Raido schreef:kirdneh schreef:raido schreef:En dat je gelijk hebt op basis van wat concludeer je dat?
Als talkorigins en ook nadarwin kan claimen dat ze gelijk hebben, dan kan ik dat ook, vanuit die basis kan ik ook die conclusie maken.
Claimen en bewijzen zijn twee verschillende dingen. Ik vind het niet meer dan logisch dat men verwijst naar websites die daar in gespecialiseerd zijn..
Als hier mensen komen met *zie je wel dat de evolutie niet goed is want er zijn dit of dat gevonden* en daar zijn verklaringen voor, kom dan op zijn minst met argumenten tegen de argumenten van Cicero.. Of ga net als hem met links smijten met wetenschappelijk onderbouwde dingen ofzo..
Als je een hele discussie wilt voeren, dan moet je natuurlijk ook wel over de nodige kennis en materiaal beschikken om dat goed te kunnen doen. Ik geef eerlijk toe dat ik niet diep genoeg in de materie zit om er hele discussies over te kunnen voeren. Ik heb er recentelijk wel een boek over aangeschaft, maar ben er gewoon nog niet aan toe gekomen om het te lezen. Ik ben namelijk in een ander boek bezig, naar mijn idee even belangrijk in het vormen van een visie. Dat gaat over een ander onderwerp, dat is meer filosofisch. Een boek waarin de geschiedenis van het humanisme behandeld wordt.
Wat ik met mijn bijdrage wel heb willen doen, is het weergeven van het beeld zoals ik dat heb: nl. dat je niet zo maar even een eenduidig beeld neer kunt zetten van hoe oud de aarde is, als je alle wetenschappelijke gegevens bekijkt die er zijn.
Ik denk dat het niet voldoende is om alleen in het natuurwetenschappelijke te blijven steken. We hebben ook te maken met een manier van denken, die filosofisch te analyseren valt. Dat komt hier niet aan de orde, maar dat is wel waar ik mij ook mee bezig houd. Al met al is het beoordelen van wat er zoal gedacht wordt een enorm breed vakgebied, waar enorm veel bij komt kijken.
Het belangrijkste uitgangspunt voor ons denken kan en mag uiteindelijk alleen het geloof zijn. En dat stelt ons voor enorme, ja voor ons onmogelijke uitdagingen.
Dan denken wij al gauw dat dat iets is, waar wij in unieke zin mee te maken hebben, en dat de Bijbel daar geen weet van heeft. Alsof de Bijbel op dat punt een naïeve inslag heeft. Maar niets is minder waar! Wat dacht je van Abraham die de opdracht kreeg zijn zoon Isaäk te offeren? Zou hij niet kunnen denken: "Ja, dat vat ik nou wel op als Gods opdracht, maar dat kan ook een vergissing zijn. Dat zal wel misplaatst subjectivisme van mij geweest zijn. Zoiets vraagt een goede God natuurlijk niet van mij. Hij is toch de Verbondsgod?" Maar Abraham hielp zichzelf niet met dergelijk geredeneer. Hij volgde Gods opdrachten blindelings op.
"Abram heeft de HEER geloofd en dat geloof is hem aangerekend als gerechtigheid." (
Genesis 15:
6, WV'95) Dat was de kenmerkende houding van Abraham. In het WBC-commentaar van Gordon J. Wenham op deze tekst heb ik daar nog wat interessante opmerkingen over gelezen: de
hebreeuwse werkwoordsvorm maakt duidelijk dat het hier niet gaat om iets incidenteels wat er op het moment van deze tekst was, maar dat de werkwoordsvorm ons duidelijk maakt dat er sprake is van voortdurendheid, van iets wat Abraham kenmerkte.
Wij kunnen ons niet voorstellen wat dat geweest moet zijn: je eigen zoon moeten slachten! Dan wordt toch je hele beeld van God als degene die zijn verbond trouw is en zijn beloften waarmaakt met de grond gelijk gemaakt? Nee, wij kunnen ons dat niet indenken, omdat wij de afloop van dat verhaal kennen. Maar Abraham had daar nog geen weet van toen hij die opdracht ging uitvoeren!
En wat moet Israël wel gedacht hebben toen ze voor Jericho stonden?! De Bijbel is er duidelijk genoeg over.
En Openbaring maakt duidelijk dat zulke enorme geloofsuitdagingen niet tot het verleden behoren.
Zo ben ik van overtuiging dat er voor alle verzoekingen die er op ons afkomen vanuit het gangbare denken, waar ook de wetenschap deel van uitmaakt, antwoorden bestaan. Het feit dat ik die nog niet weet, maakt dat niet minder waar. Ik ben ook maar een mensje die door het eindige getal gekenmerkt wordt. Maar ik weet het in het geloof. Het geloof, dat boven het zichtbare en het mij bekende uitgaat.
Zalig degene, die dat geloof mag kennen.