Teus schreef:Onderstaan de uitspraak van ds. Wisse geproclameerd door Schelpje.
Want u, al die mensen, die zo gaarne bekeerd willen worden, het is te vrezen, dat er velen
onder zijn, die nog eens eerst wat anders moeten leren; nl. niet willen.
Ik begrijp hier niets van, kunnen jullie me dit uitleggen?
Je moet wat weten van de theologie die aan de orthodoxe zijde van het gereformeerd protestantisme wordt gehanteerd.
Die staat sterk in verband met het vraagstuk van de vrije wil van de mens. Een deel van de belangrijke belijdenisgeschriften (van de drie formulieren van enigheid) is zelfs direct ontleend aan de tweestrijd tussen Arminius en Gomarus over deze kwestie.
In het kort komt het er op neer, dat de (bevindelijk) gereformeerden leren dat een mens niets kan bijdragen aan zijn eigen heil en dat ook de wil van de mens geknecht is, gebonden aan de verdorvenheid die elk mens aankleeft. De zondeval heeft ook ons willen aangetast. We willen wel van alles (willen op zich is niet onmogelijk geworden), maar die wil is principieel verkeerd gericht. Op onszelf en tegen God en de naaste. De bekende gereformeerde leeruitspraak zegt het duidelijk: "de mens is geneigd God en zijn naaste te haten".
Een mens wil nooit het goede en daarom kan ook nooit verwacht worden dat een mens zich uit eigen beweging zou willen bekeren, vrijwillig de goed keuze zou maken om zijn zonden te belijden en van Jezus Christus vergeving en verzoening te ontvangen. Die goede weg, waarin ons leven van geestelijk dood naar geestelijk levend verandert, wordt niet vrijwillig ingeslagen. De mens wil dat niet. Hij wil God de eer niet geven, zichzelf niet verloochenen, zijn trots niet inslikken, zijn eigen ellende niet erkennen enzovoorts.
Wanneer iemand dan triomfantelijk (of in een vlaag van groot enthousiasme) zegt: "Ik wil mijn leven veranderen, ik wil me bekeren tot de levende God, ik wil breken met mijn zonden en vergeving ontvangen door het bloed van Christus" dan kan dat dus nooit ontstaan zijn uit die mens zelf.
Zoiets kan alleen gebeuren als God die wens, die wil, dat verlangen in hem gelegd heeft. God verandert niet alleen ons leven, maar ook onze wil! We zijn wat dat betreft volkomen afhankelijk van Zijn genade. Zonder Gods werk in ons, komen we nooit tot bekering en tot de wil om God de eer te geven.
Tot zover kan ik goed met de gereformeerde leer meedenken en meevoelen. Hier schuilt een diepe wijsheid in, vind ik, die realistisch is over de geestelijke mogelijkheden van de mens, maar ook hoopvol over de mogelijkheden van God. Dat Hij Zelf onze wil kan en wil veranderen, ondanks onze onwil.
Maar nu het moeilijke.
Met deze leer is er iets ingeslopen, dat minder fraai is. En dat is de gedachte dat God weliswaar de wil van een mens kan en moet veranderen, wil een mens überhaupt tot verandering komen, maar dat God dat slechts in uitzonderlijke gevallen zou doen!
En dan gaat het wringen.
Want als je deze mogelijkheid (dat God onze wil genadig verandert) als een zeldzame situatie voorspiegelt, ontstaat er natuurlijk al snel achterdocht als er teveel mensen opeens gaan zeggen dat ze zich ook willen bekeren.
Voor de goede orde, die zeldzaamheid staat nergens in de Bijbel, maar het is helaas wel een kenmerk geworden van veel orthodox gereformeerde opvattingen.
Geen wonder dat er dan al snel op de rem wordt getrapt. Als iemand duidelijk maakt dat hij zich echt wil bekeren van zijn oude leven, dat hij echt een verlangen heeft om voor God te leven, dan ontstaat er een reactie die dit probeert in te dammen. Als er teveel van dit soort geluiden komen, dan moet dat wel nep zijn. Zoveel, en zo gemakkelijk? Dat kan helemaal niet!
Die reactie bestaat uit een hele serie voorwaarden die gesteld worden om te bepalen of die bekerings-wil wel echt is. De voorwaarden, om het hek dicht te houden, zijn legio.
Op tal van gebieden worden vragen gesteld bij de echtheid van die wil. Door te wijzen op bepaalde volgordes. Bijvoorbeeld: heb je jezelf eerst wel als een zondaar voor God gezien? Heb je wel voldoende doorleefd hoe groot je schuld en zonde is? Heb je wel een verzekering gekregen van God (in het hart, bedoelt men) dat je ook echt door hem wedergeboren en geroepen bent? Is de veroordelende Wet wel eens op je hart gebonden, heb je weleens de verschrikkelijke werkelijkheid onder ogen gezien dat jij, als natuurlijk mens je helemaal niet tot God wilt bekeren (hier heb je het voorbeeld dat je aanhaalt van ds. Wisse). Heb je wel genoeg geworsteld, gevraagd, gebeden, gesteund en tranen geschreid aan de troon der genade? (Ik verval nu een beetje in de eigen taal waarin men het vertelt).
Kortom, het gaat allemaal zo maar niet. Ten eerste zal een mens nooit uit zichzelf tot geloof en bekering komen (dat is denk ik waar), ten tweede zullen er maar weinig mensen die de genade van de wilsverandering door God gaan meemaken (en dat is niet waar volgens mij).
Hopelijk begrijp je met deze uitleg beter, waarom ds. Wisse zo terughoudend is. Hij gelooft er niet zo in, dat er veel mensen zomaar tot bekering komen. Het zijn er altijd maar een paar, omdat de drempels en de voorwaarden zo enorm hoog opgeschroefd zijn.
Velen uit de kring van deze dominee vinden dat ds. Wisse overigen wel deel uit maakt van die paar weinige uitverkorenen, maar zij durven dat (door zijn theologie natuurlijk) weer niet van zichzelf te zeggen.
Deze houding, die we veel tegenkomen in de orthodoxe hoek, is met bovenstaande uitleg denk ik ook goed te verklaren.
gravo