Mortlach schreef:Stel* dat je je plek in de hemel kon opgeven en dat dan 2 of 10 of 100 mensen, het aantal is niet zo belangrijk, die anders niet naar de hemel zouden gaan, dat wél zouden doen, zou je dat dan doen? En laat je dan met je ziel gebeuren wat je gelooft dat er dan gebeurt?
Maar goed, wat zou jij kiezen, en waarom?
Deze vraag heeft mij eigelijk best wel aan het denken gezet. Ik weet wel dat de verzekerdheid dat ik straks bij Hem mag zijn niet kan ruilen voor 2,10 of 100 andere zielen, maar goed dat geef je zelf ook al aan. Los van het feit dat het niet kan, toch een antwoord.
Om deze vraag te beantwoorden moest ik terug naar de vraag waarom ik naar de hemel wou/wil, en waarom die andere 2,10 of 100 mensen graag naar de hemel willen.
Voor mij was, is & blijft het antwoord: om voor altijd bij Hem te zijn en Hem volmaakt te dienen, datgene waarin ik nu alleen maar tekort schiet.
In gesprekken met andere mensen (bont gezelschap van (naam)christenen en niet gelovigen) hoor ik vaak als antwoord op deze vraag: omdat ik het verdiend heb, ik wil komen op een plek waar alles goed is, ik niet geloof dat er een hel bestaat (dus automatisch in de hemel kom), enz. enz.
Laat ik het zo zeggen: voor deze mensen ruil ik mijn leven bij mijn Heiland dus echt niet in! Puur alleen omdat deze mensen Hem de eer niet geven die Hem toekomt! Wel bij Iemand willen wonen, maar Hem niet willen kennen & dienen gaat er bij mij niet in. Hun eigen belang gaat voorop...
Mocht ik mijn zaligheid 'in moeten leveren' voor 2 mensen die Hem alle eer willen geven die Hem toekomt, dan zou ik er serieus over willen nadenken! Al wil ik dan nu nog niet stilstaan bij de eeuwige Godverlatenheid en pijn die mij dan te wachten staat.
Maar gelukkig is het Vaderhart zo groot, en de armen van mijn Heiland zo wijd dat er zoveel mensen inpassen en welkom zijn, dat ik mijn zaligheid niet in hoef te leveren. Maar samen met die eventuele 2,10 of 100 mensen mij bij de Grote Schare hierboven voegen mag om Hem voor altijd oprecht en volmaakt te dienen! En zolang ik bij nog niet bij die Schare voegen mag, voel ik mij wel met hen verbonden en zing ik regelmatig: 'daarboven juicht een grote schaar!'