Het is me ook een raadsel waarom de theorie van homorelaties in liefde en trouw op zoveel bijval kan rekenen. Je baseert dit tenslotte op iets wat er níet staat.
@ Henkie
Dat is niet helemaal waar, omdat ik begrijp dat je niet eerst een document gaat downloaden en lezen schrijf ik het nu helemaal voluit. Bijt er even doorheen, ik hoop dat het een beetje verheldert.
Oorspronkelijke natuur vs. gevallen heteronatuur
Matheus 19
4 Doch Hij, antwoordende, zeide tot hen: Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne [den] [mens] gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw? 5 En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn; 6 Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. 7 Zij zeiden tot hem: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten? 8 Hij zeide tot hen: Mozes heeft vanwege de hardigheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo niet geweest. 10 Zijn discipelen zeiden tot Hem: Indien de zaak des mensen met de vrouw alzo staat, zo is het niet oorbaar te trouwen.
Romeinen 3
9 Wat dan? Zijn wij uitnemender? Ganselijk niet; want wij hebben te voren beschuldigd beiden Joden en Grieken, dat zij allen onder de zonde zijn; 10 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een; 11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt. 12 Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is [ook] niet tot een toe.
Uit de bovengenoemde teksten zou je kunnen afleiden dat er een verschil is tussen hoe het “alzo van den beginne geweest is” en de huidige situatie van het hetero-zijn. De tekst uit Romeinen laat ons zien dat niet alleen hetero daden tegenwoordig beperkt zijn in hun volheid, maar ook de hetero aard. Getuige de zin: “tezamen zijn zij onnut geworden” en “er is niemand die goed doet” blijkbaar horen die twee dingen bij elkaar. “Zijn” en “doen” worden aan elkaar geklonken. Je bent een gevallen zondaar omdat je zonde doet, en je doet zonde omdat je een gevallen zondaar bent.
Dat brengt mij tot de conclusie dat de gevallen heteronatuur onder de wet is. Nog niet vrijgemaakt van de beperking in de volmaaktheid van de liefde. Getuige ook zondag 2 van de Heidelberger Cathechismus, waaruit blijkt dat de oude heteronatuur gericht is op zichzelf:
Vr.4. Wat eist de wet Gods van ons?
Antw. Dat leert ons Christus in een hoofdsom, Matth. 22:37-40: Gij zult liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand, en met geheel uw kracht. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Aan deze twee geboden hangt de ganse Wet en de Profeten.
Vr.5. Kunt gij dit alles volkomenlijk houden?
Antw. Neen ik; want ik ben van nature geneigd God en mijn naaste te haten
Rest mij nog aan te tonen dat de gevallen heteronatuur “vleselijk” is. De term vleselijk wordt door Paulus vaak gebruikt. Hij gebruikt het als verzamelnaam voor alles wat tegen de Heilige Geest werkt. In Galaten zet Paulus de term vleselijkheid tegenover de vervulling van de wet. Als de wet “God en de naaste liefhebben” is dan is de gevallen mens het tegenovergestelde daarvan, zoals de catechismus zegt; geneigd God en mijn naaste te haten. Kortom; vleselijk zegt Paulus:
Galaten 5
14 Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, [namelijk] in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven. 15 Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt. 16 En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet. 17 Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet. 18 Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet. 19 De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid, 20 Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, 21 Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beerven.
Het wordt tijd om de parallel te zoeken met de homo, ik geloof dat de overeenkomst niet zo moeilijk meer te vinden is. De vorige stap was echt nodig om te laten zien dat we vaak onze homoseksuele medebroeders en zusters behandeld hebben als mensen van ongelijk allooi. Mensen met een verderfelijke aard, verderfelijke praktijk, van problematisch gehalte, afgezet tegen de paradijsbloem die hetero’s bezitten en koesteren. Of in termen van de voorzitter van de Gereformeerde Bond: “God beschermde het huwelijk, en is het huwelijk veilig bij de PKN?” Daarmee implicerend dat het huwelijk nog in opperste staat van paradijselijkheid verkeert. Ik hoop dat ik die mythe inmiddels doorgeprikt heb… Ze heeft m.i. al genoeg levens verwoest. Voordat we overgaan op de homo’s wil ik eerst nog even stilstaan bij alle mooie dingen die over de oorspronkelijke, ongevallen natuur worden gezegd.
