Janvanverweg schreef:is het 'genade verbond' niet ontstaan om de babydoop te verdedigen? als er sprake van een verbond dat telkens verdr uitgewerkt wordt, dan zijn we snel klaar door het laatste verbond voor Jezus te nemen en daarvan aan te tonen dat dat voorbij is en dat daar een nieuw verbond voor in de plaats is gekomen. in de plaats betekend niet 'vernieuwen', 'aanpassen', 'uitbreiden' oid maar het oude wegdoen en er totaal iets nieuws voor in de plaats stellen. dus te stellen dat er eigenlijk maar een verbond is, is de baby-glazen bij voorbaat ingooien omdat we de Hebreeën brief hebben.
Om het antwoord op je eerste vraag te geven: nee, het 'genadeverbond' is niet ontstaan om de kinderdoop te verdedigen, al geeft het wel een onderbouwing ervoor.
Het genadeverbond is een term die duidelijk maakt dat door de hele Bijbel heen God dezelfde is en zijn kinderen op dezelfde manier redt, nl. door genade, door geloof, door Christus. Dat is de kern waar het in alle verbonden om draait.
V.w.b. het Sinaïverbond geldt inderdaad dat het nieuwe verbond ervoor in de plaats is gekomen, maar we moeten dan wel goed nagaan wat er precies is verouderd en wat er is gebleven.
De
bediening van dat verbond is vervangen, niet waar het in het verbond om ging (het wezen). De ceremoniën uit dat verbond: tempeldienst, offerdienst, reinigings- en spijswetten zijn vervangen door de vervulling in Christus: de enige Hogepriester die met Zijn ene offer verzoening heeft teweeggebracht en in de hemel voor ons dienst doet als Hogepriester. Hij is volkomen rein en Hij is ons gegeven tot heiliging. Dat is ook de strekking van de brief aan de Hebreeën.
De redding door Christus was dus al aanwezig in het Sinaïverbond, maar dan wel onder de schaduwen van de tempel- en offerdienst (Hebr. 8:5, Hebr. 10:1). Nu Hij gekomen is, is dat oude verbond niet meer nodig.
Er is dus geen sprake van "totaal iets nieuws", zoals je zegt, maar wel van volle openbaring in het nieuwe verbond van wat er onder het oude verbond onder de schaduwdienst reeds was.
Janvanverweg schreef: eens, maar gaan de verbonden over zalig maken? nee, dat kunnen we niet in alle verbonden lezen.
Ja, daar gaan ze ook en vooral over. Natuurlijk valt er een hoop meer te zeggen, maar de kern is wel dat God zijn verbond opricht met Zijn volk, dat Hij redt en dat Hij tot een leven met Hem roept. Dat is bij Noach zo (Gen. 6:18 en 9:11, gered door de ark), bij Abraham (geroepen uit het heidense Ur der Chaldeeen, rechtvaardiging door het geloof, Gal. 3:8, Evangelie, verbond en erfenis (de zaligheid) zijn hier aan elkaar gekoppeld), bij Mozes (redding uit Egypte, doortocht Rode Zee, de erfenis Kanaän als beeld van de zaligheid enz.) enz. God is de God van Noach, Abraham, Izaak en Jakob en Mozes, mensen dus die God gered heeft. Met hen heeft Hij zijn verbond dus opgericht.
Janvanverweg schreef:leuk dat je galaten ook noemt, want van dat vers doorlezend wordt duidelijk dat met nageslacht alleen Jezus bedoelt wordt! (vs16) in christus worden dus de volken gezegend. hoe?gal 3:8,9 En de Schrift, die tevoren zag, dat God de heidenen uit geloof rechtvaardigt, heeft tevoren aan Abraham het evangelie verkondigd: In u zullen alle volken gezegend worden. 9 Zij, die uit het geloof zijn, worden dus gezegend tezamen met de gelovige Abraham. van alle volken zullen zij die uit het geloof zijn gezegend worden! uit het geloof, er is dus geloof nodig om deel aan de zegen te krijgen!
dhet verbond dat abraham kreeg was voor hem en zijn nageslacht plus een belofte dat eens heel de wereld door een nakomeling van Abraham gezegend zou worden. ook genesis belooft de christus. maar een belofte is niet gelijk aan een verbond.
Het gaat om de belofte van het verbond. Overal waar God Zijn verbond opricht, geeft Hij beloften. Er is geen verbond zonder beloften. Ga maar na.
En inderdaad, er is geloof nodig om deel aan de zegen te krijgen, maar ondertussen geldt wel dat het verbond van kracht is en dat God Zijn kant van het verbond nakomt en van ons vraagt dat we Hem gehoorzamen. De zegen van het verbond is immers nog wat anders dan de belofte van het verbond.
