Jvslooten schreef:Mattew Henry schrijft bij dit vers:
"Hij, tot Wie wij gezonden worden, heeft om te geven en is genegen om te geven. Aan èèn ding moeten we ons houden als wij iets vragen (v. 6). Er moet geen twijfel zijn aan de belofte van God door ongeloof. (...) Zo iemand wantrouwig, weifelend en onzeker is, zal Hij waarschijnlijk een gunst van Hem niet op waarde weten te schatten en kan er daarom niet op rekenen die gunst te ontvangen. "
Dan is het voor ongelovigen toch fijn om te weten, dat ze niet hoeven te bidden, want volgens dhr. Henry geeft God ze toch nooit waar ze om vragen.
Jvslooten schreef:Dat heeft niks met twijfel te maken. Jezus bad naar de wil van de Vader en vertrouwde daar voor de volle honderd procent op. Niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt. Geen spoortje wantrouwen, vertwijfeling of onzekerheid te bekennen. Nee, in tegenstelling: in Jezus zien wij de volle overgave aan de wil van de Vader in vertrouwen. Vertrouwen staat lijnrecht tegenover vertwijfeling.
De Heer Jezus wist wat het plan was en toch vroeg Hij of God het toch eventueel niet door wou laten gaan.
(Ik vind dat normaal, want zo leuk was het plan niet voor Hem.)