Genesis 2
22 En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam. 23 Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is. 24 Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn. 25 En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet.
Matheus 9
4Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne [den] [mens] gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw? 5 En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn; 6 Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
Oorspronkelijke natuur vs. gevallen homonatuur
Om heel eerlijk te zijn had ik de homonatuur niet los hoeven te behandelen van de heteronatuur. Het uiterlijke vertoon mag verschillen. De kern van de zaak is hetzelfde. Toch zal ik de uitsplitsing handhaven. Omdat ik wil laten zien dat het verschil er daadwerkelijk, feitelijk niet is. Ik hoef maar één tekst te noemen en daar zit het allemaal in.
Romeinen 1
26 Daarom heeft God hen overgegeven tot oneerlijke bewegingen; want ook hun vrouwen hebben het natuurlijk gebruik veranderd in het [gebruik] tegen nature; 27 En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die [daartoe] behoorde, in zichzelven ontvangende. 28 En gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen; 29 Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid, vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid; 30 Oorblazers, achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam; 31 Onverstandigen, verbondbrekers, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijken, onbarmhartigen; 32 Dewelken, daar zij het recht Gods weten, [namelijk], dat degenen, die zulke dingen doen, des doods waardig zijn) niet alleen dezelve doen, maar ook mede een welgevallen hebben in degenen, die ze doen.
De gevallen (homo)natuur doet dezelfde dingen verkeerd in een ander jasje: ze is tegen/onder de wet. Ze is gericht op zichzelf, en ze is vleselijk.
Echter daar stopt ons verhaal niet. Ons verhaal moet verder. Alleen kon ons verhaal niet verder zonder aan te tonen dat niet slechts een eenzijdig gedeelte van de mensheid onder de wet, gericht op zichzelf en vleselijk is. Dat breukvlak loopt niet tussen de hetero’s en de homo’s. Dat breukvlak loopt ergens anders. In veel van mijn gesprekken met mede christenen was er één rode draad: mensen wilden zich niet vergelijken / vereenzelvigen met mijn lot. Het waren mooie, maar holle woorden. Voordat ik het échte breukvlak zal blootleggen wil ik daar eerst een paar voorbeelden van noemen, voorbeelden van uitspraken die aantonen dat men mij niet als een gelijkgeaarde (h)erkende:
- Als ik op straat loop en ik zie een mooie vrouw, en ik denk, daar zou ik wel een beschuitje mee willen eten. Dan snap ik heel goed wat jij meemaakt. (dan pas gelijkheid?)
- Ik ga ook niet op bezoek bij alleenstaande vrouwen, want zodra ik dat doe heb ik ook de schijn tegen me. (dan pas gelijkheid?)
- Het huwelijk is een paradijsbloem, het was adam & eve, niet adam & steve. (het was inderdaad adam & eve, zijn jullie ook zoals adam & eve?)
Het is schrijnend om te zien dat de herkenning pas een feit is, als de uitsprekers van deze zinnen voor zichzelf het idee hebben dat ze een zonde begaan. Wat is de grootste ellende van de mens? Dat hij zijn (huidige) ellende niet kent. Wat is de grootste ellende van een homo? Dat iemand anders de homo-ellende wel herkent maar de ellende van zichzelf niet…
Het is tijd voor positiever nieuws. Échte oplossingen.
Christus en de nieuwe heteronatuur
Christus als oplossing van het probleem. We hebben gezien dat Adam en Eva prachtige, maar onbereikbare voorbeelden bleven. Omdat onze aard & daad (onze natuur) beperkt waren in volmaaktheid.
Galaten 3
24 Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden. 25 Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.
Galaten 5
13 Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk [gebruikt] de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde. 14 Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, [namelijk] in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven.
Galaten 5
22 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. 23 Tegen de zodanigen is de wet niet.
Wat is het heerlijk om een Bijbel te hebben waar het gewoon in staat. De echte breuklijn ligt bij Christus. Christus maakt alles nieuw. Hij doet eigenlijk verschillende dingen. Hij zorgt er voor dat de wet, die ons liet zien dat we niet zo’n mooie natuurlijke erfenis hebben gekregen uit het paradijs, vervuld wordt.
