Anoniem_89 schreef:
Johannes 10
11 Ik ben de goede herder. Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen. 12 Een huurling, iemand die geen herder is, en die niet de eigenaar van de schapen is, laat de schapen in de steek en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen. De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen; 13 de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen. 14 Ik ben de goede herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, 15 zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken. Ik geef mijn leven voor de schapen. 16 Maar ik heb ook nog andere schapen, die niet uit deze schaapskooi komen. Ook die moet ik hoeden, ook zij zullen naar mijn stem luisteren: dan zal er één kudde zijn, met één herder.
Het gaat om het laatste vers,
Een van de taken van de Messias is het vergaderen van alle kinderen van Israel, van de 12 stammen dus.
Jer 29: 14 zegt 'Ik zal door u gevonden worden, spreekt de HEERE, Ik zal een omkeer brengen in uw gevangenschap en u bijeenbrengen uit alle volken en uit alle plaatsen waarheen Ik u verdreven heb, spreekt de HEERE, en Ik zal u terugbrengen naar de plaats vanwaar Ik u in ballingschap heb gevoerd.'
Jes 11:12 Hij zal een banier omhoogheffen onder de heidenvolken
en Hij zal de verdrevenen van Israël verzamelen
en zij die vanuit Juda overal verspreid zijn, bijeenbrengen
van de vier hoeken van de aarde.'
Ez 37: 15-28 (is te groot om hier helemaal te kopiëren)
Ez 11 vers 17: ' Daarom zeg: Alzo zegt de Heere HEERE: Ja, Ik zal ulieden vergaderen uit de volken, en Ik zal u verzamelen uit de landen, waarin gij verstrooid zijt, en Ik zal u het land Israëls geven.'
Matth. 24: 31 En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan.'
Dit is zo maar even een greep teksten, maar er zijn er natuurlijk heel wat meer.
Ten tijde van Jezus' tijd op aarde, waren alleen de Joden uit het 2 stammen Rijk in Israel, die Israëlieten uit de 10 stammen waren in de verstrooiing.
Ik geloof dat Jezus op hen doelde, en helemaal niet op de gelovigen uit de heidenen, de gemeente uit de heidenen bestond toen nog geen eens. (Typisch, dat men toch altijd zichzelf er weer in wil lezen...)
Men zag reikhalzend uit naar het herstel van Israel, zoals je ook leest in Hand. 1:6
'Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: Heere, zult U in deze tijd voor Israël het Koninkrijk weer herstellen?'