reform schreef:Cicero schreef:1.Ik leg het probleem op tafel dat je met losse teksten niet zoveel opschiet. Paulus beveelt aan om met geheven handen te bidden, nu, dat heb ik nog niet zoveel bijbelgetrouwe christenen zien doen. Ergo: blind navolgen kan niet, je moet het altijd beredeneren. Er is dus een hermeneutische relatie met de tekst.
Bovendien, als je alle evangelisten letterlijk wilt navolgen raak je met jezelf in de knoop. Want ze geven 4 onderscheiden visies op Jezus die niet zo gemakkelijk in één hokje te stoppen zijn.
Waar beveelt Paulus dat dan?
Ik zeg: 'beveelt aan', niet 'beveelt'. Dat doet hij in 1 Tim. 2,8: "Ik wil dat bij iedere samenkomst de mannen met geheven handen bidden, vol toewijding, zonder wrok of onenigheid."
2. Om een uitspraak aan Jezus toe te schrijven heb je argumenten nodig. Dat is de regel in de historische wetenschap. Welnu, ik zie geen argumenten om deze uitspraak aan Jezus toe te schrijven.
IJij verwerpt de letterlijke weergave (de uitspraak van Jezus) van de evangelist. Dan moet je toch beargumenteren waarom dat niet klopt
Ik heb moeite met je formuleringen. Wat bedoel je met de toevoeging tussen haakjes? Bedoel je: 'de letterlijke weergave
van de uitspraak van Jezus?' En wat bedoel je met 'dat' in de tweede zin?
Uit historisch onderzoek blijkt dat de evangeliën relatief historisch betrouwbaar zijn, d.w.z. dat ze zeker historische herinneringen aan Jezus hebben bewaard. Om dat vast te stellen moet je wel goede criteria hebben, bijvoorbeeld dat een bericht of woord in verschillende bronnen wordt betuigd of dat het goed past in de context van de jaren 30 van de 1e eeuw etcetera. Nu is het in het geval van het onderhavige woord van Jezus zo dat het geen van de criteria passeert die aannemelijk kunnen maken dat Jezus dit gezegd heeft. Nogmaals: dat betekent niet dat die uitspraak 'onwaar' is of dat de evangelist ons bedot.
Deze uitspraak blijft als het ware aan de strijkstok van de gemeente hangen als we terug proberen te vragen naar Jezus zelf.
Waar baseer je dat op?
Zie bovenstaande. Als een woord van Jezus kan verklaard worden door het ontstaan ervan in de christelijke gemeenten, dan kan het niet op Jezus teruggaan. Wel kan Jezus de aanleiding gegeven hebben tot dit woord.
Als Jezus deze uitspraak inderdaad niet heeft gedaan wil dat dus niet zeggen dat die 'onwaar' is. Door deze historische kanttekening kan echter wel een ongenuanceerd Bijbelgebruik worden voorkomen. M.i. steekt achter die uitspraak van Johannes (of wie ook de auteur van dit evangelie is) dat Jezus de definitieve openbaring van Godswege is. Die gedachte is al heel oud, misschien zelfs wel vóór Pasen.
Als Jezus wel deze uitspraak letterlijk heeft gedaan en wel letterlijke navolging behoeft....ga je ten onrechte 'nuanceren'.
Ik zie ook niet zo in waarom het ongenuanceerd bijbelgebruik is als je gelooft dat Jezus de weg de waarheid en leven is en dat niemand tot de Vader komt dan door hem.
Dat laatste is geen ongenuanceerd Bijbelgebruik, ik onderschrijf die belijdenis ook. Waar ik voor wil waarschuwen is dat je deze uitspraak losmaakt uit de historische context en deze wil gebruiken voor doelen waar die tekst minder voor geschikt is. Vergelijk het met geheven handen bidden van Paulus: genuanceerde Bijbelgebruikers zullen dat niet 'letterlijk' na gaan volgen, omdat met geheven handen bidden een vorm is die met de tijd verandert. Ook hier draait het om de historische context.