Berichtdoor marin » 06 feb 2011 19:55
P. Strootman schreef:
Dank voor uw reactie me'n beste marin! Maar legt u dan de woorden van Jezus eens uit, toen Hij zei: 'Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israels'?
De Bijbel legt zichzelf uit.
Matt.10: 6 Maar gaat veel meer heen tot de verloren schapen van het huis Israëls.
Hand.3: God, opgewekt hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Denzelven eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden zegenen zou, daarin dat Hij een iegelijk van u afkere van uw boosheden.
Handelingen 13:26, 46
26 Mannen broeders, kinderen van het geslacht Abrahams, en die onder u God vrezen, tot u is het woord dezer zaligheid gezonden.
46 Maar Paulus en Bárnabas, vrijmoedigheid gebruikende, zeiden: Het was nodig, dat eerst tot u het Woord Gods gesproken zou worden; doch nademaal gij hetzelve verstoot, en uzelven des eeuwigen levens niet waardig oordeelt, ziet, wij keren ons tot de heidenen.
Na zijn doop ging Jezus naar Galilea "om het evangelie Gods te prediken, en Hij zeide: De tijd is vervuld." Marcus 1: 14,15."En hij zal het verbond voor velen zwaar maken, een week lang." Dat is de zeventigste week, de laatste zeven jaar van de periode die voor de Joden `bepaald' was.
In deze periode tussen 27 en 34 na Chr. richtte Jezus Zich eerst zelf en daarna door zijn discipelen in het bijzonder tot de Joden met de evangelieboodschap.
Toen de apostelen vertrokken om het goede nieuws van het Koninkrijk te verspreiden, zei Jezus: "Wijkt niet af op een weg naar heidenen, gaat geen stad van Samaritanen binnen: begeeft u liever tot de verloren schapen van het huis Israëls." Matt. 10: 5, 6."In de helft van de week zal hij slachtoffer en spijsoffer doen ophouden."
In 31 na Chr., drie en een halfjaar na zijn doop, werd Christus gekruisigd.
Met het grote offer van Golgotha kwam er ook een einde aan de offers die vierduizend jaar lang hadden gewezen op het Lam van God. Het beeld werd door zijn tegenbeeld vervangen en daardoor kwam er ook een einde aan "slachtoffer en spijsoffer" van de ceremoniële wetgeving. De zeventig profetische weken of 490 letterlijke jaren die vooral voor het Joodse volk waren `bepaald', eindigden dus in 34 na Chr. In dat jaar bezegelde het volk zijn verwerping van het evangelie door het optreden van het Sanhedrin, waardoor Stefanus werd gestenigd en de volgelingen van Christus werden vervolgd.
Toen werd de reddingsboodschap niet meer alleen aan het uitverkoren volk, maar aan de hele wereld gebracht.
De discipelen moesten vanwege de vervolgingen in Jeruzalem de stad verlaten. "Zij dan, die verstrooid werden, trokken het land door, het evangelie verkondigende." "En Filippus daalde af naar de stad van Samaria en predikte hun de Christus." Petrus werd door de Heilige Geest geleid toen hij "het goede nieuws" aan de hoofdman uit Ceasarea, de godvrezende Cornelius, bracht. En de vurige Paulus, die bekeerd werd, moest het goede nieuws "ver weg, naar de heidenen" brengen. Handelingen 8: 4, 5 en 22: 21.
Zeventig weken zijn bepaald over uw volk en de heilige stad, om de overtreding te voleindigen, de zonde af te sluiten, de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid te brengen, gezicht en profeet te bezegelen en iets allerheiligst te zalven." Daniël 9: 24.
Aan het einde van de 70 weken zou overtreding, zonde en ongerechtigheid voleindigd, afgesloten en verzoend worden door de dood van de Messias. (Hebreeën 1: 2, 3).
Een eeuwige gerechtigheid, de Messias, zou gebracht worden.
Jes 8: 20: Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. King James: Dit komt, omdat er in hen geen licht is.