mw schreef:
Waar ik veel meer moeite mee heb, is dat er mensen zijn die bidden: bewaar mij voor een onvoorbereide dood. In feite zegt men dan dat ze niet voorbereid zijn. Ga je toch voorbereiden ipv vragen of je niet mag sterven!
Het staat in Psalm 102:
VERS 24.
IK ZEG: MIJN GOD, NEEM MIJ NIET WEG OP DE HELFT VAN MIJN DAGEN - UW JAREN
DUREN IMMER EN ALTOOS.
‘Ik zeg: Mijn God.’ Hoewel Hij mij verbreekt en verdrukt, wil ik evenwel Hem niet
verlaten. Ik wil juist nog meer op Hem hopen, Hem aanroepen en Hem smeken,
zoals al Zijn heiligen doen.
‘Neem mij niet weg op de helft van mijn dagen’, of: in het midden van mijn dagen.
Hiermee zegt de dichter:
Laat mij niet onvoorbereid sterven Zij, die genoeg hebben
van dit leven en naar de dood verlangen, zoals David, Abraham en Paulus, worden
weggenomen aan het einde van hun dagen, want ze hebben in hun hart al afscheid
genomen van dit leven en verlangen naar de dood. Die echter nog vastzitten aan dit
leven en het liefhebben, die zijn nog in het midden van hun dagen. Zoals ook koning
Hizkia zegt: ‘Ik moet tot de poorten der hel gaan midden in mijn leven’ (Jesaja 38:10
vv). Zij sterven niet gewillig en willen Christus niet gelijkvormig worden in Zijn lijden
en dood.
‘Uw jaren duren immer en altoos,’ of: Uw dagen nemen geen einde. Dat betekent:
gedenk toch Heere, dat U eeuwig bent, maar dat ik maar een korte tijd leef. Niemand
kan U ontkomen. De tijd kan mij echter wel spoedig ontgaan, zodat er geen
genadetijd meer voor mij overblijft. Uw straf, o Heere, kan niemand ontlopen, want U,
Die eeuwig bent zult zeker komen.