We hebben een nieuwe natuur geërfd. Uit het nieuwe testament. De erfenis is vrijgekomen door de dood van de Testamentmaker. En alleen daardoor. We hebben die erfenis niet, doordat we dezelfde paradijselijke geaardheid hebben als Adam en Eva. Dat zouden we wel willen. Dan hoefden we er niet mee naar Christus, en we hoefden Hem geen eer voor vernieuwing te geven. We hadden dan vanuit onze ongevallen aard, ongevallen werken vertoont, en anderen er op aangesproken dat ze dit ook moesten doen. Maar dat doen we niet… toch?
Romeinen 4
1 Wat zullen wij dan zeggen, dat Abraham, onze vader, verkregen heeft naar het vlees? (dat wil hier zeggen; op eigen kracht?) 2 Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God. 3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem gerekend tot rechtvaardigheid. 4 Nu dengene, die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar schuld. 5 Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid. 6 Gelijk ook David den mens zalig spreekt, welken God de rechtvaardigheid toerekent zonder werken; 7 [Zeggende]: Zalig zijn zij, welker ongerechtigheden vergeven zijn, en welker zonden bedekt zijn; 8 Zalig is de man, welken de Heere de zonden niet toerekent.
Een deel van die erfenis is de zorg van een Levende Jezus met een Levende Geest. De oude heteronatuur is niet meer de heerser. Dat betekent concreet dat de hetero vecht. Nee eigenlijk zeg ik dat verkeerd. Dat betekent dat de hetero en de Geest vechten. Samen; ondanks de beperking die ons afhoud van de oorspronkelijke natuur. Wat bevechten ze? Het vleselijke, ze zoeken naar het koninkrijk der hemelen. Is daarmee het leven van de hetero weer het leven van Adam en Eva? Nee, en die vraag kan je het beste stellen aan degenen die onderdeel zijn van dat proces. Laten we het Paulus vragen:
Romeinen 7
14 Want wij weten, dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. 15 Want hetgeen ik doe, dat ken ik niet; want hetgeen ik wil, dat doe ik niet, maar hetgeen ik haat, dat doe ik. 16 En indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo stem ik de wet toe, dat zij goed is. 17 Ik dan doe datzelve nu niet meer, maar de zonde, die in mij woont. 18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vlees, geen goed woont; want het willen is [wel] bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet. 19 Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. 20 Indien ik hetgene doe, dat ik niet wil, zo doe ik nu hetzelve niet meer, maar de zonde, die in mij woont. 21 Zo vind ik dan deze wet [in] [mij]; als ik het goede wil doen, dat het kwade mij bijligt. 22 Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens; 23 Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is. 24 Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? 25 Ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. (7:26) Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde.
Genade geeft vrijheid maar ook verantwoordelijkheid. Je moet zorgen voor mensen om je heen! Zorgen terwijl je zicht houdt op datgene wat jou vergeven is:
Matheus 18
23 Daarom wordt het Koninkrijk der hemelen vergeleken bij een zeker koning, die rekening met zijn dienstknechten houden wilde. 24 Als hij nu begon te rekenen, werd tot hem gebracht een, die hem schuldig was tien duizend talenten. 25 En als hij niet had, om te betalen, beval zijn heer, dat men hem zou verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en al wat hij had, en dat [de] [schuld] zou betaald worden. 26 De dienstknecht dan, nedervallende, aanbad hem, zeggende: Heer! wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. 27 En de heer van dezen dienstknecht, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, heeft hem ontslagen, en de schuld hem kwijtgescholden. 28 Maar dezelve dienstknecht, uitgaande, heeft gevonden een zijner mededienstknechten, die hem honderd penningen schuldig was, en hem aanvattende, greep [hem] bij de keel, zeggende: Betaal mij, wat gij schuldig zijt. 29 Zijn mededienstknecht dan, nedervallende aan zijn voeten, bad hem, zeggende: Wees lankmoedig over mij, en ik zal u alles betalen. 30 Doch hij wilde niet, maar ging heen, en wierp hem in de gevangenis, totdat hij de schuld zou betaald hebben. 31 Als nu zijn mededienstknechten zagen, hetgeen geschied was, zijn zij zeer bedroefd geworden; en komende, verklaarden zij hunnen heer al wat er geschied was. 32 Toen heeft hem zijn heer tot zich geroepen, en zeide tot hem: Gij boze dienstknecht, al die schuld heb ik u kwijtgescholden, dewijl gij mij gebeden hebt; 33 Behoordet gij ook niet u over uw mededienstknecht te ontfermen, gelijk ik ook mij over u ontfermd heb? 34 En zijn heer, vertoornd zijnde, leverde hem den pijnigers over, totdat hij zou betaald hebben al wat hij hem schuldig was. 35 Alzo zal ook Mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet van harte vergeeft een iegelijk zijn broeder zijn misdaden.
