde hij andere slaven, meer in aantal dan de eerste, en zij deden met hen hetzelfde.
37Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe en zei: Voor mijn zoon zullen zij ontzag hebben.
38Maar toen de landbouwers de zoon zagen, zeiden zij onder elkaar: Dit is de erfgenaam. Kom, laten we hem doden en zijn erfenis voor onszelf houden.
39Toen ze hem gegrepen hadden, wierpen zij hem buiten de wijngaard en doodden hem.
40Wanneer dan de heer van de wijngaard komen zal, wat zal hij met die landbouwers doen?
41Zij zeiden tegen Hem: Hij zal die kwaaddoeners een kwade dood doen sterven en zal de wijngaard aan andere landbouwers verhuren, die hem de vruchten op hun tijd zullen geven.
42Jezus zei tegen hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: De steen die de bouwers verworpen hadden, die is tot een hoeksteen geworden; dit is door de Heere geschied, en het is wonderlijk in onze ogen?
43Daarom zeg Ik u dat het Koninkrijk van God van u weggenomen zal worden en aan een volk gegeven dat de vruchten ervan voortbrengt.
44En wie op deze steen valt, zal verpletterd worden; en op wie hij valt, die zal hij vermorzelen.
45En toen de overpriesters en Farizeeën deze gelijkenissen van Hem hoorden, begrepen zij dat Hij over hen sprak.
46En zij probeerden Hem te grijpen, maar zij waren bevreesd voor de menigten, omdat die Hem voor een profeet hielden.
Ik zie de Joodse religie dan ook als de vijgenboom die geen vrucht draagt en vervloekt is:
Mat. 21 schreef:18's Morgens vroeg, toen Hij terugkeerde naar de stad, kreeg Hij honger.
19En toen Hij een vijgenboom langs de weg zag, ging Hij ernaartoe en vond er niets aan dan alleen bladeren. Hij zei tegen hem: Laat er aan u geen vrucht meer groeien in eeuwigheid! En de vijgenboom verdorde onmiddellijk.
Mar. 11 schreef:12En de volgende dag, toen zij uit Bethanië gingen, kreeg Hij honger.
13En toen Hij in de verte een vijgenboom zag die bladeren had, ging Hij erheen om te zien of Hij er ook iets aan zou vinden; en erbij gekomen, vond Hij niets dan bladeren, want het was niet de tijd voor vijgen.
14En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Laat niemand meer vrucht van u eten in eeuwigheid! En Zijn discipelen hoorden het.
15En zij kwamen in Jeruzalem; en toen Jezus de tempel binnengegaan was, begon Hij hen die in de tempel verkochten en kochten, naar buiten te drijven; en de tafels van de wisselaars en de stoelen van hen die de duiven verkochten, keerde Hij om,
16en Hij liet niet toe dat iemand enig voorwerp door de tempel droeg.
17En Hij gaf onderwijs en zei tegen hen: Staat er niet geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken? Maar u hebt er een rovershol van gemaakt.
18En de schriftgeleerden en de overpriesters hoorden het en zochten naar een manier om Hem om te brengen, want zij waren bevreesd voor Hem, omdat heel de menigte versteld stond van Zijn onderricht.
19En toen het laat geworden was, ging Hij naar buiten, de stad uit.
20En toen zij er 's morgens vroeg voorbijgingen, zagen zij dat de vijgenboom verdord was, van de wortels af.
Het uitverkoren deel heeft geloofd in Jezus woorden en is ontsnapt voordat de toorn van God Jeruzalem vernietigde in de jaren 70 na Christus. Zij zijn samen met 'de heidenen' als Christenen bekend komen te staan. Zij hebben Gods woorden geloofd en bewaard integendeel tot de vloek van het Judaïsme dat volledig anti-Christelijk is. Eigenlijk heel eenvoudig te begrijpen als je het eenmaal ziet. Maar ons wordt van jongs af aan altijd een eenzijdig pro-Joods verhaal verteld... zo dacht ik vroeger dat zelfs Abraham nog een Jood was en Mozes en alles was maar joods in de Bijbel...