Vandaag heeft een politieke meerderheid besloten om de wet tegen de smalende godslastering (Art. 147) af te schaffen. De wet schreef een straf toe aan:
1. hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, door smalende godslasteringen op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze uitlaat;
2. hij die een bedienaar van de godsdienst in de geoorloofde waarneming van zijn bediening bespot;
3. hij die voorwerpen aan een eredienst gewijd, waar en wanneer de uitoefening van die dienst geoorloofd is, beschimpt.
Zelf ben ik teleurgesteld in het afschaffen van deze wet. Het gaat mij niet om de discussie of deze wet gelovigen meer beschermt dan ongelovigen of om een beperking van vrijheid. Dat zijn maar kanttekeningen in de marge. En praktisch ook nauwelijks aan de orde.
Deze wet drukte voor mij iets anders uit. Religie en geloof zijn een algemeen menselijk verschijnselen, die alles te maken hebben met de blijvende onzekerheden die aan het mens-zijn kleven. Die onzekerheden zijn structureel en daarom is religie ook een blijvend fenomeen, dat aandacht en ruimte verdient. Religie is en blijft de diepst liggende structuur van een samenleving, in welke vorm die religie zich ook aandient. Ook nu nog leven we in een door en door religieuze tijd, ook al manifesteert het zich steeds minder in religieuze instituties. Dit alles lijkt met het afschaffen van deze wet totaal te worden ontkend.
De door de wetenschap gedomineerde westerse wereld wil dan wel vasthouden aan de populaire idee dat we God helemaal niet nodig hebben en dat geloof ouderwets is, maar heeft weinig oog voor de grenzen die de wetenschap heeft.
Niet dat de wetenschappelijke waarheid niet waar is, zeker wel, maar die waarheid, en daar gaat het om, biedt weinig troost, hoop en verlichting voor de fundamentele problemen die aan het menselijk bestaan kleven.
Als de dokter zegt, dat je een ongeneeslijke ziekte hebt, is dat wetenschappelijk gezien ook waar. Geen speld tussen te krijgen. Maar biedt die waarheid daarmee troost? Geeft dat toekomst? Worden we daar gelukkig van? Pas nog een longarts op TV gezien die emotioneel niet langer meer kon omgaan met deze waarheid, die op geen enkele manier meer werd verzacht voor arts of patiënt. Vroeger was er nog een dominee, maar nu is er niks.
Zo zit het tegenwoordig dus in elkaar: als iemand vanuit de nood naar God roept, dan moeten we zo iemand allemaal verplicht uitlachen ("God is dood, gekkie"), maar ondertussen gaan we nog steeds wel allemaal dood. Maar, tja, dat uh...daar zijn geen antwoorden op. Zoek het zelf maar uit.
En dat geldt eigenlijk voor alle wetenschappelijke waarheden: oerknal, evolutie, het op termijn uitdoven van de zon, de overbevolking, ziekten en de onontkoombare dood. Ze zijn waar, maar ze blijven stuk voor stuk ongelofelijk hard en onoplosbaar. "Jammer, dan" is het hoogste haalbare wetenschappelijk antwoord op het menselijk drama.
Het leven is hard, zeggen we dan. Het is wat het is. Meer kunnen we er niet van maken. Wen er maar aan.
En zo zijn we dan beland in die verlichte en optimistische, altijd maar groeiende en vooruitgaande moderne samenleving. Onverschillig, teleurgesteld, wantrouwend, zonder God en zonder hoop in de wereld.
De waarheid is hard. En onze samenleving wordt hoe langer hoe meer op deze waarheid gebouwd: hoe harder, hoe realistischer, hoe beter. Reality-TV, kwetsen, beledigen, schelden, gewelddadigheid, onveiligheid, verruwing. Het past allemaal prima in het wetenschappelijke kader, waarop onze samenleving zich baseert.
Kun je niet mee? Heb je pech? Tja, er zijn nu eenmaal haves en havenots, winners en losers.
Maar ondertussen snakken mensen naar warmte, liefde, aandacht, relatie, vertrouwen, hoop, troost en geloof. Kun je smalend over doen...totdat je daar zelf naar snakt, natuurlijk.
Want waarheid is niet genoeg. We hebben ook wijsheid nodig (geloof is vooral wijsheid).