Janvanverweg schreef:daarmee zijn alle verbonden in de kern van de zaak geestelijke verbondengekke inlegkunde; de verbonden gaan niet over zalig worden. dat leg je erin zonder dat het er staat. vervolgens concludeer je dat het daarom geestelijke verbonden zijn. lees wat de verbonden inhouden en je leest allemaal natuurlijke zaken. een concreet landsgebied, beloften van koningen zullen komen en volkeren die zullen ontstaan. ik vind het prima om bij het begin te beginnen, maar laten we dan allereerst naar de verbondsteksten kijken. je wilt bij het begin beginnen en vervlgens maak je reuzesprongen over de tekst heen en begin je te interpreteren op een wijze die de tekst geen recht doet. foei
Je mag het foei vinden, maar ik vind het foei dat je bij de verbonden vooral aan iets natuurlijks denkt. Nu is het waar dat de verbonden van het oude testament schaduwen of typen van het nieuwe bevatten (daarin verschilt het inderdaad van het nieuwe):
Bijvoorbeeld:
Kanaan -> de hemelse heerlijkheid
Jeruzalem beneden -> Jeruzalem boven (Gal. 4:26)
aardse hogepriester -> de hemelse Hogepriester, Christus (Hebr. 2:17 e.v.)
pesach -> ons Pascha, Christus (1 Kor. 5:7)
doortocht door Rode Zee -> doop (1 Kor. 10)
verbond met/ark van Noach -> doop (1 Petr. 3)
enz. enz.
Maar er is meer. Ook de verbonden in het oude testament bevatten de belofte van het Evangelie: redding door genade alleen (Gen. 6:8), de vergeving van zonden door genade alleen, door geloof alleen (Gen. 15:6). Het bevat ook de belofte van het eeuwige leven.
God de Vader had immers het Evangelie van Zijn Zoon, dat Hij op de bestemde tijd geopenbaard heeft, reeds lang van te voren door de profeten in de Heilige Schriften laten aankondigen (Rom. 1:2,3).
Paulus zegt ook dat de rechtvaardigheid van het geloof waarover dit Evangelie onderwijs geeft, getuigenis heeft van de Wet en de profeten (Rom. 3:21). En dat wat in de Wet staat is zonder enige twijfel gericht aan degenen die onder de Wet zijn (Rom. 3:19). Als nu ook de Wet getuigenis geeft van het Evangelie (en dat doet het), dan geldt ook dat diegenen die daaronder leefden, het Evangelie kenden en dus ook het uitzicht op het eeuwige leven dat daarbij hoort.
Dat wordt nog duidelijker als we het rijtje geloofshelden in Hebr. 11 eens nagaan: namen uit het OT. En wordt er bijgezegd dat zij door het geloof alleen de stad verwachtten waarvan God alleen de Bouwmeester is (vers 10). En dat ze een hemels vaderland verwachtten (vers 16).
Dat is onnoemelijk veel meer dan enkel "natuurlijke" zaken. Sterker nog: je kunt zeggen dat als de aartsvaders alleen natuurlijke zaken zouden zijn beloofd, ze de ellendigste van alle mensen zouden zijn geweest (1 Kor. 15:19). Maar ook zij hadden weet van het Evangelie en van de beloften die daarbij horen. Zij het dat het aan hen nog niet zo goed bekend was als aan ons.
Van Abraham wordt immers gezegd dat aan hem het Evangelie is verkondigd in de verbondsbelofte (Gen. 12:3, Gen. 22:18, Gal. 3:8), dat hij verlangd heeft om de dag van Christus te zien en dat hij hem gezien heeft en zich verheugd heeft (Joh. 8:56). En Jakob zegt op zijn sterfbed dat hij op Gods zaligheid wacht (Gen. 49:18). Ik weet niet aan welke natuurlijke zaken iemand denkt als hij op z'n sterfbed ligt, maar het ligt veel meer voor de hand om te veronderstellen dat Jakob hier aan de opstanding uit de dood en het eeuwig zijn bij God denkt. En de gelovigen uit het OT kunnen alleen maar op die gedachte gebracht zijn, omdat God hen dat beloofd heeft.
Dat de verbonden geestelijk van aard zijn, bewijst de moederbelofte uit Gen. 3:15:
"En Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw,
en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht;
Dat zal u de kop vermorzelen,
en u zult Het de hiel vermorzelen."
