Riska schreef:Nu zou ik mij ervan af kunnen maken met een tekst: "Heer, ik geloof, kom mijn ongeloof te hulp"...
Dan krijg ik geheid te horen dat dat uit zijn verband is gehaald en op iets heel anders sloeg.
Wat mij verbaast is dat er zo ontzettend veel aandacht geschonken wordt aan 'ellende'.
De drieslag ellende-verlossing-dankbaarheid en als je één mist is het niet goed. Vooral de ellende niet.
Terwijl de HC verreweg het kortst is over ellende.
Ik geloof, Heere, kom mijn ongelovigheid te hulp ... dit kan je ook toepassen op bekering. Want vele blijven in de ellende hangen. En misschien besteden we er te veel aandacht aan, maar het gaat niet in de HC om wat het langst of kortst behandeld wordt lijkt mij!? Het gaat om de inhoud en de ellende, het zondebesef, daar kan je niet omheen, al gaan er velen wel omheen.
Riska schreef:Het heeft dezelfde verhouding als Kerst, Pasen, Pinksteren, waarover ik in een ander topic schreef. Kerst en Pinksteren zijn inhoudsloos als er geen Pasen was geweest.
(zie "hoe weet satan dat hij verslagen is).
Geloof is dankbaarheid voor de verlossing van en uit de ellende
Ik denk dat je beter kan zeggen Pinksteren en Pasen zijn inhoudsloos als Kerst er niet was geweest. Want het begint altijd aan het begin en nooit aan het einde of ergens tussenin.
Ja! geloof is dankbaarheid! Dankbaar voor het Volbrachte Werk van Christus. En door dat Werk verlost te zijn van de zonde. Maar zonder zondebesef geen geloof! Want dat is ook weer het begin ... je komt niet bij de verlossing als eerste en daarna de dankbaarheid, want dan weet je niet waar je verlost van ben. Maar er zal altijd ellende in voorkomen, bij de één meer dan de ander.
Riska schreef:En wat de Tien Geboden = de Wet betreft: het is geen stok om te slaan, maar een staf om te gaan.
Wij noemen het de Tien Geboden. Vaak worden ze ook de Tien Woorden genoemd. Een wegwijzer door het leven naar de eeuwigheid, vervuld in Christus, de Opgestane Heer.
En dat betekent weer: geloof...
Deuteronomium 5:31-33;
Maar gij, sta hier bij Mij, dat Ik tot u spreke al de
geboden, en inzettingen, en rechten, die gij hun leren zult, dat zij ze doen in het land, hetwelk Ik hun geven zal, om dat te erven.
Neemt dan waar, dat gij doet, gelijk als de HEERE, uw God, u
geboden heeft;en
wijkt niet af ter rechter-, noch ter linkerhand.
In al den weg, dien de Heere, uw God, u
gebiedt, zult gij gaan; opdat gij leeft, en dat het u welga, en gij de dagen verlengt in het land, dat gij erven zult.
Ik neem aan dit geen uitleg behoeft? Dus zeker geen stok, maar een gebod waar wij als mensenkinderen niet omheen kunnen!