Natuur is niet genoeg, we hebben ook cultuur nodig (religie is ook cultuur).
Het is niet goed dat de mens alleen is. Je hebt ook relatie nodig (God en mens zijn aan elkaar gerelateerd)
En waar vind je het dan? Bij vrienden natuurlijk. Bij familie. Zeker. Maar als alles nu eens rauw op je dak komt. Als je alleen komt te staan? Als er geen liefde meer is, geen aanspraak, geen thuis, geen opvang? Waar vind je het dan nog?
Precies, dan vind je het op een plek waar miljoenen het altijd weer gezocht en gevonden hebben. In het offer en in het gebed. In de overgave aan iets dat ons verre te boven gaat. In het geloof, dat kracht en steun geeft. Onze diepste angsten en verlangens worden niet beantwoord in deze wereld, die volgens harde wetenschappelijke wetten wordt gestuurd. Nee, onze diepste antwoorden krijgen wij niet van mensen en dingen, maar van God, het ultieme doel van onze zoektocht. De Enige, die ons nog kan helpen!
Zonder precies te zeggen wie, hoe en waar God is (wie zou daar iets over kunnen zeggen), kunnen we wel begrijpen dat gelovigen met God hun diepste, meest menselijke verlangen uitspreken. Met het uitspreken van God wordt bedoeld dat we een vluchtplaats hebben tegen alle ongeluk, gebrek, pijn en verdriet. Het is de allerdiepste binding die een mens ooit kan hebben. Vergelijkbaar met de binding van een kind aan zijn moeder. Iedereen kent dat. Die relatie is heilig. Een sterker en eerbiedwaardiger verbond is er niet. Het gaat om de allerbelangrijkste relatie van een mens. Waarin hij zijn hele vertrouwen, al zijn hoop, geloof en liefde in legt.
In de bikkelharde samenleving, die steeds meer volgens de natuurwetten ingericht lijkt te worden (survival of the fittest) staat deze relatie voor de menselijkheid, voor de leefbaarheid, voor de cultuur (tegenover de wrede natuur).
Net als die moederbinding, die de waarborg is voor een leefbare samenleving, zo is religie, de binding aan God, evenzeer een waarborg om in de cultuur de normen en waarden van liefde, trouw, hoop en geloof te behouden.
Religie waarborgt de erkenning dat mensen hoop, geloof en liefde nodig hebben.
Als we daar smalend over (mogen) doen, dan zal ons binnenkort eenzelfde kil gevoel overkomen, als wanneer mensen zich smalend uitlaten over de liefde die iemand voelt voor zijn eigen moeder. Kunnen we daar ook smalend over doen? Kunnen we het vertrouwen dat een kind stelt in zijn moeder lasteren? Wat gaat er dan stuk bij een kind? Bij een moeder? Bij een samenleving?
Alles van waarde is weerloos. (Lucebert)
Niet voor niets staan in onze taal de woorden 'motherfucker' en grove vloeken en godverwensingen voor dezelfde asociale verloedering, die ondanks de mooie beloften van een volledig wetenschappelijk wereldbeeld, zo hard toeslaat in de decadente westerse wereld.
Die wereld heeft vooral met een morele crisis te kampen. Want zoveel goeds heeft het ons niet opgeleverd, dat triomfantelijke afscheid van God. Leven we niet in een steeds liefdelozer wordende samenleving?
Met die veelgeroemde vrijheid om wie men maar wil te mogen kwetsen en beledigen?
Of smalend te doen over andermans diepste geluk?
Vandaag is ervoor gekozen om iedereen die zich afvraagt wat zijn "enige troost beiden in leven en in sterven" is en zijn hoop op God vestigt, smalend tegemoet te treden. Althans, niemand meer een strobreed in de weg te leggen wanneer hij dat wil doen.
In de praktijk zal dit wel meevallen, maar het staat wel symbool voor een afscheid niet alleen van God, maar ook van Gods eigenschappen. Afscheid van barmhartigheid, rechtvaardigheid, vrede en recht. Afscheid ook van wat we echt van God weten, namelijk van Jezus Christus in wie de volheid Gods lichamelijk woont. Afscheid van de liefde!
Die mag niet meer worden verdedigd en beschermd in onze samenleving.
UBI CARITAS ET AMOR, DEUS IBI EST.
gravo