Dit is de kernbelofte die in alle verbonden terugkomt. Ten diepste een geestelijke zaak, die in de weg van het nageslacht vorm zal krijgen, Christus en Zijn werk. Je kunt dit onmogelijk reduceren tot iets natuurlijks: God geeft direct na de val al aan dat Hij verlossing zal zenden in Christus. Daar hebben alle OT gelovigen op de een of andere manier weet van. Dat zegt de apostel Paulus ook in Rom. 15:8: Jezus Christus is een dienaar geworden van de besnijdenis, opdat Hij de beloften die aan de vaderen gedaan waren, zou bevestigen!
Janvanverweg schreef:ja, er horen tekenen bij, en bij het nieuwe verbond is het teken de doop op geloof. geheel aansluitend hoe men altijd al gered kon worden, door geloof. het oude teken de besnijdenis doet er niet meer toe want dat hoorde bij de landsbelofte die vervuld is en bij de konings belofte die nu in Christus vervuld is. maar los daarvan waarom zouden we de praktijk van het ene teken gaan vermengen met de praktijk van een ander teken? werd dat met de eerdere tekeken ook gedaan? geenzins!
De besnijdenis is geen teken van de landbelofte. Dat staat nergens in de Bijbel en dat moeten we er ook zeker niet van maken.
Waar de besnijdenis wel een teken van is, geeft de apostel Paulus ons duidelijk aan:
Rom. 4:11 En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was,
opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven, hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden;Hier staat waar de besnijdenis het teken van is: het is een zegel van de gerechtigheid van het geloof, d.w.z. de besnijdenis is een waarmerk van God dat we alleen door het geloof in Zijn Zoon rechtvaardig voor Hem kunnen zijn. Want alleen Hij (Jezus) is onze rechtvaardigheid. Daar ging het in de besnijdenis dus al om.
Datzelfde teken heeft Izaak zijn zoon ontvangen en alle kleine jongetjes in Israel.
En de besnijdenis wijst ook naar de besnijdenis van het hart (Rom. 2:28-29, Deut. 10:16, Jer. 4:4). Dit is de besnijdenis die zonder handen geschiedt (Kol. 2:11). Daar wijst het teken van de besnijdenis dus op, niet naar de landbelofte!
En dan nu de doop: is dat opeens geen teken en zegel van de gerechtigheid van het geloof? Is dat ook geen teken van wat er in het hart plaatsvindt, zonder mensenhanden? Door geloofsdopers wordt dit wel gezegd, dus op dit punt moeten we elkaar de hand kunnen geven.
Maar dan moeten we niet alleen spreken van geloofsdoop, maar ook van geloofsbesnijdenis. Abraham ontving het teken van de besnijdenis toen hij reeds geloofde (Rom. 4:10). En zijn zoon Izaak ontving dit teken toen hij 8 dagen oud was, want de belofte van het Evangelie was voor zijn vader, maar ook voor hem.
De besnijdenis is dus een uiterlijk teken dat wijst naar een innerlijke zaak. En de doop is dat ook: een uiterlijk teken dat wijst naar een innerlijke zaak. Bij de besnijdenis is het zo dat de gelovige en zijn nageslacht (in dit geval de mannelijke zonen) het teken kregen. Daarmee wordt aangegeven dat hoewel het een teken is dat naar een innerlijke zaak wijst, we dit niet in de kinderen die dit ontvangen als reeds aanwezig moeten veronderstellen, maar moeten geloven dat de belofte van God ook hen toekomt. Want God werkt door de geslachten heen. In het nieuwe verbond werkt God ook door de geslachten heen. Dat lezen we in de beloften aangaande het nieuwe verbond (bijv. Jes. 58:19), maar ook gewoon uit de praktijk van de christelijke kerk: de meeste christenen zijn gelovigen die een gelovige vader en/of moeder hebben. Zo werkt God dus. En als dat zo is, mogen de kinderen van de gelovigen dit teken ook ontvangen. Niet op grond van zichzelf, maar op grond van God, die zo is, dat hij de kinderen van de gelovigen tot Zijn kinderen aanneemt (Ez. 16:20-21).
Janvanverweg schreef:Dit verbond sluit ik met hen – zegt de HEER:
mijn geest, die op jou rust,
en de woorden die ik je in de mond heb gelegd,
zullen uit jouw mond niet wijken,
noch uit de mond van je kinderen,
noch uit de mond van je kindskinderen,
van nu tot in eeuwigheid – zegt de HEER.wel, laten we naar de praktijk kijken; klopt dit voor de babygedoopten die ongelovig zijn? nee!
1. Wel, geldt dit voor volwassengedoopten die ongelovig blijken te zijn? Nee, ook niet. Maar gaat het daar wel over in dit vers? Volgens dit vers zijn we verplicht om te geloven dat God belooft aan het nageslacht van de gelovigen de Heilige Geest te geven.
