De hoge raad motiveert haar oordeel op het standpunt dat het passieve kiesrecht (en dus de democratie) voor vrouwen beschermd dient te worden. Dan is het wel een beetje vreemd om de oudste democratische partij van ons land aan te pakken.
Maar dat is natuurlijk niet het belangrijkste: de vraag is of de hoge raad (en in het verlengde hiervan de wetgever) zichzelf hier niet in een onmogelijke spagaat manoeuvreert. Want om "de democratie te redden", vindt de hoge raad dat de staat in dient te grijpen in de interne aangelegenheden van een politieke partij in het Nederlandse democratische bestel. Concreet: de keuzemogelijkheden van de leden van die partij om mensen op de kandidatenlijst te zetten die ze willen. Daarmee kent de staat zich wel heel vergaande bevoegdheden toe, té vergaand naar mijn mening.
Voor de goede orde: ik ben het met het vrouwenstandpunt van de SGP oneens, maar met deze overheidsbemoeienis net zozeer.