rins schreef:Ds. Ledeboer gebruikte niet het woord 'pleiten'.
Ik vind ook dat we die term niet moeten gebruiken.
Zoals we kunnen zien wordt deze ook al verschillend geïnterpreteerd.
Verder mis nog steeds de Bijbelse onderbouwing voor het pleiten op de doop...
Dat hij het woord niet gebruikt wil nog niet zeggen dat hij niet hetzelfde bedoelde. Als de term verschillend wordt geinterpreteerd dan zegt dat meer over wat iemand ergens in wil lezen dan over de feitelijke betekenis van het woord. Wat Ledeboer zegt is dat je God mag wijzen op zijn Woord en beloften, op grond van de doop. Het woord pleiten - dat wijst op een (soms juridische) argumentatie is daarvoor heel geschikt, want je mag God wijzen op zijn eigen beloften, die in Christus ja zijn, en amen zijn. Er zijn zoveel woorden die Ledeboer niet gebruikte. Of die zelfs niet in de bijbel staan. Brakel zegt over zoiets:
Ook moet men aanmerken, dat het woord ceremonieel in de Bijbel niet wordt
gevonden, en dat men daarom over het woord niet heeft te twisten. 't Gewone gebruik
is te betekenen kerkplicht, een uitwendige omstandigheid, daad, actie of handeling.De doop is een teken en zegel, zegt de belijdenis. Een zegel bevestigt en verzekert iets. Pleiten is een woord uit exact dezelfde categorie als het woord zegel. De doop verzegelt de beloften die in het geloof worden aanvaard. Nogmaals Brakel (niet dat die het einde van alle tegenspraak is, maar om aan te geven dat de opvattingen van de critici van De Heer echt geen nieuwlichterij zijn):
Omdat de doop werkt als een teken en zegel, zo kan een kind verzegeld worden.
God en de gemeente, zo ook de ouders, zien ze aan als verzegelden. De ouders
hebben er hun vertroosting uit, en het gedoopte kind tot verstand komende, trekt
uit zijn doop de kracht van verzegeling tot vertroosting en heiligmaking.Juist in de bevindelijke traditie van de voorstelling van de rechtvaardigmaking als een rechtsgeding past de uitdrukking pleiten op de doop heel goed. Een goede onderbouwing vind je in bijvoorbeeld
Louter genade, dat is een uitgave van de Generale synode van de Gereformeerde Gemeenten, en daarnaast in iedere gereformeerde dogmatiek. In de Bijbel wordt daar niet heel nadrukkelijk over gesproken, omdat het daar voornamelijk andersom werkt: mensen worden gelovig, en op grond daarvan worden ze gedoopt. De bijbelse onderbouwing voor het pleiten op de doop is exact gelijk aan de bijbelse onderbouwing van de vervanging van de besnijdenis door de doop. Dat kun je niet los van elkaar zien. Feitelijk heeft de doop volgens De Heer ook geen betekenis meer dan een uitwendig en sociaal onderscheidingsmiddel en een bevestiging dat God recht heeft op het leven van alle mensen. Dat is echter niet waar de doop van spreekt. Hij spreekt van Gods genade, die door hem tot een soort slap aftreksel daarvan wordt gereduceerd.
Tenslotte nog een citaat van Brakel:
De kinderen hebben deel aan de goederen van het verbond, aan de verdiensten van
Christus, aan de beloften, aan de zaligheid. Matth. 19:14, Maar Jezus zeide: laat af van
de kinderkens, en verhindert hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het
koninkrijk der hemelen. Deze waren geen geestelijke kinderen in nederigheid, maar
natuurlijke kinderen, die tot Jezus gebracht werden, en van anderen, als te gering, van
Jezus geweerd werden. Deze verklaart Jezus deelgenoten van het koninkrijk der
hemelen, ‘t welk niemand kan zijn dan door en in Christus. En wie is er, die de
kinderen, jong stervende, durft buiten de hemel sluiten?
Zo ook Hand. 2:39, Uw kinderen komt de belofte toe. Die nu deel hebben aan de
beloften van het verbond, die komt ook het zegel van het verbond en van de beloften
toe.Iemand die met deze tekst beweert dat hij de term pleiten op de doop in gezaghebbende oudvaders nooit is tegengekomen die vertelt een halve waarheid. En als het om de Waarheid gaat is een halve waarheid meer dan een hele leugen. Je kunt in allerlei opzichten (Schriftbeschouwing, heilsorde) nóg zo rechtzinnig zijn, als de kern van de genade van God onrecht aan gedaan wordt, tast je de kern van de openbaring van God aan. De term dwaalleer lijkt me daarvoor heel juist gekozen.