Nu komt het kritieke punt:
Wat is het christelijke gehalte van de opvatting dat een homo moet teruggaan naar de oorspronkelijke natuur. Dat hij daden moet gaan vertonen zoals Adam en Eva dat deden. En als ze dat niet doen dan mogen ze niet delen in de maaltijd met Christus. En dan mogen ze niet belijden dat Hij hun doorgang is naar een nieuw leven en een nieuwe natuur… En dat terwijl alle herboren hetero’s wel gebruik maken van die Doorgang. Zij worden niet teruggeworpen op zichzelf, maar omarmen elkaar, en omarmen Christus. Niet dankzij hun natuurlijkheid, maar ondanks hun onnatuurlijkheid:
(…)
Christus en de nieuwe homonatuur
U zult inmiddels begrijpen dat ons lot veel overeenkomsten vertoont. Daarom ga ik ook geen andere teksten gebruiken. Ze staan er ook voor ons als homo’s
Galaten 3
24 Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden. 25 Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.
Galaten 5
13 Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk [gebruikt] de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde. 14 Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, [namelijk] in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven.
Galaten 5
22 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. 23 Tegen de zodanigen is de wet niet.
Ja, we hebben inzicht gekregen in ons tekort. Dat heeft de wet voor ons gedaan. En geloof me die wet is ons ingewreven, de gereformeerde gezindte was er als de kippen bij om die ons voor te spiegelen. Zo ijverig dat menig “homofiel” er het leven door heeft gelaten… Maar wie heeft ons onderwezen in onze redding? En wie heeft ons onderwezen wat de gevolgen daarvan zijn? Wie heeft de mond geroerd en ons deelgenoot gemaakt van de verdiensten van Christus? De interne en externe strijd die daarop volgt? Wie heeft er armen om ons heengeslagen en heeft de geestelijke vruchten (h)erkend in onze nieuwe homoaard? Onze homoaard die nooit zal worden als de aard van de ongevallen Adam en Eva. Maar is dat noodzakelijk? En zo ja, waarom spreken jullie Paulus daar dan niet op aan? Of Christus, want Christus heeft zich duidelijk uitgesproken over de eeuwige natuur. Over het belang van het huwelijk in dat licht:
Lukas 20
33 In de opstanding dan, wiens vrouw van dezen zal zij zijn? Want die zeven hebben dezelve tot een vrouw gehad. 34 En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: De kinderen dezer eeuw trouwen, en worden ten huwelijk uitgegeven; 35 Maar die waardig zullen geacht zijn die eeuw te verwerven en de opstanding uit de doden, zullen noch trouwen, noch ten huwelijk uitgegeven worden;
Marcus 12
24 En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Dwaalt gij niet, daarom, dat gij de Schriften niet weet, noch de kracht Gods? 25 Want als zij uit de doden zullen opgestaan zijn, zo trouwen zij niet, noch worden ten huwelijk gegeven; maar zij zijn gelijk engelen, die in de hemelen [zijn].
Galaten 3
25 Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester. 26 Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus. 27 Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan. 28 Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus. 29 En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.
Galaten 6
11 Ziet, hoe groten brief ik u geschreven heb met mijn hand. 12 Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden. 13 Want ook zij zelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden. 14 Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld. 15 Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een nieuw schepsel. 16 En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve [zal] [zijn] vrede en barmhartigheid, en over het Israel Gods. 17 Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam. 18 De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen.
