janp schreef:Kaw schreef:Dat vind ik een ongefundeerde en doorgeschoten conclussie. En wat is het probleem om bij het kruis te beginnen? Bang dat mensen te snel bekeerd worden? Of heb je gewoon een hekel aan christocentrische prediking, omdat die preken een produkt zijn van de Jezus-beweging zoals beschreven in de Saambinder...
Het probleem om bij het kruis te beginnen is de volgende: "Jezus is gestorven voor zondaren, ik ben een zondaar, dus...". En het zou erg zijn, als de duivel jou, mij en anderen op het verkeerde been wil zetten.
Ja, stel je voor dat je per ongeluk je verlossing in Christus zou zoeken. Denk je dat de duivel wil dat we ons ook op een enkele manier inlaten met Christus? Dan is hij in zichzelf verdeeld en dat is hij echt niet. Ik heb het niet over de mensen die Jezus beschouwen als een toffe vriend, maar mensen die hun redding zoeken in Jezus, om Zijn middelaarsschap, vanwege hun schuld bij God.
Laten we eens nader bezien hoe de bijbel met het evangelie omgaat:
De eerste preek van de discipelapostel Petrus:
Hand. 2 schreef:14 Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem, en sprak tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijnwoorden tot uw oren ingaan. 15 Want deze zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt: want het is eerst de derde ure van de dag. 16 Maar dit is het, wat gesproken is door den profeet Joel: 17 En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees: en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingenzullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen. 18 En ook op Mijn dienstknechten, en op Mijn dienstmaagden, zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten, en zij zullen profeteren. 19 En Ik zal wonderen geven in den hemel boven, en tekenen op de aarde beneden, bloed en vuur, en rookdamp. 20 De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt. 21 En het zal zijn, dat een iegelijk, die den Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden. 22 Gij Israelietische mannen, hoort deze woorden: Jezus den Nazarener, een Man van God, onder ulieden betoond door krachten, en wonderen, en tekenen, die God door Hem gedaan heeft, in het midden van u, gelijk ook gijzelven weet: 23 Dezen, door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht engedood: 24 Welken God opgewekt heeft, de smarten des doods ontbonden hebbende, alzo het niet mogelijk was, dat Hij van denzelven dood zou gehouden worden. 25 Want David zegt van Hem: Ik zag den Heere allen tijd voor mij: want Hij is aan mijn rechter hand, opdat ik niet bewogen worde. 26 Daarom is mijn hart verblijd: en mijn tong verheugt zich: ja, ook mijn vlees zal rusten in hope: 27 Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten, noch zult Uw Heilige over geven, om verderving te zien. 28 Gij hebt mij de wegen des levens bekend gemaakt: Gij zult mij vervullen met verheuging door Uw aangezicht. 29 Gij mannen broeders, het is mij geoorloofd vrij uit tot u te spreken van den patriarch David, dat hij beide gestorven en begraven is, en zijn graf is onder ons totop dezen dag. 30 Alzo hij dan een profeet was, en wist, dat God hem met ede gezworen had, dat hij uit de vrucht zijner lenden, zoveel het vlees aangaat, den Christus verwekkenzou, om Hem op zijn troon te zetten: 31 Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien. 32 Dezen Jezus heeft God opgewekt: waarvan wij allen getuigen zijn. 33 Hij dan, door de rechter hand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nuziet en hoort. 34 Want David is niet opgevaren in de hemelen: maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand. 35 Totdat Ik Uw vijanden zal gezet hebben tot een voetbank Uwer voeten. 36 Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israels, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk dezen Jezus, Dien gij gekruist hebt. 37 En als zij dit hoorden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen: Wat zullen wij doen mannen broeders? 38 En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden: en gij zult de gave desHeiligen Geestes ontvangen. 39 Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zo velen als er de Heere, onze God, toe roepen zal. 40 En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggende: Wordt behouden van dit verkeerd geslacht! 41 Die dan zijn woord gaarne aannamen, werden gedoopt: en er werden op dien dag tot hen toegedaan omtrent drie duizend zielen.
Waarneer wij deze preek doorlezen zien wij dat Petrus begint bij de kruiziging van Jezus. Dit werk schilderde hun ellende voor hun ogen. Ook op de vraag van de joden heeft hij een actief en geen passief antwoord:"Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden: en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen." Geen eindeloze weg van lijdelijk wachten op eventuele verlossing, maar zekerheid en daadkracht; niet uit mensen, maar door de Geest.
janp schreef:Ik zou je een andere vraag willen stellen: moeten wij de drie stukken van de HC scheiden of moeten we ze onderscheiden?
We moeten de drie stukken van de HC onderscheiden, maar deze zijn niet bedoelt om in een volgorde geleerd te worden. Indien dit het geval was dan zou de HC niet begonnen zijn met vraag en antwoord 1, maar zouden de opstellers deze achteraan hebben gezet. Ook zou je eens moeten letten op de verdeling. Omtrent de verlossing worden veel meer vragen gewijdt dan aan de ellende.
Maar zou jij eens kunnen vertellen waar de bevindelijke leer verkondigt wordt door Jezus of Paulus of enig ander bijbels persoon? Hoe kijkt Paulus aan tegen zijn gemeenten? Moeten ze allemaal nog bekeerd worden? Moeten ze allemaal nog arm worden voor God? Moeten ze hun ellende nog leren inleven? Moeten ze oppassen dat ze met een ingebeelde bekering? Nee! Kort gezegt vermaand Paulus hun tot een heilig leven in Jezus Christus.
janp schreef:De uitdrukking "christocentrische prediking" wordt door jan en alleman gebruikt. Wat bedoel je hiermee?
Dat Christus centraal staat en niet de mens. Bij een bevindelijke preek over wat de mens allemaal niet moet meemaken, komt het ware werk van Christus niet aan bod. Men spreekt over de verborgen en plaatsmakende werk van Hem, maar Zijn verlossingskracht wordt buiten beschouwing gelaten. Weet jij hoe je toegang kunt krijgen tot Zijn genadewerk? Weet jij dat je toegang MAG krijgen tot zijn genadewerk? Dat weet bijna niemand die onder de bevindelijke prediking leeft. Alleen de mensen die zelfstandig de bijbel lezen en zo nu en dan een oude preek van een oudvader lezen, komen er achter dat het niet precies zo ligt als in de prediking naar voren komt.