reform schreef:Elbert schreef:In de gelijkenis van de verloren zoon is de oudste zoon waar we in dit verband op moeten letten
Hoezo op de oudste zoon? Beide zonen hebben ons iets te vertellen. De vergelijking van de verloren zoon gaat m.i grotendeels over de jongste zoon. Ik snap je opmerking daarom niet zo goed.
Mijn opmerking moet je zien in het verband van het geheel van Lukas 15. Ik wil er maar de nadruk op leggen dat het niet alleen maar over de jongste zoon gaat, maar net zo goed over de oudste. Natuurlijk hebben ze ons beide iets te zeggen.
In Lukas 15 gaat het over 2 groepen mensen: de zondaren die Jezus zoekt en vindt en de Farizeeen en schriftgeleerden die daar hoofdschuddend naar staan te kijken. Het gaat om de context:
Luk. 15:1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
2 En de Farizeën en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.
3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende:
Dan volgen de 3 gelijkenissen.
In de gelijkenis van de verloren zoon komen beide groepen aan de orde: de jongste zoon die eerst bij z'n vader weggaat, tot inkeer komt en feestelijk wordt onthaald (tollenaren en zondaren) en de keurige oudste zoon (Farizeeen), die verongelijkt is dat z'n jongste broer weer terug is gekeerd en dat er nota bene voor die hoerenloper het gemeste kalf is geslacht.
Wat meer ontopic: aangezien Lukas 15 een geheel vormt en het aspect van het zoeken en vinden door God in de eerste twee gelijkenissen (verloren schaap en verloren penning) al uitvoerig aan de orde komt, kunnen we niet zeggen dat de gelijkenis van de verloren zoon daarmee in tegenspraak is, anders zou Jezus Zichzelf hiermee tegenspreken.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)