Divrei Shmuel schreef:De doop heeft niets van doen met kleine kinderen; de wijding tot priester was ook in het O.T. niet een zaak die kleine kinderen ten deel viel.
Het besnijden heeft te maken met of men bij het volk Jiesrael behoorde of niet. Op de achtste dag werden dan de jongens besneden. Dit heeft niets met de doop van doen. De doop heeft te maken met de wijding tot priester. Dit was belooft aan Jiesrael. Jesjoea bracht uiteindelijk dit priesterschap en daarmee de ingang tot de hemelse Tempel (het Koninkrijk der Hemelen) nabij. Immers, alleen de priesters mochten daar ingaan. Denken jullie nu dat G-d daar niets mee bedoeld heeft? De kerk uit de volken heeft in de 2e eeuw echter een denkfout gemaakt. Men dacht dat het doel was Jiesraeliet te zijn en dezen dus als een soort geestelijk Jiesrael vervangen te hebben. De boodschap is echter dat niemand tot de vader komt dan door in Jesjoea een andere mens te worden. Een priester die in Naam van de Hogepriester [indien men die ook oprecht heeft erkend als zoenoffer voor de ons rechtmatig toe te bedelen straf van de dood de redding daarvan heeft gegeven en dat wij in zijn dood, begraven zijn en opstanding] mag toetreden in het heiligdom, alwaar men in de nabijheid van G-d in de geest kan wandelen, bidden en aanbidden en communiceren met de geest van G-d. Hiertoe is de mens gemaakt. Dit is hij verloren (Gen.3:22-24; 6:3) en dit is is wat hij weer kan ontvangen.
Nu de een deel van de christenheid de besnijdenis in doop heeft omgezet hebben ze de priesterroepping voor allen niet begrepen en gedacht een neo-Jiesraeliet van het betere geestelijke soort te moeten worden; maar dat is de Goede Boodschap niet, die Jesjoea kwam brengen!
Sam
Amen!
Mooi omschreven!