De belangrijkste vraag voor de Kerk is niet wie Jezus wás, daar is de Bijbel heel sober in, maar juist wie Jezus ís.
De bijbel is absoluut niet terughoudend met informatie over wie Jezus was en wat Hij deed. Integendeel, de evangeliën staan er vol mee. Natuurlijk verschilt de mate van detail en dramatiek, maar dat is wat anders. Wie Jezus was en wie Jezus is zijn twee zaken die absoluut niet te scheiden zijn, laat staan dat ze tegenover elkaar gesteld dienen te worden. Wie Jezus was is essentieel voor wie Jezus is. De incarnatie staat in het hart van de christelijke theologie. Jezus' lijden en sterven als mens zijn essentieel en brachten daadwerkelijke verandering teweeg. Als je dat wat Jezus was (de rechtvaardige die tot vloek werd door aan het kruis te hangen) lospelt van dat wat Jezus is (nadruk op de betekenis van dat lijden en sterven) kom je heel dicht in de buurt van de gedachte dat Jezus lijden en sterven slechts een illustratie zijn van Gods liefde. De orthodoxe theologie heeft die interpretatie altijd te beperkt gevonden.
Dit is godslasterlijk, want Christus is geen menselijk persoon. Alhoewel Hij de menselijke natuur aangenomen heeft, bleef Hij als persoon God.
Deze uitspraak ligt een beetje in het verlengde van de vorige maar legt net wat andere accenten. Ik kan bovenstaande uitspraak moeilijk verenigen met de aloude belijdenis dat Jezus waarachtig mens en waarachtig God was (is). Als Jezus waarachtig mens was dan ontkom je er niet aan dat hij een menselijk persoon was. Jezus was niet een Goddelijk persoon die een soort van menselijke jas aangetrokken had. Nee, Hij was tegelijkertijd waarachtig mens en waarachtig God. Deze combinatie gaat ons verstand te boven maar is nietemin dat wat de kerk altijd beleden heeft.
Christus als idool, als martelaar, overgeleverd aan de willekeur van een
Pilatus en de hysterische haat van een opgezweepte massa Joden. Hoe anders is de werkelijkheid. "Uw wil geschiede", bad de Borg, en Hij stierf als "de Leeuw uit de stam van Juda" aan het vloekhout.
Allereerst signaleer ik hier dat de schrijver de film of niet gezien heeft of met andere ogen gekeken heeft dan andere mensen. Wat ik verneem is dat in de film wel degelijk sprake is van een Christus die niet enkel slachtoffer en martelaar is maar dat Hij degene is die doelbewust uit gehoorzaamheid Zijn leven geeft voor de Zijnen. Maar zoals gezegd ging het me om de theologie. Wat ik me bij dit citaat afvraag is voornamelijk hoe de schrijver dat sterven als "de Leeuw uit de stam van Juda" ziet. Het lijkt erop dat de schrijver aan het kruis een triomferende Christus wil zien (over de menselijke verlangens gesproken...). Een triomferende Christus is aan het kruis alleen met geloofsogen te zien. Voor het menselijke oog was Hij echter de man van smarten die Jesaja ons beschrijft. Ook de discipelen hebben in Hem aan het kruis niet de triomferende Messias herkend. Het projecteren van het beeld van de triomferende messias op de aan het kruis stervende Jezus gaat voorbij aan de kerngedachte dat Jezus tot een vloek werd. Hij droeg niet alleen de zonde, Hij werd zonde. Pas in de opstanding toont God dat Hij de gevloekte rechtvaardigt. Wanneer Jezus in deze film aan het kruis als triomfator getekend zou worden zou dat bij uitstek een voorbeeld zijn van de manipulatieve werking van het medium film: men laat iets zien wat er in werkelijkheid niet te zien was. Het siert Gibson dat hij hier niet aan toegegeven heeft.
Klaas