caprice schreef:Een bij een (orgel)concert wordt meestal geen meditatie gedaan, maar bij (samen)zangavonden vaak wel.
We dwalen af.
Al in de twaalfde eeuw was het de gewoonte om in de week voor Pasen het lijdensverhaal in de kerk voor te dragen, destijds uiteraard in het Latijn. Om het geheel voor de kerkgangers enigszins aanschouwelijker te maken, verdeelde men de "rollen" over drie personen. Op vaste liturgische reciteerformules werden de woorden van Christus gedeclameerd door een priester met een lage stem, de evangeliewoorden door een diaken met een hoge stem en de overige personages uit het lijdensverhaal (Pilatus, Petrus, het volk etc.) door een sub-diaken. Later in de middeleeuwen werden de reacties van de discipelen en van het volk (groepen dus) wel toevertrouwd aan een koor. Na de Reformatie nam men deze passietraditie over als een waardevol onderdeel van de liturgie, al moest het Latijn natuurlijk plaats maken voor de landstaal. De eerste Duitse passies ontstonden rond 1550; pas in de 17e eeuw deed de instrumentale begeleiding zijn intrede. Aan het lijdensverhaal uit de Bijbel werden Lutherse koralen toegevoegd, beschouwende passiegedichten werden ingelast (bedoeld als verwoording van persoonlijke gevoelens, zoals die worden opgeroepen door de gebeurtenissen in het lijdensverhaal).
Ziedaar een stukje ontstaansgeschiedenis van de passiemuziek, overgetypt uit een cd-boekje.
SDG