2. God geeft hier Zijn belofte, maar werkt die wel in de tijd uit. Dat geldt voor alle beloften. Hij neemt er dus de tijd voor om ze te vervullen. Dat geldt voor de verbonden in het oude testament: bijv. Abraham heeft alleen maar een graf in Kanaän geërfd i.p.v. het hele land dat hem beloofd werd, zijn nageslacht kreeg het land pas. Dit geldt ook voor het nieuwe verbond.
Want is heel Israël (het joodse volk) soms al tot bekering gekomen? Nee toch? Want de belofte van het nieuwe verbond houdt dit nl. wel in (Jer. 31, Rom. 11).
Of geldt van iedere christen dat hij/zij altijd de woorden van God spreekt (Jes. 58:19)? Dat zou prachtig zijn, maar toch waarschuwen Jezus en de apostelen ervoor om op te passen voor wat we zeggen (Jak. 3:6-8). Wij struikelen zelfs veel (Jak. 3:2).
En wie kan zeggen dat de wet van God zo in zijn hart geschreven staat (Jer. 31:34), dat hij/zij nooit meer struikelt?
De apostel zegt dat we van dag tot dag vernieuwd worden (2 Kor. 4:16). Dat is blijkbaar nodig, want dit gebeurt doorgaans niet in een ogenblik. De volledige vervulling van deze beloften is er dus op het moment van de voleinding, als God alles zal zijn en in allen.
Toch noemen de apostelen zich ook dienaars van het Nieuwe Verbond (2 Kor. 3:6). Er zijn dus beloften en er is een bediening om die beloften te vervullen. Zo gaat God dus te werk.
Zo ook met de kinderen: Hij geeft Zijn belofte (en eis) en vervult die in de tijd. Je vraagt dus iets van "babygedoopten" wat God op dat moment niet van ze vraagt (nl. kunnen spreken), maar wat Hij wel belooft in ze te zullen werken. Want het gaat in het vers wat je "praktisch" wilt bespreken niet om wat de mens wel of niet kan, maar om wat God zal doen. En je wilt een zekerheidje vooraf of dit allemaal wel waar zal worden. Daarbij zie je de geloofsbelijdenis voorafgaand aan de doop als een zekerheid, terwijl de echte zekerheid alleen maar bij het eindoordeel gegeven wordt: dan wordt pas openbaar wie een kind van God is of niet.
Janvanverweg schreef:het handelingen gedeelt dat je aanroept gaat dan ook over DE bELOFTE die iederen zich door geloof in Christus eigen kan maken.
Ik vermoed dat je je hier niet helemaal goed uitdrukt. Ik denk dat je bedoelt dat je je de zaken die in de belofte beloofd worden, moet toe-eigenen door geloof in Christus. Dat is inderdaad zo, maar ondertussen is die belofte wel de belofte van God die geldig is. Het is niet zo, dat als je niet gelooft, dat die belofte niet meer geldig is. Je kunt de belofte wel naast je neerleggen door ongeloof en dan zal de belofte niet vervuld worden. Dat is ook geheel Bijbels: God beloofde het volk Israël dat Hij het zou verlossen en zou inbrengen in Kanaän (Ex. 6:7). Maar het volk vertoornde de Heere onderweg en daarom lezen we dat Hij zwoer ze toch niet in te zullen laten gaan: (Ps. 95:11, Hebr. 3:11-4:6). Zo lezen we dat ze niet konden ingaan vanwege hun ongeloof (Hebr. 3:19). Zo is het ook met de beloften van het verbond: zonder geloof worden die beloften niet vervuld, maar gaan integendeel de bedreigingen in vervulling.
Janvanverweg schreef:jer31:30 vier versen voor de tekst die je aanhaalt zegt dat iedereen in het nieuwe verbond zelf verantwoodelijk zal zijn. de overgang op de volgende generatie geldt dan niet meer!!!
Dat is onder het oude verbond ook al zo: Deut. 24:16 spreekt over de eigen verantwoordelijkheid van vaders en zonen, dus dat is geen argument. Wat Jeremia hier aan de kaak stelt is dus een gebruik dat rechtstreeks tegen het gebod van God ingaat. Het is dus geen argument in deze discussie.
Janvanverweg schreef:beste elbert, waar ik op wacht is dat je aantoont dat bovenstaande conclusie op de bijbel berust en niet vanuit een krampachtig 'de babydoop moet en zal gerechtvaardigd worden' redeneren.
Beste Jan, het is hierbij aangetoond, nu hoef je het alleen nog maar te geloven.

Maar ik heb zo'n vermoeden dat je dat niet zult doen.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)