Denkertje21 schreef:Hij concludeert dat een „actieve seksuele relatie” tussen homo’s die elkaar „absoluut trouw” beloven „evengoed Gods liefde weerspiegelt.
Dan moet je twee dingen onderzoeken: wat is Gods liefde. En wat is de weerspiegeling daarvan. Beidden heb ik eerder getracht te beschrijven.
9 Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde.
10 Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
11 Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap in u blijve, en uw blijdschap vervuld worde.
12 Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb.
13 Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor zijn vrienden.
14 Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.
15 Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, [dat] heb Ik u bekend gemaakt.
16 Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en [dat] uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u [dat] geve.
17 Dit gebied Ik u, opdat gij elkander liefhebt.
Voor dit stuk staat een ander stuk: een soort beeldspraak wat de verhoudingen duidelijk maakt:
1 Ik ben de ware Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman.
2 Alle rank, die in Mij geen vrucht draagt, die neemt Hij weg; en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht drage.
3 Gijlieden zijt nu rein om het woord, dat Ik tot u gesproken heb.
4 Blijft in Mij, en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve, zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft.
5 Ik ben de Wijnstok, [en] gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen.
6 Zo iemand in Mij niet blijft, die is buiten geworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.
7 Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden.
8 Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt; en gij zult Mijn discipelen zijn.
De landman heeft de wijnstok lief en zorgt ook voor de rank, de wijnstok zorgt voor de rank, de rank draagt zodoende veel vruchten.
Voda pleitte eerder al voor het zoeken van de WEG. Paulus doet dat ook: niets boven Christus achten; want dat is hoererij, het verkopen van lichaam en geest aan iets of iemand buiten Christus.
Weet je dat die volgorde ook terug te vinden is in Romeinen 1?
stap 1: Omdat zij, God kennende, [Hem] als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; maar zijn verijdeld geworden in hun overleggingen en hun onverstandig hart is verduisterd geworden;
stap 2: En hebben de heerlijkheid des onverderfelijken Gods veranderd in de gelijkenis eens beelds van een verderfelijk mens, en van gevogelte, en van viervoetige en kruipende [gedierten].
Stap 3: Daarom heeft God hen ook overgegeven in de begeerlijkheden hunner harten tot onreinigheid, om hun lichamen onder elkander te onteren; [Als] die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen, en het schepsel geeerd en gediend hebben
boven den Schepper, Die te prijzen is in der eeuwigheid, amen.
Stap 4: En gelijk het hun niet goed gedacht heeft God in erkentenis te houden, zo heeft God hen overgegeven in een verkeerden zin, om te doen dingen, die niet betamen; Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij, boosheid, gierigheid, kwaadheid, vol van nijdigheid, moord, twist, bedrog, kwaadaardigheid; Oorblazers, achterklappers, haters Gods, smaders, hovaardigen, laatdunkenden, vinders van kwade dingen, den ouderen ongehoorzaam; Onverstandigen, verbondbrekers, zonder natuurlijke liefde, onverzoenlijken, onbarmhartigen; Dewelken, daar zij het recht Gods weten, [namelijk], dat degenen, die zulke dingen doen, des doods waardig zijn) niet alleen dezelve doen, maar ook mede een welgevallen hebben in degenen, die ze doen.
Dus: God verlaten -> het menselijke boven God verheffen -> Het loslaten van God en het losgelaten worden van God -> Doorslaan zodat er geen vrucht meer groeit en geen liefde en erkenning meer volgt.
Nu de tegenstelling: Dicht tegen God aankruipen -> God eren boven de mensheid -> Het dienen van God & het bediend worden door God -> Groeien zodat er meer vrucht groeit en lìefde en erkenning volgt.
De neiging om het dan over homoseksualiteit te hebben vervalt bijna... Dat is nameljk niet de essentie; in de neerwaartse spiraal is het een soort erruptie van voorgaande stappen. En in de opwaartse spiraal is het helemaal niet meer relevant; de opwaartse spiraal is zo sterk dat er geen beperkende factor meer meespeelt. Het komt hoe dan ook naar buiten ongeacht de gesteldheid, geaardheid.