De volgende reactie is gestuurd aan de opinie-redactie van het Reformatorisch Dagblad:
Reactie op ds. J.M.D. de Heer
Ds de Heer beantwoordt de vraag van een meisje over het pleiten op de doop (RD 6-6, hier het artikel:
http://www.puntuit.nl/interessant/menen ... p_1_568042)
Tegen de achtergrond van de ernst van Gods Woord en beloften wordt met dit antwoord het meisje ‘afgescheept’ en geen recht gedaan aan de doop als heilige instelling Gods.
De stelling dat een onbekeerde zondaar niet mag pleiten op de doop kan nooit gehanteerd worden vanuit de wetenschap dat de Heilige Doop het eenzijdige werk van de Heere is. Ds. de Heer moet of geloven dat de Heilige Doop de op naam gestelde beloften Gods aan het voorhoofd van de gedoopte zijn, of dat de doop niet heilig is. Als de doop namelijk van God uit, en een heilig sacrament is, dan is het onmogelijk dat het geen pleitgrond zou zijn. Hij die niet liegen kan spreekt geen voorwaardelijke beloften uit. De Heere heeft geen dubbele agenda. Waar vindt ds. de Heer in zijn Bijbel enige voorwaarden die de Heere stelt aan zijn beloften, behalve die Hij zelf geeft, namelijk geloof en bekering? Hoe vaak hebben arme, verloren zondaren niet gepleit op Gods deugden en eigenschappen en barmhartigheid verkregen? De Psalmen staan er vol van. De apostelen sporen aan op Zijn Woord te pleiten. We pleiten in ons gebed, mag ik hopen toch op het offer van Christus? Anders valt er toch niets te bidden?
Het schrijnende is dat het geschreven wordt als antwoord op de vraag van een meisje op de jongerenpagina van deze krant. Dit meisje krijgt als antwoord dat de Heere machtig is haar te verlossen, maar dat het niet zeker is dat Hij het doen zal. Hij gaat compleet voorbij aan de gewilligheid van God om haar te verlossen. Hij stuurt het meisje het bos in met de oproep tot een nederig gebed. Waar moet ze dat gebed vandaan halen? Uit haar eigen verdorven, dode hart? Dan zal ze nooit bidden. Nee, ze mag het halen uit Zijn Woord en Zijn vaste beloften!
Ds. de Heer schrijft dat de Heere geen persoonlijke belofte doet aan het gedoopte kind, maar alleen dat God beloofd zijn werk voort te zetten van geslacht tot geslacht. Als dat zo is, waarom dan die vorm? Waarom dan het kind voorin de kerk onder de naam van de drie-enige God? Dit antwoord van deze dominee doet de Heere ernstig tekort en belet zondaren tot Christus te gaan, zoals de discipelen de kinderen tegenhielden. (markus 10) Maar Jezus omarmde en zegende hen! Gebruikt ds. de Heer in zijn gemeente een ander doopformulier? Het doopformulier maakt geen onderscheid in voor wie de beloften zijn, maar wijst op het geloof dat de Heere schenken wil aan arme zondaren die pleiten op niets van zichzelf, maar op de beloften van Hem alleen.
Het zou toch vreemd zijn als een zondaar pas pleiten mag als hij het ware geloof bezit? We moeten pleiten op Gods beloften om dat ware geloof te verkrijgen. Als ik eerst een kind van God ben voordat de belofte voor mij is, dan verkrijg ik dus eerst de zaak en dan de belofte! We hebben inderdaad geen recht om te pleiten, geen goed woord te bidden en niemand van ons zoekt God (Rom 3), maar Hij zoekt ons wel en heeft grond gegeven buiten onszelf in Christus om te hopen, te bidden en te pleiten op Zijn volkomen offer.
Ik ben geen theoloog en theologische discussies in de krant zijn zelden stichtend, zie artikel prof. dr. Verboom. Ik ben wel vader van twee gedoopte kinderen. Kinderen van Adam, kinderen des toorns. Als zij sterven zoals zij geboren werden gaan zij voor eeuwig verloren. Maar de Heere heeft gezworen dat Hij geen lust heeft aan de dood van de zondaar en Hij heeft die belofte op de voorhoofden van onze kinderen verzegeld. Opdat ze geloven zouden. Dat wil ik ze vanuit Gods Woord voorhouden. Als deze betekenis van de doop niet aan uw en mijn kinderen voorgehouden wordt, zoals we beloofd hebben met ons ja-woord, dan zijn wij ouders en dominees schuldig aan hun verderf! Is dat te scherp? Hoe kan het scherper dan het Woord van God zelf? Ik zou de dominees willen smeken om in plaats van steeds zich weer te beklagen over de gang van de jeugd, zich te verootmoedigen en terug te keren naar het Woord alleen. Het gaat niet om het krijgen van leerstellig gelijk, het gaat om het eeuwige welzijn van onszelf en onze kinderen!
En wij ouders, laten we nooit vergeten dat de Heere een veel betere Vader en Moeder voor onze kinderen is en laten we ze tot Hem leiden, pleitend op Zijn belofte.
Bovenstaande reactie is door het Reformatorisch Dagblad niet geplaatst:
Veel dank voor uw reactie.
We kunnen deze echter helaas niet in onze rubriek Opgemerkt plaatsen. Zoals u in de colofon van Opgemerkt kunt lezen, zijn meditatieve artikelen van de mogelijkheid om te reageren uitgezonderd
We hopen dat u hiervoor begrip hebt.Inderdaad kan er volgens de huisregels op meditatieve inzendingen niet worden gereageerd, maar de huisregels zeggen ook dat boekrecensies zijn uitgezonderd van reactie, behalve als je ds. Eckevelt van de GerGem bent, natuurlijk:
http://www.refdag.nl/opinie/verbondsvis ... g_1_565463 Rest niets dan een net berichtje terug en een teleurstelling erbij:
Beste redactie, mijnheer ... ........,
Dank voor uw antwoord.
Ik heb begrip voor uw beslissing. Echter wil ik nog wel iets hier over kwijt, en ik hoop dat u dat ook begrijpt. Ds. de Heer krijgt van het RD gelegenheid een vraag te beantwoorden. Het RD schaart zich achter de inhoud van dit antwoord door het te plaatsen en bevestigd dit door reacties hier op niet te plaatsen. Daarmee doet het RD geen recht aan de overtuiging van een groot deel van haar lezers en aan de behoefte van de lezers van, in dit geval de jongerenpagina, om een zo eerlijk en objectief mogelijk antwoord te krijgen op zeer belangrijke vragen. Want wie gaat deze jonge lezers nu vertellen dat er meer is dan het antwoord van ds de Heer? Ik hoop van harte dat u uw verantwoordelijkheid beseft in deze.
Alle zegen met uw werk gewenst en een goede dag.