Kortom; de kracht zit niet in de aard, maar in de vernieuwing/ vernieuwer van die aard. Waaraan is die vernieuwing te herkennen? Is die te herkennen aan het vergelijken met de oorsprong? Met de wet? Misschien met prachtige heterorelaties? Nee! Die is te herkennen aan de vruchten van de Geest, die alleen te voorschijn komen als de stek in de juiste boom is geplant. Dat komt openbaar in de volgende aspecten:
Galaten 5
22 Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. 23 Tegen de zodanigen is de wet niet. 24 Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden. 25 Indien wij door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen. 26 Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander tergende, elkander benijdende.
Ik ken ze, vruchtbare heterorelaties, geschoold op de nieuwe natuur verkregen in Christus, en met medewerking van zijn Geest. Ik ken ze die prachtige homorelaties, die druipen van de Geestelijke vruchten. Het zijn er echter niet veel. Want die vijf tot tien procent in onze kerken krijgen de kans niet om tot bloei te komen. Omdat ze geconfronteerd worden met tergende en benijdende zoekers van ijdele eer. Ijdele eer in een stiekem-niet-gevallen-aard met ongeschonden daden. Die de homo’s de maat nemen en ze proberen terug te leiden naar de oorsprong. Die ze noodzaken besneden te worden opdat ze zouden kunnen roemen in hun vlees. Hoewel zij, zelf besneden de wet niet houden…
Het moeilijke van al die mensen die zeggen dat “het” niet kan is dat het er zo veel zijn. Als reformatorisch christen, die begint te vertellen dat je homo bent, kom je niets anders tegen. Het is een mantra die zo sterk is geworden dat hij bijna niet meer te overstemmen valt. En de massaliteit vraagt om sterke leiders. Die een tegengeluid willen laten horen. Misschien wel laten zien.
Want dat “het” niet kan. Is zo’n leeg begrip. Wát kan er dan niet? Mag ik niet blij zijn dat mijn vriend op de bank ligt als ik thuis kom van het werk. Dat hij als ik aan het koken ben de keuken binnenkomt en geniet van mijn talent? Mag ik niet zorgen, niet liefhebben? Niet liefkozen? Is dat in strijd met de geestelijke vrucht? Of is het de seks? Waar komt die lichamelijke genegenheid uit voort? Wat is de drijfveer ervan? Zou een heterorelatie alléén vanuit geestelijke motieven seks consumeren en de homorelatie slechts puur uit vleselijke?
Ik hoor u hardop denken: de wét verbied het. De schepping spreekt er tegen. Is er dan nog steeds geen besef van wat de wet en de schepping over uw eigen situatie zegt? En waarom is dat anders? Is er geen ruimte voor ontluikend nieuw begrip van de termen liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid? Terwijl er aanwijzingen zijn dat uw en mijn gevallen aard niet ter zake doet in het koninkrijk der hemelen. De enige aard die belangrijk is, is het goede fundament waarop gebouwd wordt. Gebouwd, opgebouwd in liefde.
Als je het vooraf zonder inhoudelijk te kijken neerzet als “een probleem” omdat het in vergelijking met de wet en de oorsprong geen standhoud. Dan sluit je een belangrijke factor uit; Christus. Als ik hetzelfde zou doen met de heteroaard dan waren de rapen ook gaar: ik pak de hetero’s en de wet en concludeer dat het niet matcht. Zolang ik Christus, met zijn vernieuwende kracht, niet betrek bij die probleemstelling, dan krijg ik nooit een oplossing waar hetero’s mee kunnen leven. Dan rest er slechts de dood.
In en uit Christus is een weg mogelijk die niet vlekkeloos en zonder gebrek zal gaan, maar die wél een behouden thuiskomst garandeert. Geldt die stelregel niet zowel voor hetero’s en homo’s? Zij in een relatie, of zonder, en wij ook. Dan zit de kern en het belang niet in de situatie maar in de drager van die situatie… Is het onder eigen verantwoordelijkheid, omdat de wet nog spreekt. Of is het onder auspiciën van de Geest, terwijl de wet zwijgt. Zegt u het maar. Maar realiseer dat het mes aan twee kanten snijd. Ik niet? Dan u ook niet! U wel, dan ik ook.