Elbert, bedankt voor je uitleg.
Toch denk ik dat het niet vermelden van de kinderdoop in die tijd er juist op duidt dat deze ook NIET plaatsvond. Gevonden doopvonten uit die tijd zijn allen van een maat waar een volwassen mens in past.
In het nederlands heet alles dopen, maar in het engels is er al een duidelijker verbaal onderscheid, in de vorm van baptising and christening.
Het zijn 2 verschillende begrippen!
De eerste paar eeuwen kenmerkten zich vooral door jodenhaat, al deze zg oudvaders en kerkvaders maakten zich daar schuldig aan, want de kerk was nu Israel, de vervangingsleer werd alom ingesteld.
Terwijl Jezus stervende, Zijn Vader vroeg hen te vergeven, nemen de oudvaders de vrijheid dit niet te doen, integendeel.
Justinus de Martelaar (Martyr). Beweerde dat Gods verbond met Israël niet meer geldig was en dat de heidenen de Joden in Gods verlossingsplan hadden vervangen.
Ignatius van Antiochië: Stelde dat ieder, die op enigerlei manier het paasfeest met de Joden vierde, medeplichtige werd met hen die de Heer en zijn apostelen hadden gedood. (Verzoening, de kern van het christelijk geloof bleef dus buiten schot als het de Joden maar betrof).
Clemens van Alexandrië. Definieerde de Griekse filosofie als het belangrijkste middel, dat God aan de heidenen had gegeven, om tot Jezus te worden geleid.
Tertullianus. Beschuldigde het gehele Joodse 'ras'(?) Jezus te hebben vermoord.
Origenes. Beschuldigde het gehele Joodse volk van samenzwering om Jezus te doden. Deze man was een Platonist van het zuiverste water en ook in zijn eigen tijd een omstreden figuur. Hij liet zich castreren om maar niet door zijn seksualiteit te worden afgeleid van de 'hogere, geestelijke' zaken. Later schijnt hij daar dan toch weer spijt van te hebben gekregen. Hij heeft het 'allegoriseren' van de Bijbel tot een ware kunst verheven. Alles wat in de Bijbel maar scheen te duiden op gewone, aardse omstandigheden, plaatsen en tijden, werd met een handige quasi-intellectuele truc naar de 'bovenverdieping' afgeschoten, waar het plotseling heel andere betekenissen kreeg. Israël werd de kerk, de stad Jeruzalem het 'hemelse Jeruzalem', doden werden geestelijk doden, de bloeiende woestijn werd de geestelijke vernieuwing van 'dode' zondaars, enzovoorts. Natuurlijk loop je met zo’n gewrongen uitleg aan alle kanten vast, zoals we al zagen. Dat werd dus één ongrijpbare, woordenbrij. Dat allegoriseren had Origenes geleerd in Alexandrië, waar een school voor Griekse wijsheid was gevestigd. En de wijze waarop de Grieken met hun oude geschriften omgingen, was door middel van - inderdaad - allegorie.
Eusebius, woonde geruime tijd in Caesarea. Hij beschreef de kerkgeschiedenis van de eerste (bijna) drie eeuwen en verbreidde de opvatting, dat de zegeningen en beloften in het oude testament voor de kerk waren en de vervloekingen voor de Joden. De kerk was volgens hem het ware Israël. Hij was een goede vriend van keizer Constantijn en begeleidde deze na zijn bekering.
Johannes Chrysostomus (betekent: gouden mond). Een geweldig redenaar, die zijn 'gouden mond' heeft misbruikt om de Joden zo zwart mogelijk te maken. Volgens hem was Jezus’ vergeving niet voor Joden en had God ze altijd al gehaat. Het was volgens hem christenplicht om de Joden te haten. Zij waren immers moordenaars van Christus en aanbidders van satan. Over de synagoge gaf hij het volgende ten beste: erger dan een bordeel, een hol vol bedriegers, een tempel van demonen toegewijd aan afgoderij, een ontmoetingsplaats voor Christus-moordenaars, een huis erger dan een drankhol, een dievenbende, een huis van lichte zeden, een woonplaats van ongerechtigheid, een toevlucht voor duivels, een afgrond van verderf. Wat mij betreft, zei deze gevierde redenaar, ik haat de synagoge en ik haat de Joden evenzo.
Hiëronymus. Een wonderlijk figuur. Vertaalde de Bijbel in het Latijn. Volgens hem begrepen de Joden niets van de Bijbel en moesten streng vervolgd worden totdat zij het 'ware geloof' zouden aanvaarden. Hij is, naast Origenes, een van de kampioenen van de allegorische interpretatie van de Bijbel geweest. Alle aardse zaken worden vergeestelijkt(?). Het koninkrijk van God is in de hemel. Maar toch voeren op aarde de nu tot aanzien gekomen kerk tezamen met de Romeinse keizer de heerschappij over de heidenen. Dat duizendjarig rijk, waarover we het al eerder hebben gehad, werd verondersteld in hun tijd te zijn gekomen.
Dat Israel slecht tijdelijk terzijde was gesteld, zoals Paulus dit in Rom 11 uiteenzet, werd waarschijnlijk verzwegen voor de massa.de Bijbel was tenslotte geen algemeen bezit en mensen konden niet lezen.
Hoe dan ook, als men dit alles plaatst in het licht van de dienstbaarheid en liefde die een christen hoort te hebben, zeker ook voor het joodse volk, kan ik dus niet meegaan met alles wat de kerk van destijds heeft uitgevoerd.De vervangingsleer van Augustinus is dan ook zeer kwalijk te noemen.
http://www.refdag.nl/nieuws/kerknieuws/ ... k_1_509627